Een aantal studenten van een Brusselse hogeschool kan geen hoofddoek dragen, luidt een arrest van het Grondwettelijk Hof. Dit moet een slag in het gezicht zijn van alle succesvolle vrouwen in wording. De sociale media zitten in elk geval niet stil en de hashtag #TouchePasAMesÉtudes gaat viraal. Een petitie werd al 29.000 keer ondertekend en op 5 juli vindt een manifestatie plaats om het probleem opnieuw op de agenda te zetten.
Symbool voor de vrijheid is ‘niet neutraal’
De discussie over de hoofddoek barstte meer dan tien jaar geleden helemaal los toen Patrick Janssens, toenmalig Antwerps burgemeester, een verbod op religieuze kentekens achter het loket uitvaardigde. De hoofddoek zou de emancipatie van de moslimvrouwen ondermijnen en een symbool zijn voor de onderdrukking van de vrouw.
Het arrest toont duidelijk aan dat men de kern van de zaak nog altijd niet inziet. De hoofddoek is geen symbool voor de ongelijkheid, maar één voor de vrijheid. De moed om zo’n grote beslissing voor jezelf te maken, zonder toe te geven aan de toenemende druk van de stereotypen in de verseksualiseerde mode- en filmwereld, moeten we respecteren. Is het aan een overheid om te kiezen in naam van een minderheidsgroep wat zij wel of niet mag dragen?
“Neen, dat mag ze niet, maar ze moet zich wel scharen achter het neutraliteitsprincipe,” aldus de voorstanders van het hoofddoekenverbod. Een vaag begrip dat an sich niet neutraal is. In het Grondwettelijk Hof zetelen zes rechters met een politiek verleden in het federaal parlement. De beslissing is dus louter politiek getint. Plotseling kan men dus perfect ‘handelen’, hoewel er (deels) een politieke ideologie achter de beslissing schuilt. Kan een studente die in de aula netjes les volgt, dan niet neutraal handelen? Dat is op zijn minst merkwaardig te noemen.
Sterke emancipatie onder druk?
Onze onderwijsinstellingen zouden een weerspiegeling moeten zijn van de maatschappij. Een hoofddoekenverbod is trouwens een duidelijke beknotting van de godsdienstvrijheid. Of zijn vrouwen met een hoofddoek plots B-burgers geworden?
Het verbod heeft meer nadelen dan voordelen en staat in de weg van een sterke emancipatie. Neem nu Frankrijk, een land met een soortgelijk multiculturele context: in 2004 kwam er een verbod op het dragen van religieuze tekens in het secundair onderwijs. Men onderzocht wat de impact van dat verbod op de schoolcarrière van die dames was. Uit dat onderzoek bleek dat de schooluitval in die groep meisjes met 6% was toegenomen.
Vrouwen met een hoofddoek hebben te maken met structurele uitsluiting op de arbeidsmarkt, op de huurmarkt, in het onderwijs. Een vriendin vertelde me tijdens een zoektocht naar een studentenjob ooit het volgende: “Ik heb drie problemen: ik ben een vrouw, ik heb een zogezegd vreemde naam en ik draag een hoofddoek. De kans dat ik een job vind, is dus drie keer kleiner.” Als anno 2020 vrouwen dit überhaupt nog denken, falen we als maatschappij. We profileren ons graag als inclusieve en open maatschappij, maar zodra het over de hoofddoek gaat, kijken we de andere kant uit.
Op enkele politici na, die natuurlijk van de daken schreeuwen dat de hijab niet ‘sexy’ genoeg is of dat die meisjes nood aan bescherming hebben. Of een ander vaak gehoord argument is dat we moeten vermijden dat we onder een Iraans regime zouden leven. Iran verplicht zijn onderdanen zich te bedekken, België doet het tegenovergestelde: verbieden, dus ook verplichten. Dan durf ik mij de vraag stellen of we een haar beter zijn dan Iran.
In de jaren zestig vroegen de Nederlandse Dolle Mina’s, een feministische beweging, om ‘baas in eigen buik’ te zijn. Vandaag willen de vrouwen met een hoofddoek ‘baas over eigen hoofd’ zijn. Een sterk signaal dat we als maatschappij niet naast ons mogen neerleggen.
Het zou de politiek en de onderwijskoepels sieren om in dialoog te gaan met de hijabi’s (vrouwen die een hoofddoek dragen, red.). Vraag hen naar de bagger die ze over zich heen krijgen doordat de hijab zo’n slechte reputatie heeft. Laat ons die paternalistische houding de wereld uit helpen. We mogen onze ogen niet sluiten voor het onrecht dat deze vrouwen meemaken, want zoals de bekende Afro-Amerikaanse burgerrechtenactivist Martin Luther King zei: “Injustice anywhere is a threat to justice everywhere”.