Een gesprek met kunstenaar Benjamin Verdonck over de filosofie achter KALENDER

Een heel jaar lang kan je in Antwerpen toevallig stoten op een actie van Benjamin Verdonck. Met het project KALENDER duikt hij, al dan niet persoonlijk, maar zeker onverwachts, in het straatbeeld op. Vrijdag 13 maart lag er een enorme mus dood op de Antwerpse Meir. Politie en hulpdiensten waren ter plaatse en argeloze passanten stopten om te zien wat er gebeurd was. De ‘pechvogel’ was slechts één van de vele acties van kunstenaar Benjamin Verdonck.

Op een aangename en zonnige lentemiddag ontvangt Verdonck mij. De betreurde mus ligt nog in zijn atelier. Hij neemt prompt een stoel en loodst mij mee naar het koertje om daar rustig te praten over de filosofie achter zijn project KALENDER.

Waarom er nu juist een enorme vogel op de Meir lag en geen gigantische slak, is een raadsel. Eerder zat Verdonck al in een vogelnest op 32 meter hoogte boven de Brusselse Anspachlaan. Toch heeft hij niets speciaals met vogels: “Een vogel zegt mij alleszins meer dan pakweg een eucalyptusboom.” Voorbijgangers maakten allerlei associaties bij de reuzenmus en niet een was fout. “Ik gebruik gewoon graag beelden die direct veel oproepen bij de mensen,” zegt hij. Voor Verdonck gaat het om een soort ‘archetypes’ die in het collectief geheugen zitten, zoals fabeldieren of een wit paard.“Ik ben op zoek naar een basistaal, een gemeenschappelijke taal die iedereen begrijpt.”

Actie en reactie

KALENDER bestaat uit acties in de publieke ruimte met voorbijgangers als toeschouwers. Verdonck onderneemt ook soms ’s nachts een actie. Op het joodse Nieuwjaar van de bomen (10 februari) plantte hij in het holst van de nacht een spar in de straat. Maar hoe weet je dan wat de reactie van de mensen is? “Je moet vertrouwen in de kwaliteit van je werk voor de gewenste reactie,” zegt Verdonck stellig. “Het effect van KALENDER is nog veel groter dan het effect van kunst sowieso al is,” gaat de kunstenaar verder. Verdonck werkt laag op laag en in de tijd. Dat wil zeggen dat het uiteindelijke effect – en werk – de som van de gebeurtenissen is. Bij een volgende actie zoeken mensen dan een link en bedenken of het iets te maken heeft met die mus van vorige week.

Verdonck wordt voor drie jaar gesteund door Toneelhuis, KVS en Campo, maar wilde wel eens iets anders doen dan theater maken. “Ik wilde een verschuiving van de marge. Mensen begonnen mijn werk te kennen en ik wilde niet de volgende Benjamin Verdonck maken,” zegt hij. Dat Verdoncks ondernemingen ‘acties’ zijn, is geen lukraak gekozen term. “Een ‘voorstelling’, dat is passief. Mensen gaan zitten en luisteren terwijl iemand het woord neemt. Een ‘actie’ staat voor dialoog, dat is actie en reactie. Er gebeurt iets en daardoor verandert er iets,” legt hij vurig uit. “Bij mijn acties zijn de mensen op weg. Als ik iemands parcours nog maar een klein beetje kan afbuigen, heb ik al iets teweeggebracht. Misschien is die persoon daardoor wel ergens een beetje te laat aangekomen of is er iets anders gebeurd.”

Wat is acteren?

Verdonck werkt als acteur bij verschillende toneelgezelschappen en timmert aan eigen projecten. Hij benadrukt dat er een verschil is tussen iets maken voor de publieke ruimte of binnen het institutionele kader. “In een theaterzaal weten mensen wat ze mogen verwachten en moeten ze zich niet meer afvragen of het al dan niet theater is. Bij het voorbereiden van een werk in de publieke ruimte moet je echter rekening houden met vragen. Mensen weten niet wat je aan het doen bent.” En hij vervolgt: “In een theaterzaal zal niemand raar opkijken als je compleet naakt staat, maar als je buiten naakt rondloopt zal je op zijn minst beschuldigd worden van openbare zedenschennis.”

Acties in de publieke ruimte en spelen in de zaal, Verdonck is steeds met beide bezig. Is hij tijdens zijn acties – althans diegene waar hij aanwezig is – ook aan het acteren? “Dat is een moeilijke vraag,” zegt hij en denkt even diep na. “Wat is acteren? Ja, ik ben waarschijnlijk wel aan het acteren, in die zin dat ik een ‘actor’ ben. Ik ben mij bewust van het feit dat ik iets aan het doen ben. Ik ben niet mezelf. Ik ben verkleed als Kerstman (op 23 januari, nvdr) en ik heb dat pak bewust aangetrokken om iets te gaan doen. Het is niet zo dat ik op straat loop als mezelf en plots Kerstman word. Het staat even ver van mezelf als op een podium staan omwille van de stap die je moet nemen.”

Iets vertellen

Acties van KALENDER worden niet aangekondigd. Voor Verdonck is het interessanter om pas achteraf over een project te praten. “Simpelweg omdat het anders al verklapt is,” zegt hij. “Maar aankondigen kan ook intrigerend werken. Het hangt af van het effect dat je beoogt. We proberen alles uit.” Een andere reden waarom hij niet graag aankondigt, is omdat hij niet het nieuws wilt maken. “De media zijn heel dankbaar voor een dergelijk nieuwsfeit (zoals de mus op de Meir, nvdr), maar het zou mijn werk ontkrachten,” stelt Verdonck. “Ik zou maar een ingehuurde nar zijn.”

KALENDER is een werk dat zijn publiek tegenkomt. Verdonck legt uit: “Een actie, en ook toneel spelen, bestaat enkel door de relatie met mensen. Stel je voor dat ik voor een lege zaal zou spelen (lacht)”. Waarom doet hij dat alles? “Omdat ik iets wil vertellen. Als ik zeg dat ik iets wil vertellen, dan is dat niet iets poneren. Met vertellen, bedoel ik een verhaal vertellen, een sprookje. Zoals bij de mus. Ik wil niets materieels toevoegen, zoals een standbeeld of een gat in een muur, maar ik wil verhalen toevoegen. Dat mensen ergens passeren en zeggen: ‘Ik weet nog dat hier een mus lag.’ Het zou mooi zijn moest ik dat bereikt hebben na een jaar KALENDER.”

KALENDER loopt nog tot 2 januari 2010. Voor meer informatie over KALENDER en het verloop van de acties van Benjamin Verdonck zie: http://www.kalender09.be

© 2009 – StampMedia – Maja Cools


Dit artikel werd gepubliceerd door Gazet van Antwerpen - online op 16/04/2009