Na de terreuraanslagen in Parijs grijpen westerse politici massaal naar de verlichtingsidealen als antwoord op de extremistische terreur. Tegelijkertijd willen ze met de wapens in de hand de gefaalde staten in het Midden-Oosten democratisch heropbouwen. “Ben ik de enige die zich daarbij vragen stelt?”, klinkt het in onderstaande analyse van onze reporter Laurens (21).

Laten we even terug in de tijd gaan. Na de Conferentie van Berlijn in 1884-1885 verdeelden vijftien Europese landen en de Verenigde Staten onder elkaar de Afrikaanse koek van goud, koper, rubber en andere natuurlijke grondstoffen. Tegelijkertijd werden in het tot dan toe achtergestelde Midden-Oosten enorme voorraden olie gevonden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog slaagden Frankrijk en Groot-Brittannië erin het Ottomaanse Rijk uit te schakelen en sloten ze het geheime Sykes-Picotverdrag, waarmee ze definitief de westerse invloed over het Midden-Oosten vastlegden. Aangezien ze toegevingen aan bepaalde volkeren gedaan hadden, hertekenden Frankrijk en Groot-Brittannië de kaart om aan de onafhankelijkheidwensen tegemoet te komen.

Na de Tweede Wereldoorlog was Frankrijk te veel verzakt om zijn machtspositie in het Midden-Oosten te behouden. Zijn rol werd ingenomen door de Verenigde Staten die inzagen dat hun eigen oliereserves te beperkt waren. Bovendien knoopten de Amerikanen contacten aan met Saoedi-Arabië dat door twee invloedrijke families tot een machtige speler uitgroeide. De Amerikanen ontplooiden er hun ontginningstechnieken, maar lieten het beheer van de olie aan de Saoedische regering in ruil voor een fikse vergoeding. Ten slotte kregen de Joden onder Amerikaanse hun eigen staat Israël.

Koude Oorlog

Het westerse kolonialisme was ondertussen officieel begraven, maar de grootmachten bleven zich achter de schermen des te meer met de interne politiek van de nieuwe staten te bemoeien. Groot-Brittannië en Frankrijk bleven hun koloniale verleden evenwel met zich meeslepen. Verschillende landen begonnen zich tegen de vroegere kolonisatoren te verzetten, maar omarmden op hetzelfde moment de Verenigde Staten, aangezien zij meer aan hun nationalistische aspiraties tegemoet kwamen. De sterke positie van de Verenigde Staten wekte de aandacht van de toenmalige Sovjet-Unie die als tegenreactie in de Koude Oorlog ook bepaalde regimes begon te ondersteunen.

In 1973 viel de Sovjet-Unie vervolgens Afghanistan binnen. Op dat moment woedde de Koude Oorlog nog steeds hevig. De Verenigde Staten wilden koste wat kost vermijden dat zijn grootste vijand een belangrijk geopolitiek gebied inpalmde. Daarom besloot de Amerikaanse president Reagan een proxyoorloog te voeren. De Verenigde Staten zouden niet zelf Amerikaanse troepen naar Afghanistan sturen, maar lokale troepen (moedjahedien) financieren. Met de hulp van de Pakistaanse en Saoedische intelligentiediensten gaven ze op die manier het leven aan de Taliban die met guerrillatechnieken de Sovjettroepen versloegen.

Militaire interventies in Irak en Libië

Die nederlaag was het begin van het einde voor de Sovjet-Unie. Enkele maanden later zou de Sovjet-Unie volledig uit elkaar vallen. De Verenigde Staten zegevierden. Het einde van de proxyoorlog was tegelijkertijd het begin van enorme chaos. Door de onenigheid onder de moedjahedien over wie de macht zou overnemen, ontstond een burgeroorlog. Eén man was slim genoeg om het Amerikaanse geld en de technische steun van de CIA in zijn voordeel om te buigen. Osama bin Laden scheurde zich af van de rest van de moedjahedien en creëerde de terreurgroep Al Qaida.

De aanslagen op de WTC-torens en het Pentagon door Al Qaida luidden aan het begin van deze eeuw de opmars van het globale terrorisme in. Het anti-Amerikaanse sentiment groeide in het Midden-Oosten, omdat de geopolitieke spelletjes meer en meer wrevel opwekten. De reactie van de Verenigde Staten bleef niet uit. Na Afghanistan vielen de Amerikanen ook Irak binnen, om te verhinderen dat Saddam Hoessein zijn chemisch wapenarsenaal verder zou ontwikkelen. Vreemd genoeg hadden de Verenigde Staten, Frankrijk en Duitsland in de Iran-Irakoorlog Saddam Hoessein van chemische wapens voorzien om het nieuwe antiwesterse Iraanse regime een zware slag toe te brengen.

Stilaan wordt duidelijk dat de plannen van Hoessein om in de grondstoffenhandel niet langer de Amerikaanse dollar te gebruiken, maar de gouden dinar in te voeren, de Amerikaanse belangen te veel zou schaden. Daarop besloten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië militair in te grijpen. De internationale interventie stortte Irak in een chaos die ingevuld werd door Al Qaida. Onder leiding van al-Zarqawi begon de organisatie er tijdens het machtsvacuüm terreur te zaaien. Na zijn dood dook plots een nieuwe terreurtak op: Abu Bakr al-Baghdadi stichtte ISI, de Islamitische Staat in Irak.

Recenter kwam een westerse coalitie ondanks een veto van de VN-Veiligheidsraad en onder het mom van de democratische waarden tijdens de Arabische Lente tussen in Libië. Opnieuw werd de militaire interventie in Libië gelegitimeerd door het mogelijke gebruik van chemische wapens. Khadaffi was evenwel al langer een doorn in het oog van de westerse grootmachten, omdat hij weigerde de westerse olie-interesses te verdedigen. Net zoals in Irak raakte het lande compleet gedestabiliseerd en momenteel probeert een rebellengroep verbonden aan ISI er de macht te grijpen.

Syrische proxyoorlog

De huidige situatie in Syrië vertoont angstaanjagende parallellen. Ook daar wil de leider Bashar al-Assad niet langer de Amerikaanse, Britse en Franse oliebelangen dienen. Het discours rond de Syrische burgeroorlog focuste opnieuw sterk op de installatie van de democratie in plaats van een dictatoriaal regime dat chemische wapens tegen zijn burgers zou inzetten. Omdat de westerse publieke opinie niet langer achter een directe militaire interventie staat, lijkt het erop dat de Verenigde Staten via Saoedi-Arabië en Qatar rebellengroepen steunen om het regime van Assad te bestrijden. Ze lijken met andere woorden terug te grijpen naar de techniek van een proxyoorlog.

Waar de Taliban evenwel lange tijd één geheel was, is de versplintering van verschillende lokale groeperingen compleet. In de Syrische chaos is het niet meer duidelijk door wie het Vrije Syrische Leger, Al-Nusra Front, IS en de Koerdische strijders gesteund worden. Door de betrokkenheid van Rusland, dat al jaren een Syrische bondgenoot is, is het geopolitieke mijnenveld in Syrië compleet. Het lijkt erop dat de westerse grootmachten de controle volledig verloren hebben. Ze hebben een virus gecreëerd dat zich nu tegen het Westen verzet.

Derde Wereldoorlog

De geschiedenis heeft aangetoond dat militaire interventies geen enkele oplossing gebracht hebben. Wij, domme westerlingen, hebben lange tijd gedacht dat een gewapende strijd nodig was om onze westerse waarden te verspreiden. We hebben ons pijnlijk vergist. Onze politici konden onder het mom van de democratie hun vuile geopolitieke spelletjes spelen. Sterker nog, onze politici hebben in hun oliezucht de eigen verlichtingsidealen verloochend. De geopolitieke boemerang komt nu met de aanslagen in Parijs pijnlijk in ons gezicht terug, maar het leven van onschuldige burgers in het Midden-Oosten wordt al decennia dagelijks aan flarden geschoten.

We hebben chaos gezaaid, we hebben zelf het terrorisme gevoed, we hebben onze koloniale ambities nooit van ons afgeschud. We hebben volkeren niet alleen in hun eigen land vernederd, we discrimineren ze vandaag als migranten nog elke dag. We hebben hun hoop afgenomen. Is het dan verwonderlijk dat ze zich gedesillusioneerd tegen ons wenden? Is het normaal dat we onder ons hun toekomst beslissen, zonder dat ze mee aan tafel zitten? Is het niet onze verdomde plicht vluchtelingen onderdak te bieden?

Imperiale ambities hebben ons al in twee wereldoorlogen gestort. Ik wil geen derde meemaken.

© 2015 – StampMedia – Laurens Soenen



Dit artikel werd gepubliceerd door Knack - online op 17/11/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 17/11/2015