Een breed glimlachende man met cowboyhoed heet me welkom in Castrum Peregrini, een statig herenhuis aan de Herengracht in Amsterdam. In de Tweede Wereldoorlog was het een veilige haven waar vriendschap en kunst het oorlogsleven dragelijker maakten. Vandaag, 70 jaar later, is fotograaf Issa Touma er te gast met verhalen uit het oorlogsgebied waarover de wereld blijft struikelen. “Met mijn Europese tournee wil ik het ware gezicht van het Syrische wespennest tonen”, zegt hij. En daarvoor gebruikt hij zijn kunst als wapen. “Kunst heeft de troeven om oorlog om te vormen tot vrede.”
Vijf jaar duurt het Syrische conflict ondertussen. Fotograaf Touma verliet de eerste drie jaar van de oorlog zijn geliefde Aleppo nooit. “Vanaf het moment dat je enkele maanden uit oorlogsgebied bent, kun je de realiteit ervan niet meer vatten.” Daarom keert hij ook altijd terug. Maar de dagelijkse realiteit in Aleppo is angstaanjagend. “Wat er gebeurt, is tragisch. Elke dag vallen er doden en wij die overleven zijn afgesneden van elementaire behoeften: in de zomer geen water, in de winter geen olie en dagelijks geen elektriciteit. Toch heb ik het gevoel dat we, ondanks deze ontberingen, worden doodgezwegen. Soms lijkt het wel een samenzwering maar achter dat stilzwijgen sterven mensen en nog belangrijker achter dat stilzwijgen proberen 1,5 miljoen mensen een normaal leven te leiden.”
Kunst als verzet
Issa Touma opende zijn galerij 23 jaar geleden onder de naam Black & White photo gallery in West-Aleppo. “Ik wilde een artistieke en intellectuele vrijplaats zijn, maar het is pas door deze oorlog dat ik echt besef hoe belangrijk zo’n vrijplaats wel niet is.” Touma probeert met zijn galerij, die vandaag Le Pont heet, Zwitserland te zijn. “Hoewel mijn galerij in regeringsgebied ligt, is iedereen welkom: soenniet, aleviet, sjiiet, christen, opposant, regeringsliefhebber. West-Aleppo is een mix van verschillende etnische groepen en religies. Daarom moet de stad gehoord en gered worden.”
Al snel wordt duidelijk dat kunst niet zomaar een betekenisloze druppel op een hete plaat is voor de fotograaf. Hij ziet het als een ware act van verzet. Daarom wil hij zijn galerij, de enige in heel Syrië die nog open is, hoe dan ook openhouden. “We maken samen kunst en doorheen die kunst proberen wij de wonden die de oorlog sloeg dicht te rijten om op die manier vrede te vinden. Het is de kunst die ons samenbrengt en dat samenzijn helpt ons te overleven. Je mag immers niet vergeten dat niet iedereen met de oorlog kan omgaan. De vluchtelingencrisis waar jullie vandaag mee geconfronteerd worden, toont dat kristalhelder. Stop de oorlog! Aleppo is geen spookstad, Syrië geen spookland. Mensen zullen terugkeren. Als het Westen de oorlog stopt, stopt ook het vluchtelingenprobleem.”
Oorlogsnomade
Een klaarblijkelijk simpele boodschap waarvoor de wereld volgens Touma doofstom blijft. De fotograaf kroop daarom uit de cocon van de oorlog en trok naar Europa om met zijn tentoonstelling en lezingen feiten van fictie te onderscheiden. “Mijn ervaring van de oorlog rechtvaardigt mijn spreken. Van in het begin was er, zoals in elke oorlog, een kennisvlucht. Het vertrek van onze intellectuelen en kunstenaars werd erg gestimuleerd door het regime van president Assad en heeft ervoor gezorgd dat er nooit sprake van een oppositie was. Tijdens de eerste negen dagen van de oorlog zag ik dan ook vanuit mijn appartementsraam hoe de oorlog gekaapt werd door islamitische fanatiekelingen.”
Touma is bikkelhard voor de intellectuelen en de kunstenaars die Syrië achter zich lieten. “Ik geef hen de schuld van de escalatie van de oorlog, ja! Het is de plicht van kunstenaars en intellectuelen om de juiste vragen te stellen zodat er duidelijkheid ontstaat over het wespennest dat Syrië geworden is. Dit moeten ze doen vanuit Syrië en niet vanuit het veilige Westen. Wat zijn we met al die boeken en tentoonstellingen die de afgelopen jaren door de (zelf)verbannen Syrische intellectuele klasse geproduceerd werden? Wat hebben de mensen in Syrië eraan? De meeste kunstenaars en intellectuelen zijn niet meer dan posterlievelingen van Westerse politici. Ze zijn niet onze helden! Terwijl zij vrijheidsliederen vanuit Brussel, Parijs en Londen zingen, zitten wij gevangen tussen de pest en de cholera, tussen Assad en Allah.”
Syrië heeft met de kennisvlucht zijn geëngageerde kunst verloren. “Ik kan niemand verwijten dat ze extremist werden, bij IS of aan regeringskant. Er was gewoon geen andere stem”, meent de kunstenaar.
Verantwoordelijkheid
En toch noemt ook Touma zichzelf geen held. “Dat we hier nog steeds leven maakt van ons geen helden. We zijn overlevers, je zou ons experts van de oorlog kunnen noemen. Het feit dat we hier nog zijn, dat onze stem blijft klinken en dat Aleppo een stad is met kindercrèches, scholen en universiteiten bezorgt Westerse politici schaamrood op de wangen.”
Volgens de fotograaf heeft het Westen nog een kans om Syrië te redden, om de verantwoordelijkheid op te nemen die ze eigenlijk al vijf jaar geleden had moeten opnemen. “Het Westen weet heel goed waar de wortels van het kwaad liggen. Vooral Frankrijk en Groot-Brittannië spelen een kwalijke rol. Zij steunen nog altijd het Vrije Syrische Leger terwijl dit niet bestaat en nooit bestaan heeft. Toen Westerse politici in 2012 de vrijheidsstrijders op de Turks-Syrische grens gingen toespreken, spraken ze toekomstige IS-strijders toe. Als ze nu de grens met Turkije, de levensader van IS, sluiten heb ik nog hoop dat dit conflict zal eindigen. Doen ze dat niet, dan zal IS zeer machtig worden maar niet zo machtig als in het Westen wordt voorgesteld. Het gebied dat IS controleert, is vlak. Ze hebben niet veel schuilplaatsen. Bombarderen is dus effectief maar enkel het sluiten van de noordgrens is al voldoende om het IS- kalifaat te laten uitsterven.”
Internet
Touma schiet niet alleen met scherp op politici. Ook de media krijgen ervan langs. “Als je de media zou geloven, zit IS achter elke deur in Europa. Dat is gewoonweg absurd! IS kan niet groter worden dan nu. Hoewel men nu 17 in plaats van 2 uur nodig heeft om van Aleppo naar Raqqa, de hoofdstad van het IS-kalifaat, te gaan, is reizen nog steeds mogelijk voor iedereen behalve voor christenen. Allen die er waren, vertellen dat het IS-kalifaat niet meer of minder dan een mini-Hollywoodproductie is. Terwijl Aleppo al zes maanden geen internet heeft, maakt IS gebruik van de snelste internetverbinding waarlangs ze hun ideologie propaganderen aan de hand van uitgekiende filmpjes met blinkende wagens en wapperende zwarte vlaggen die resistent lijken tegen de stoffige woestijnomgeving. De media neemt deze filmpjes over maar ze moeten stoppen met een eenzijdig beeld te schetsen over IS en stoppen met te spreken over het Vrije Syrische Leger. Zolang ze dat niet doen, zal de Syrische oorlogsblockbuster blijven spelen.”
Frisse blik
Touma hoopt vurig dat we het Syrische conflict met andere ogen gaan bekijken. Ogen die hun blik niet alleen op de talloze dodelijke slachtoffers richten maar ook en vooral op de mensen die in het oorlogsgebied leven. “Wij zijn de mensen die elke seconde van iedere dag lijden. We verliezen ons geld, onze huizen, zelfs onze herinneringen”, zegt de kunstenaar die steeds weer terugkeert naar zijn heimat.
Bang is hij al lang niet meer. “Een mens went snel aan dingen, zelfs aan de beestachtigheid van de oorlog. Mensen vragen mij vaak hoe ik nog altijd kan lachen. Wel, als je een vriend voor je eigen ogen ziet sterven en je kunt hem niet helpen dan besef je hoe kostbaar dit leven is. Ik blijf dus lachen omdat ik het leven wil laten zegenvieren. De oorlog is geen winnaar.”
Dood is dood
De 1,5 miljoen mensen die nog steeds in Aleppo wonen, hebben volgens de fotograaf behoefte aan en recht op deze roze bril. “Dit is wat politici en media moeten beseffen. Ze moeten de levende mensen beschermen. Stop met over de doden te praten. Hoe hartverscheurend ook, hun lot kunnen we niet meer veranderen. Dood is dood.”
In tegenstelling tot wat de oneindige stroom aan vluchtelingen ons doet denken, is er ook nog leven in Syrië. “Het is niet makkelijk en ook niet slim om in oorlogsgebied te blijven leven”, zegt de fotograaf. “Maar wat mij en de meeste anderen daar houdt, is niet zozeer de onmogelijkheid om te vluchten - wat ook een reden is- maar wel de kapotgeschoten herinneringen, de straat waar je werkt(e), het park waar je dagelijks doorwandelde, je thuis.”
Smeekbede
Touma maant het Westen aan om de smeekbede van Syriërs om geen dode nummers te zijn te verhoren. “Kijk, het Westen kan de oorlog, bij wijze van spreken, in een seconde stoppen. Kiezen jullie ervoor om dat niet te doen, zal het leven toch blijven doorgaan hoe hard het ook is. Toen ik vorige keer naar Aleppo terugkeerde, zat de bus vol met mensen zoals ik. Mensen die hun leven willen blijven leven in een belegerde stad. Eigenlijk tart dat elke verbeelding. Laat mij het verhaal vertellen van een moeder en haar twee dochters die ook in de bus zaten. Misschien snap je dan waarom de oorlog geen winnaar is. Ze waren onderweg van Milaan. Hoewel ze ook de Italiaanse nationaliteit hebben, willen de dochters koste wat het kost hun universitaire studies in Aleppo afmaken, de stad waar hun familie vandaan komt. Zie je? Het leven is overwinnaar in deze oorlog. Om het leven overwinnaar te laten blijven, is het belangrijk dat het Westen nu ingrijpt voor Aleppo valt. Als dat gebeurt, is er geen weg terug.”
Met zijn kunst en cowboyhoed predikt Touma deze boodschap nu op alle plaatsen waar hij komt. “Ik begrijp nog altijd niet hoe de oorlog begonnen is, maar mensen moeten weten dat ze kunnen terugkeren. Dat zou natuurlijk iets makkelijker zijn als het Westen de oorlog stopt”, knipoogt hij wanneer ik het pand verlaat dat in de Tweede Wereldoorlog een veilige levenshaven te midden van alle dood was.
'Women we have not lost yet' vertelt de verhalen van de mensen die tijdens de crisis in Syrië woonden. Op 26 april 2015 kondigde de radicale islamitische oppositie de ‘Grote aanval’ op Aleppo aan. Jonge mensen uit verschillende etnische groepen en religies, voormalige deelnemers van het kunstenaarscollectief Art Camping, verzamelden in Le Pont galerij. In dit artistieke en intellectuele toevluchtsoord, opgericht door fotograaf en organisator Issa Touma, konden ze troost bij elkaar vinden. De gevechten duurden een hele week. Opgesloten en bang deelde een groep vrouwen hun hoop en vrees. Gekleed in hun normale kleding - door henzelf en niet door de autoriteiten gekozen - besloten ze om een foto-sessie te houden, als een soort van afscheidsboodschap.
© 2015 - StampMedia – Chloë Carlens
Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - online op 17/12/2015