©Pauline Martens

Olivier William (24) werd meteen na zijn geboorte in België geadopteerd. Niemand kon voorspellen op wat voor zwaar levenspad hij terecht zou komen: racisme, een verslavingsproblematiek, zelfmoord en een ware identiteitscrisis. Toch staat Olivier vandaag sterk in zijn schoenen en vond hij crisis na crisis de kracht zichzelf op het einde van de zoektocht te leren kennen.   

 “In 1996 werd ik zo goed als dood geboren in de lift van een Vlaams ziekenhuis. Telkens zie ik een schok door de ogen van de mensen gaan wanneer ik ze dit vertel", zegt Olivier. "Mijn biologische moeder was gevlucht uit Angola door de oorlog samen met haar 2-jarig dochtertje. Toen ze hier terecht kwamen, belandde mijn mama in de prostitutie. Dat gebeurde toen heel vaak bij vrouwelijke oorlogsvluchtelingen uit Angola, maar ook uit Nigeria, Congo en Rwanda. Over mijn biologische vader weten we niet veel. Het kan een klant, een kennis of een onenightstand van mijn mama geweest zijn.  

"Mijn mama beviel van mij in de lift van het ziekenhuis"
©Pauline Martens

In de periode dat ze hier in België verbleef, ontwikkelde mijn moeder een drugsverslaving, heroïne. Ook tijdens haar zwangerschap bleef ze gebruiken. Ik weet dat ze geen tweede kind op de wereld wou zetten omdat ze na 6 maanden een abortuspil nam om het vruchtje te laten afdrijven. Dat was op dat ogenblik natuurlijk al veel te laat, waardoor ik 3 maanden te vroeg geboren werd, in de lift van het ziekenhuis. Ze beviel van mij, een baby verslaafd aan heroïne.  

Prematuur en verslaafd aan drugs

Mijn adoptiemoeder werd enkele dagen na mijn geboorte opgebeld door het adoptiebureau. “We hebben een kind ter beschikking, wil je dat adopteren of niet?” Zonder mij te mogen zien moest ze op dat moment ja of nee zeggen. De enige feiten die mijn adoptiemoeder toen wist waren dat ik veel te vroeg geboren was en moest afkicken van drugs. Toen werden adoptieouders wel echt in het diepe gegooid. Toch besloot ze er volledig voor te gaan en tekende ze de nodige papieren.  

Doordat ik een prematuur baby’tje was waren mijn organen nog niet helemaal volgroeid. Dat, en de drugsverslaving waren de redenen voor mijn hartstilstand tijdens de geboorte. Niemand was zeker of ik er wel ging doorkomen. Mijn adoptiemoeder had het die eerste maanden in het ziekenhuis heel moeilijk. Ze koos ervoor mij de eerste weken niet aan te raken, juist omdat de kans groot was dat ik het niet zou halen. Als mama van een verslaafde baby die de eerste maanden van zijn leven moest afkicken, moet het niet makkelijk geweest zijn.  

Geen geheimen

Vragen zoals “Waarom lijk ik niet op u?” of “Ben ik geadopteerd?” heb ik thuis nooit gesteld omdat dat niet hoefde. Mijn mama heeft vanaf het begin alles heel open besproken waardoor ik nooit bijkomende vragen had over mijn verleden. Ik heb me nooit ‘anders’ gevoeld thuis. Dat komt misschien deels omdat mijn broer ook geadopteerd is. Hij werd in 1990 uit een weeshuis in Ecuador door mijn mama geadopteerd. We groeiden samen op goed beseffend dat we beide geadopteerd waren, zonder daar een minderwaardigheidscomplex aan vast te knopen. Alles werd thuis besproken zonder taboes, dat was echt een vuistregel bij ons.   

"Moet diejen bruinen ook meedoen?"

De eerste jaren van mijn schoolcarrière verliepen normaal. Pas op de middelbare school toen ik ongeveer 13 jaar was, kreeg ik te maken met pestgedrag. Ik zat op een atheneum toen ik voor de eerste keer ontdekte dat mijn bruine huidskleur toch gelijkstond aan ‘anders’ zijn. Uitspraken zoals “Moet diejen bruinen ook meedoen?” en “Allez, ’t is weer den bruine” werden steeds meer een realiteit. Zelfs bepaalde leerkrachten negeerden me of reageerden niet op mijn vragen. Ze gaven weleens opmerkingen over het feit dat mijn Nederlands al zo goed was en dat ik al veel wist voor iemand als mij. Terwijl die leerkrachten goed genoeg wisten dat ik hier geboren ben. Ik ging er toen niet tegen in omdat ik toen niet besefte over wat het ging. Ik verdedigde me niet omdat ik nooit geloofd heb dat ik mezelf zou moeten verdedigen om mijn huidskleur.  

"Ik wist dat ik geadopteerd, bruin en homo was."

Er kwam in die levensfase nog de ontdekking bij dat ik homoseksueel ben. Dat is thuis ook nooit een probleem geweest. Ik moest nooit uit de kast komen, ik kwam gewoon met mijn eerste vriendje thuis en dat was allemaal prima. Ergens had ik liever gehad dat mijn moeder me had gewaarschuwd voor de maatschappij. Niet iedereen accepteert iedereen. Daar ben ik zelf op de harde manier achter gekomen op mijn tweede middelbare school.  

Ik ben vanaf het tweede middelbaar naar een college in Antwerpen gegaan. Op die school vond ik echt mijn plek, ik moest ook wel mijn mannetje staan omdat ik wist dat ik geadopteerd, bruin en homo was. Toch werd ik daar meer gepakt op het feit dat ik homo was. Gelukkig had ik vrijwel meteen een hechte vriendengroep rond mij, iets wat onbewust wel in mijn voordeel speelde. Ik spreek perfect Nederlands, ik ben een Belg, ik ben goed in talen dus daar konden ze me niet op pakken.   

"Ik moet geen dankbaarheid tonen tegenover ‘de witte redder die een arm Afrikaans kind uit een negatieve omgeving plukt en een positief leven cadeau doet'."

Mensen hebben wel vaak de behoefte me eraan te herinneren hoe dankbaar ik moet zijn en hoeveel kansen ik dankzij mijn adoptie heb gekregen. Dan denk ik alleen maar fuck you. Ik moet niet dankbaar zijn, aangezien ik op het einde van de dag wel alles zelf heb gedaan en nog steeds doe. Natuurlijk ben ik mijn mama en mijn vrienden dankbaar omdat ze er voor me zijn. Maar dat is normale dankbaarheid die iedereen ervaart. Ik moet geen dankbaarheid tonen tegenover ‘de witte redder die een arm Afrikaans kind uit een negatieve omgeving plukt en een positief leven cadeau doet'. Als je me nu vraagt of het lever hier beter is dan wanneer ik in Angola was opgegroeid, heb ik daar geen antwoord op. Hoe kan ik dat ook weten?   

Ik twijfel er ten zeerste aan of de westerse wereld zo veel verder staat dan wat wij als derdewereldlanden benoemen. Hier is geen solidariteit. De coronacrisis heeft erg veel pijnpunten blootgelegd in het egoïsme dat ons door het kapitalistisch systeem is aangeleerd. Ik heb nooit geloofd in extremen, wel in combinaties van verschillende elementen. Door mijn adoptie werd ik vaak beschreven als een ‘gelukzak’. Daardoor durf ik veel kritischer kijken naar westerse landen, en dan vooral België. Door mijn adoptie kreeg ik een troef. Ik weet perfect waarrond ons land draait en wat België is. Ik kom hier niet als vreemde in een land, ook al geven mensen mij dat gevoel. Ik heb evenveel recht hier te zijn net zoals elke andere Belg. Dat heeft me vaak geholpen wanneer ik met racisten in contact kwam. Ik probeer de woede niet meer te laten zien, dat heeft toch geen nut bij kortzichtige mensen.  

"Ik zit al 24 jaar in één helft van mezelf, de andere helft wil ik ook kennen"
©Privécollectie Olivier William

Woede en verdriet heb ik wel een tijdje gevoeld tegenover mijn biologische moeder. Ik stelde vroeger heel veel vragen aan mijn adoptiemoeder. “Hoe zag ze eruit?”, “Lijkt die op mij?”. De interesse was er zeker, maar ik heb nooit de behoefte gehad haar op te zoeken. Veel mensen uit mijn indirecte omgeving vonden dat raar. Maar ik heb haar nooit gekend, zij heeft mij nooit gekend. We hebben geen herinneringen aan elkaar. Mijn adoptiemoeder is mijn moeder. Ik zou wel heel graag een foto van mijn biologische mama zien, maar jammer genoeg is dat geen optie. Angola zou ik graag eens bezoeken omdat ik benieuwd ben wat die ervaring met mijn psyche zou doen. Ik geloof dat je sowieso een bepaalde aarding voelt op de plek waar je roots ligt. Ik zit al 24 jaar in één helft van mezelf in België, de andere helft wil ik ook kennen.  

Als verslaafde geboren

Ook al zie ik mijn biologische moeder niet als mijn mama, toch heb ik heel wat eigenschappen en problemen van haar geërfd. Door haar verslavingsproblematiek ben ik zelf heel verslavingsgevoelig. Ik ben heel vroeg, op mijn 13 jaar, beginnen roken. Alcoholgebruik volgde daar snel op. Een jaar later kwam ik voor de eerste keer in aanraking met cocaïne. Gewoon om eens te proberen en door de drang naar iets. Ik stond er altijd voor open om middelen te proberen door die verslavingsgevoeligheid.  

Mijn arts herinnerde me er een aantal jaren geleden aan dat ik moet beseffen dat ik een ex-verslaafde ben. Door verslaafd geboren te worden, is er schade in mijn hersenen ontstaan. Toch gaf ik toe aan drugs. Ik was 19 jaar, net verhuisd naar Antwerpen-Centrum en ik had een appartement voor mij alleen. Toen is het enorm snel bergaf gegaan. Ik creëerde een losbandige levensstijl en ging door een break-up met mijn toenmalig lief. Die ervaring raakte me harder dan ik had gedacht, waardoor ik vluchtte in escapisme. De oplossing? Drugs. Even niet meer met de wereld en de realiteit bezig moeten zijn, de reden van veel drugsverslaafden. Voor mij was die stap nog toegankelijker omdat ik daarmee geboren ben.  

"Mijn dag begon met een glas pure wodka en twee lijnen coke"

Van mijn 21 tot mijn 22 jaar leefde ik bijna volledig op drugs. Ik werkte fulltime in de horeca, waar alcohol en drugs voor het grijpen lagen. Alcohol begon ik te drinken wanneer ik coke had gebruikt omdat cocaïne ervoor zorgt dat alcohol minder effect heeft, maar me wel verdooft. Het werd zelfs zo erg dat meteen na het opstaan mijn dag begon met een glas pure wodka en twee lijnen coke. Ik maakte mezelf wijs dat dat ervoor zorgde dat ik kon functioneren. Zonder zou ik mijn dag niet kunnen starten.  

In diezelfde periode, eind juni 2018, pleegde mijn nieuwe vriend zelfmoord. Toen was voor mij het hek echt van de dam. Het interesseerde me niet meer hoe slecht ik bezig was, ik wou zo verder doen tot ik niet meer wakker werd. Die gebeurtenis maakte enorm veel los. Leven en dood waren voor mij altijd banale zaken. Ik begon steeds meer aan mijn biologische moeder te denken en aan de abortuspil die ze tijdens de zwangerschap innam. Ik moest hier in de eerste plaats niet eens zijn. Mijn biologische moeder wou niet eens dat ik leefde. Waarom ben ik hier?   

"Waarom ben ik hier?"
©Pauline Martens

Doordat ik nooit het gevoel had mijn verleden te moeten verwerken, kwamen die vragen na die gebeurtenis ineens wel naar boven. Ik zat volledig opgesloten in die negatieve gedachtes waardoor het leven- en doodvraagstuk heel duister werd. Het boeide me eigenlijk niet meer. Ik snoof ongeveer 7 gram per week, wat neerkomt op 1400 euro per maand. Ik woog uiteindelijk nog maar 58 kilo, terwijl ik 1m86 ben.  

In september 2018 belandde ik in het ziekenhuis door een overdosis cocaïne, XTC,  alcohol en pijnstillers. Het was echt de bedoeling hier niet meer te zijn. Twee vriendinnen van mij hebben me gevonden en de ambulance gebeld. Ik denk dat de voornaamste redenen van die zelfmoordpoging te maken hadden met mijn gevoelens rond mijn biologische herkomst. Doordat ik nooit vragen stelde rond mijn verleden en adoptie, sloeg het dubbel en dik terug in mijn gezicht toen ik in die negatieve spiraal zat. Ik doe er toch niet toe als zelfs mijn biologische moeder mij al niet wilt. Voor wie moet ik hier dan zijn? Terwijl ik weet dat ik genoeg liefdevolle mensen rond mij heb. Ik heb mijn adoptiemoeder zo veel pijn gedaan door een einde te willen maken aan het leven dat zij mij heeft geschonken.  

Na overdosis in therapie

Na de overdosis ben ik terug in therapie gegaan omdat het duidelijk was dat die vraagstukken rond mijn adoptie toch een weg zochten in mijn leven. Ik moest dat verwerken. Het was duidelijk dat er veel meer aan de hand was, daarom werd ik doorverwezen naar een psychiater. Hij kon me vertellen dat ik manisch depressief ben en borderline heb. Die feiten kwamen niet binnen als een verrassing. Ik heb al sinds mijn 7 jaar ups & downs. Naarmate ik ouder werd, had ik wel genoeg zelfreflectie om te weten wanneer er een up en een down aankwam.   

In die periode verplichtte mijn mama me terug thuis te komen wonen en af te kicken. Dat ging niet al te vlot, maar ze heeft nooit de hoop opgegeven. Als ik het financiële vangnet en de steun van mijn familie en vrienden niet had op dat moment had ik 100% op straat geleefd. Drugs was voor de overdosis zo een immense factor in mijn leven geworden, waardoor ik andere belangrijke zaken uit het oog verloor. Sommige rekeningen werden te laat betaald en voedsel was bijvoorbeeld geen echte prioriteit.  

Identiteitscrisis

Na dat dieptepunt begreep ik dat ik echt in een identiteitscrisis zat. De adoptie heeft wél iets met mij gedaan. Ik moet daar wél aandacht aan geven en verwerken. Maar omdat vroeger in ons huishouden op alles zo open en eerlijk gereageerd werd heb ik dat veel te lang uitgesteld. Juist omdat ik niets in vraag stelde en niet het gevoel had dat ik iets moest verwerken. Terwijl ik nu weet dat ik dat juist wel had moeten doen. Ik had moeten stilstaan bij hoe ik me erbij voelde, hoe het mij als persoon beïnvloed heeft, wat die adoptie met mijn identiteit te maken heeft. Dat waren vragen die ik niet aftoetste omdat ik me niet anders voelde. Het is ook niet de bedoeling me anders te voelen, maar wel om te weten wie ik ben.   

"Het is belangrijk dat mijn rugzak mij niet begint te dragen"

 Nu, drie jaar nadat ik volledig gecrasht ben, heb ik tijd genomen alles in perspectief te plaatsen. Mijn ups & downs en mijn manische depressiviteit heb ik van mijn biologische moeder geërfd. Net zoals die gevaarlijke verslavingsdrang. Die combinatie is enorm toxisch. Maar er zijn niet enkel negatieve zaken aan verbonden. Ik sta veel meer in het leven met het idee dat je bent wie je bent, en pas vanaf je weet wie je bent en dat aanvaardt, dan pas kan je aan jezelf werken. Dat doe ik nu nog steeds, ik zit al jaren in therapie.  

Wat ik heb meegemaakt en de invloed van het leven van mijn biologische moeder is niet wat of wie ik ben. Dat is enkel een onderdeel van mij, mijn rugzak die ik meedraag. Die draag ik ook bewust mee, maar het is belangrijk dat die rugzak mij niet begint te dragen. Dat besef heb ik nu na dat enorme dieptepunt. Door die inzichten ga ik nu veel sneller naar mijn gezin als ik met iets zit, terwijl ik tijdens mijn verslaving liever drie dagen op de dool ging op zoek naar drugs en afleiding.   

Ik heb een heel lange weg afgelegd, en ben zeker nog niet op het einde. Maar ik leerde enorm veel uit mijn adoptie, de verslaving, de zelfmoord van mijn vriend en mijn eigen overdosis. Ik heb ook altijd gezegd dat ik later zelf kinderen wil adopteren. Dat wist ik al voor ik wist dat ik op mannen viel. Omdat ik zelf geadopteerd ben, en in zo een liefdevol nest terecht gekomen ben wil ik dat ook voor andere kinderen doen. Er zijn zoveel kinderen die iemand nodig hebben. Omdat ik zelf zo een kind was, wil ik dat proces verder zetten. Een kind dat je opvoedt, is je eigen kind.”  

vorige volgende