De Gentse Feesten zijn strak geregisseerd, maar er is altijd ruimte voor improvisatie. Jeroen Baert treedt met de Belgische Improvisatie Liga op tijdens de Feesten. Hij is daarnaast ook stand-upcomedian én wetenschapper. “Ik ben al zoveel keren afgegaan.”

De komende tien dagen staan de Gentse straten in het teken van amusement. Muzikanten op grote podia, kinderstoeten, een boot waar je alleen maar kan lachen: er is voor elk wat wils. Er is ook ruimte voor improvisatietheater. Jeroen Baert (27) is één van de artiesten die op de Feesten enkele malen optreedt met de  improvisatietheatergroep BIL (Belgische Improvisatie Liga).

Je staat met 'Lavage Total' voor de eerste keer op de Gentse feesten. Wat mogen we verwachten? Of weet je dat zelf niet?

Jeroen Baert: Het is improvisatietheater, dus de inhoud weet niemand. We staan hier met een voorstelling die longform is. Het zijn dus lange verhalen, die in elkaar geweven worden. Dat kan grappig zijn, maar even goed treurig.

Er is de eeuwige discussie rond improvisatie: is er echt niks ingestudeerd?

Baert: Neen, niets. Ik zou dat waarschijnlijk zelfs niet kùnnen spelen.

Mensen reageren natuurlijk wel allemaal anders op bepaalde moppen...

Baert: Ik vind het net leuk om daarmee te spelen. Sommige dingen zijn persoonlijk en floepen er vlot uit, maar ik kan even goed verzonnen verhaaltjes vertellen. Soms zie je mensen dan wel denken: “Zou die nu echt  ‘s nachts op eenden jagen?”

Je bent ook stand-upcomedian. Heb je bepaalde dingen nodig uit het improtheater om een goede goeie stand-upcomedian te zijn of omgekeerd?

Baert: Ikzelf ben begonnen in het improvisatietheater. Daar heb ik leren op een podium staan, van groot belang bij stand-upcomedy: de naam zegt het zelf. Ik wou dat dus gewoon eens proberen.

Wat ik in het begin een beetje vervelend vond, was dat ik steeds hetzelfde moest zeggen. Ik bereidde een stuk voor en dat moest ik dan opnieuw brengen – iets wat bij improvisatietheater zelden of nooit voorvalt. Ik heb evenwel geleerd dat ik dingen kan veranderen, afhankelijk van de reactie en interactie van het publiek. Die flexibiliteit van het improvisatietheater is dus wel handig bij stand-up.

Zijn er al eens momenten geweest waarbij je dacht: ‘Dat heb ik echt niet goed gedaan’?  

Baert: Oh ja, ik ben al zoveel keren afgegaan (lacht).  Ik besef op dat moment ook dat ik die mensen nooit meer zal zien. Achteraf probeer ik het gewoon zo snel mogelijk te vergeten.

Je leert dan ook te schrappen: ik heb me laten vertellen dat jij vroeger ‘verkrachtingstips’ in je show stak.

Baert: Ja, en er was een duidelijke reden waarom ik die sketch er ook heb uitgehaald. Ik had de verkrachtingstips gebracht in een jeugdhuis in Genk, op aanraden van iemand - ik ga zijn naam niet noemen. Die zei me echter dat het publiek dat erg amusant ging vinden. Bon, ik had natuurlijk beter moeten weten, want sommige mensen uit het publiek werden echt boos. Nadien bleek dat er een tijdje geleden een meisje uit datzelfde jeugdhuis verkracht was. Nu vind ik dat je met alles moet kunnen lachen, maar daar is uiteraard ook altijd een tijd en een plaats voor. Dat was toen zeker niet het geval.

Je komt vaak scherp uit de hoek. Heb je al veel last gehad van boze mensen?

Baert: Als ik iets doe, ga ik er altijd zo over dat mensen normaal gezien wel weten dat ik het allemaal niet meen. Als mensen het zo serieus nemen, dan is dat een spijtige zaak.

Terwijl je heel serieus kan zijn: je bent doctoraatsstudent in de groep Computer Graphics aan de KU Leuven.  Wetenschap en comedy: hoe valt dat te verzoenen?

Baert: Wel, simpel: overdag ga ik naar school en ‘s avonds maak ik grapjes. (enthousiast) Er bestaat daarvoor zelfs een platform. In Science Slams gaan onderzoekers hun onderzoeken op een grappige manier voorstellen. Die heb ik ook al gepresenteerd: FameLab, YouReca,... Enorm leuk, want dan mag je mopjes maken bij een hele groep wetenschappers.

Die combinatie vind ik, als burgerlijk ingenieur, echt tof. Noem me gerust de Lieven Scheire van den Aldi. Ik ben minstens even grappig, maar uiteraard een pak goedkoper! Grapje, Lieven.

Net als Lieven Scheire blink jij uit in nutteloze weetjes. Heb je een favoriet?

Baert: Tgoh. Ik weet énorm veel nutteloze shit, maar ik vertel graag over het prachtige dier genaamd wombat, een Australisch zoogdier. Dat beest kan kubusvormige strontjes maken! Wombats zijn namelijk blind, dus moeten ze hun weg terugvinden naar hun nest via hun uitwerpselen. De dieren leven in een omgeving waarin grote platte stenen aanwezig zijn, zoals in een woestijngebied. De poep is dus kubusvormig geworden, evolutionair gezien, zodat die niet kunnen wegrollen.

(op dreef) Trouwens: de aboriginals gebruiken de uitwerpselen van de wombat als dobbelstenen. Echt waar!

je gooit al die weetjes ook vaak op Twitter. Is dat een goed try-outplatform?

Baert: Twitter is een speeltuin waar ik alles kan uit proberen. Ik probeer kleine scènes in tweets te posten. Alles dat ik maar een beetje grappig vind, gooi ik op Twitter. Er is geen filter.

Je durft daar ook wel harde mediakritiek geven. Waarom maak je de voorpagina van Het Laatste Nieuws "beter"?

Baert: Bepaalde kranten hebben me echt op de kast gejaagd met hun sensationele voorpagina’s. Journalisten zeggen dan dat ze dat doen omdat mensen de sensatietitiels als eerste willen kopen. Okee dan, discussie afgelopen.

Je maakt ook cartoons…

Baert: (onderbreekt) Cartoons is een groot woord. Het zijn meer Gat van de wereldachtige montages, onder meer voor het Leuvense studentenblad Veto.

Ik ben Jeroom van den Aldi. Ik ben eigenlijk àlles van de Aldi.

Slotvraag:  zouden we een selfie met jou mogen nemen? Uit je tweets leid ik af dat je dat heel leuk vindt.

(windt zich op) Ik HAAT selfies. Maar kom, ik zie het volledig zitten! Laat het echter duidelijk zijn dat ik verplicht word!

selfiejeroen450

© 2015 – StampMedia / Mediaraven – tekst: Leen Moens, foto: Milou Verstappen