(Apache.be) 'Zeven mensen zijn aangehouden op het technofeest omdat ze betrapt werden met grote hoeveelheden drugs, zoals xtc, cocaïne en speed.' Martine Tanghe kon het zondagmiddag niet laten. Na een reportage over het Gentse dancefestival I Love Techno moest de buit van de nacht nog even mee.
Geen I Love Techno zonder de cijfertjes over de in beslag genomen drugs, opgepakte dealers en afgevoerde slikkers en snuivers. Naast de obligate foto van een blondine in fluo-outfit, natuurlijk. Met ook dit jaar een fris zijsprongetje richting gehoorschade.
Met de dj’s en live acts hebben de mainstreammedia het al wat moeilijker. Nochtans doet Live Nation, de organisatie achter I Love Techno, er de laatste jaren alles aan om grote, populaire namen te strikken die maandenlang op Studio Brussel en andere jongerenzenders te horen zijn. Voor sommige puristen dekt het etiket ‘I Love Techno’ zelfs de lading niet meer. En neen, de programmator neigt daarom niet richting duistere, voor journalisten onbekende underground. Maar dat is een ander verhaal.
Drugsoogst
De drugsoogst is inderdaad indrukwekkend, en hoogstwaarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg. Maar liefhebbers van elektronische muziek krijgen de kriebels van de eeuwige associatie van elektronische muziek met illegale roesmiddelen. Alsof drugs afwezig zijn op Rock Werchter, Graspop of Reggae Geel. Alsof drugs enkel zouden werken met beats en bleeps.
Bovendien worden elektronische feestjes duidelijk geviseerd en hebben de massamedia het ontzettend moeilijk om inhoud te geven aan de muzikale acts, of er althans creatief mee om te springen. Na Rock Werchter, Dour of Pukkelpop wordt elk akkoordje tot het kleinste detail geanalyseerd. Voor I Love Techno is dat heel wat minder het geval.
Voor de politiediensten is I Love Techno een loodzware werkdag. Het machtsvertoon is indrukwekkend en er heerst ook een nultolerantie. De kans op een alcohol- en drugscontrole is er hoger dan na een doorsnee zomerfestival. Alles wordt in de gaten gehouden, ook in het station Gent-Sint-Pieters. Dat is niet enkel om een goede doorstroming te verzorgen. De jacht op drugs is even belangrijk.
Zeven dealers
De cijfertjes voor dit jaar: 35.000 festivalgangers, 117 betrapt op drugs, van wie er elf een nachtje in de cel mochten doorbrengen. Zeven dealers mogen het later gaan uitleggen aan de rechter. Een Pool en een Portugees werden aangehouden en twee Belgen werden voorgeleid bij de onderzoeksrechter. Het Rode Kruis verzorgde 467 personen en voerde 42 patiënten naar het ziekenhuis.
Voor de ene hoge cijfers, voor de andere veeleer aan de lage kant. Maar dergelijke cijfers duiken níét op na Rock Werchter of Pukkelpop. In het archief van Mediargus kon ik er voor het afgelopen festivalseizoen toch geen terugvinden. Voor I Love Techno spuwt Mediargus vooral drugsgerelateerde artikels uit.
Dit jaar raakte Vlaams parlementslid Paul Wille (Open Vld) het drugsprobleem met de beste bedoelingen enkele dagen vóór het festival aan. Vorig jaar deed hij hetzelfde. De Morgen leidde het opiniestuk in de krant toen heel categorisch in:
Xtc of andere drugs: maar iedereen pakt op I Love Techno. Tenminste, dat kreeg Paul Wille deze week te horen van jongeren die het kunnen weten.
Zou Wille er ook aan denken om de mindere kwaliteit van drugs en de daarmee verbonden gevaren aan de vooravond van Rock Werchter, het theaterseizoen of de zware budgetbesprekingen bij bedrijven aan te kaarten? Of zijn drugs er onbestaande? Misschien eens proberen in 2010.
Weekend voor iedereen
Duizendpoot Ben Van Alboom, journalist voor Focus en Weekend Knack, een van de stemmen van het Studio Brusselprogramma Switch en de bezieler van Elektropedia, wond zich afgelopen weekend op Facebook op over de drugsberichtgeving tijdens en na I Love Techno. Hij laakt niet enkel de associatie van drugs met elektronische muziek, maar ook de hypocrisie en “de onwaarschijnlijke luiheid van verschillende media”.
Over de media: “Misschien moet ik sommige van mijn collega’s ook niet te hard aanpakken; het is voor iedereen weekend, en een bericht van Belga voorlezen is minder tijdrovend dan erover te moeten nadenken en de nieuwswaarde ervan te proberen inschatten”.
Van Alboom vreest ook dat de cijfers niet echt vergelijkbaar zijn met andere festivals omdat tijdens I Love Techno eenmaal zwaarder gecontroleerd wordt. “Mocht de politie enige moeite doen om met evenveel – een beetje minder mag ook – machtsvertoon naar rockfestivals te trekken, dan zou je inderdaad zien dat die cijfers daar even hoog (of laag) liggen. Maar alsof het plaatselijke schepencollege ermee gemoeid is, heb ik in de buurt van een rockfestival – en ik heb ze allemaal al meerdere keren gedaan – zelfs nog nooit een alcoholcontrole zien staan, laat staan dat er ergens op het terrein of op de camping naar drugs werd gespeurd.”
Hij stipt het verschil aan met een voorbeeld uit 2008: “Als het I Love Techno (of een ander elektronicafestival) is, wordt nét niet het leger ingeschakeld en wordt desnoods, zoals vorig jaar, zelfs het Sint-Pietersstation afgesloten.”
Het puike stukje mediakritiek, na een nachtje werken en stappen op I Love Techno nota bene, sluit hij af met de vaststelling dat de media daar weinig aan kunnen doen. “Maar het getuigt ook niet van enige zin voor journalistiek dat ze zich daar geen vragen bij stellen.”
I Love Techno, en elektronische muziek in het algemeen, wordt nog te vaak in één adem uitgesproken met drugs. Terwijl daar dj’s en live acts staan die professioneel met muziek bezig zijn, vaak heel goed weten waarom ze de ene beat verkiezen boven de andere en soms maandenlang in muziekstudio’s doorbrengen op zoek naar de juiste toon.
In een Laurent Garnier, Deadmau5 of Len Faki zit echt wel voldoende om het overzichtje met drugsdelicten, Rode Kruispatiënten en aantal buitenlanders op dit ‘leading dance festival’ naar de laatste alinea te verwijzen. Waar het hoort.
© 2009 - Apache.be - Bram Souffreau