Naar aanleiding van het Samusocialschandaal dat vorige zomer aan het licht kwam, zitten veel mensen met vragen rond het Brussels beleid. Ook de Brusselse fractieleider, Johan Van den Driessche (N-VA), vindt dat het zo niet verder kan. Hij wil graag meer transparantie.
De stad Brussel en het Gewest werken samen met heel wat vzw’s. Niemand heeft een duidelijk zicht op die samenwerking. Is er een gebrek aan transparantie?
“Transparantie is zeker een groot probleem in Brussel. De stad en het Gewest Brussel werken met enorm veel vzw’s samen. Hoeveel het er precies zijn is moeilijk te zeggen en ook daaruit blijkt dat er een gebrek aan transparantie is. Brusselse gemeenteraadsleden en parlementsleden hebben geen toegang tot de documenten van al die vzw’s, terwijl dat wel het geval is in Vlaanderen. Dat wil dus zeggen dat al die Brusselse vzw’s blackboxen zijn: ze krijgen subsidies en verder weet niemand wat er binnenin gebeurt. Enkel het stadsbestuur, de Brusselse regering en leden van de oppositie, die mee zetelen in de organisatie, zijn op de hoogte.
Hoe los je dat op?
“De oplossing is volgens mij een aanpassing van de ordonnantie van openbaarheid van bestuur, waardoor gemeenteraadsleden en parlementsleden inzage hebben in alle documenten van die vzw’s. Op die manier kunnen wij ons werk doen als oppositie en de machthebbers in Brussel controleren. Zo is er meer transparantie en kunnen we Brussel terug gezond maken.”
Waarom is dat nog altijd niet gebeurd?
“Dat vraag ik mij ook dikwijls af (lacht). De Brusselse regering heeft toegezegd om die ordonnantie aan te passen, maar we wachten daar al meer dan een jaar op. De Brusselse regering neemt nog steeds geen initiatief. Dat is jammer, want de schandalen stapelen zich op.”
Waarom neemt u zelf geen initiatief om het aan te passen?
“Wij zitten met N-VA in de oppositie in Brussel. Iedereen weet dat het als oppositiepartij niet evident is een ordonnantie voor te stellen, zeker wanneer het gaat om politiek gevoelige materie. Dat heeft weinig zin. Maar we hebben wel voorstellen gedaan voor meer transparantie. Vorige zomer toen voormalig Brussels burgemeester Yvan Mayeur (PS) moest aftreden door de problemen met Samusocial, zei de nieuwe burgemeester Philippe Close (PS) dat hij meer transparantie wilde in Brussel. Op dat moment heb ik zes resoluties ingediend om zes vzw’s (waaronder GIAL, De Brusselse Keukens, Brussels Expo, OCMW Brussel en Brussels Major Events) door te lichten. Maar de PS ging daar niet mee akkoord.”
Waarom juist die zes vzw’s?
“Ik had een sterk vermoeden dat daar de meeste problemen waren. Ik stelde voor om een stuurgroep op te richten waarin elke partij een vertegenwoordiger heeft, met als taak de doorlichting van die zes vzw’s te coördineren. Die stuurgroep zou bepalen wat en welke periode onderzocht moest worden. Veel van mijn collega’s wilden alle vzw’s doorlichten, maar we hebben het dan over meer dan honderd organisaties. Dat zou een enorm groot dossier worden en niemand zou de bomen door het bos nog zien.”
In Le Vif stond dat de stad Brussel een interne audit heeft gedaan. Was dat een verrassing voor u?
“Jazeker, want het toont aan dat Philippe Close gewoon verder bestuurt zoals zijn voorganger. Hij is helemaal niet voor meer transparantie, anders zou hij die doorlichting publiek hebben gemaakt. Maar hij houdt dat bewust binnenskamers, om het wanbestuur van de PS toe te dekken. Daarbij vind ik die audit veel te beperkt, want er is maar één jaar van de werkzaamheden van die vzw’s onderzocht. Dat is veel te weinig. Ze hadden alle geldstromen in kaart moeten brengen en minstens vier jaar moeten onderzoeken.”
Uit heel die GIAL-affaire blijkt dat een gewezen directielid achttien jaar lang duizend euro per dag verdiende. Wat vindt u daarvan?
“Dat heeft het meest aandacht gekregen, maar ik ga niet huilen met de wolven in het bos. Iedereen zegt dat die persoon te veel verdiende en ik kan daarin volgen, maar het grote probleem is de gevoerde politiek van de PS. Ze geven iemand een contract als zelfstandige voor korte duur en vervolgens geven ze die persoon aan dezelfde loonvoorwaarden een contract voor onbepaalde duur. Dat klopt niet, want lange termijncontracten negotieer je voor een lagere prijs. Ik heb trouwens gevraagd om het contract en de jobomschrijving in te kijken, maar weer werkt de PS tegen.”
Brussels schepen, Karine Lalieux (PS), zei dat het loon van dat voormalig directielid marktconform is. Klopt dit volgens u?
“Ze heeft dat in de gemeenteraad ook gezegd, waarna ik vroeg hoe ze dat kon weten. Er is maar één manier om daarachter te komen en dat is een beroep doen op de markt. En dat heeft ze niet gedaan. Daarbij, de huidige directeur van GIAL zei zelf dat het loon veel te hoog was. Ik ben eerder geneigd om haar te geloven dan de schepen (lacht). Ik vind dat het DNA van de PS gewoon fout zit: achterkamer- en vriendjespolitiek, laxisme en favoritisme. Ik veronderstel dat elke politicus van de PS na tientallen jaren wel iets weet van wat er speelt bij collega’s en dat houdt hun systeem wel in evenwicht.”
“Het kan niet anders dan dat Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) bijvoorbeeld al héél lang wist dat er problemen waren bij Samusocial. Enkel bracht men dat niet naar buiten. Het schandaal is volgens mij bekend geraakt omdat de relatie met oud-burgmeester Yvan Mayeur zo verstoord geraakt is, dat hij uiteindelijk zijn steun heeft opgezegd met het domino-effect van dien. Verschillende kopstukken van de Brusselse PS zeggen nu dat ze dat willen veranderen, maar ik ben niet overtuigd dat dit gemeend is. Kijk maar naar hoe men de audit van Gial heeft aangepakt.”
De Vlaamse partijen die mee besturen in Brussel wisten wat er zich afspeelde bij GIAL. Kun je dan zeggen dat het enkel de verantwoordelijkheid is van de PS?
“De PS is het meest verantwoordelijk, want zij bestuurt al decennialang het Brussels Gewest en de stad. Zij zijn ook het meest dominant in beide coalities, waardoor zij steeds de lakens uitdelen. Daarbij zijn het meestal PS-politici die in die Brusselse schandalen betrokken zijn . Het klopt wel dat sommige Vlaamse partijen daarvan op de hoogte geweest moeten zijn, waardoor zij ook boter op hun hoofd hebben. Je zou het schuldig verzuim kunnen noemen, maar het heeft vooral te maken met normvervaging. De partijen die Brussel besturen realiseren zich na een tijd niet meer dat ze in de fout gaan.”
En uw partij profiteert van die verdeeldheid en al die schandalen?
“Ja, dat kun je niet ontkennen, want het heeft voor heel wat beroering gezorgd bij de Brusselaars. Ik krijg enorm veel mails van bezorgde Nederlands- en Franstalige Brusselaars, die vinden dat het zo niet verder kan. Dat is toch een groot verschil met vijf jaar geleden, toen we nauwelijks steun hadden van Franstaligen. Zij zien nu in dat de N-VA een partij is met oplossingen voor Brussel. Anderzijds bloedt mijn hart als Brusselaar, want die schandalen doen geen goed aan het imago van Brussel.”
Nochtans: Guy Van Hengel (Open VLD) beweert dat uw partij tegen Brussel is. De N-VA houdt bijvoorbeeld onderwijshervormingen tegen in Brussel. Klopt dat?
“We zijn helemaal niet tegen Brussel, maar tegen de politici die een slechte Brusselse politiek voeren. Trouwens wij zijn Brusselaars, waarom zouden wij tegen onze stad of ons gewest zijn? Dat kan toch niet. Maar het klopt dat we tegen het tweetalig onderwijs zijn, omdat die hervorming in het nadeel is van het Nederlandstalig onderwijs. Iedereen is het erover eens dat de kwaliteit van het Nederlandstalige onderwijs goed is.”
“Vele Franstalige ouders schrijven hun kinderen in een Nederlandstalige school in, zodat hun kinderen goed twee- of drietalig worden. Dat lukt perfect. Het probleem is de gemiddelde kwaliteit van het Franstalige onderwijs in Brussel dat slecht is. Ze slagen er vrijwel niet in twee- laat staan drietaligen af te leveren. Tweetalig onderwijs is niet de oplossing. De oplossing moet komen van de Franstalige gemeenschap, die moet een onderwijshervorming doorvoeren met betere eindtermen, meer middelen en een reorganisatie van de structuur van het Franstalig onderwijs.”
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 29/03/2018