© Sara Claessens

Het socialezekerheidsstelsel in België is voor heel wat mensen een ingewikkeld iets. Wil je tijdskrediet aanvragen, dan ben je al gauw enkele dagen zoet met het uitdokteren van de administratieve procedure, zelfs al ben je ingewijd in het bedrijfsleven. Hoe is het dan gesteld met de kennis van een 18-jarige schoolverlater? Twee leerkrachten vertellen.  

In het technisch en beroepsonderwijs is sociale zekerheid ingebed in het curriculum. Binnen het technisch onderwijs wordt het thema gedeeltelijk behandeld in de studierichting Ondernemen & IT, terwijl het beroepsonderwijs sociale zekerheid projectmatig benadert met praktische vakken als PAV (Project Algemene Vakken). Het ASO hinkt achterop. Het thema wordt wel aangeraakt in economische richtingen en in de humane wetenschappen, maar een praktische invulling blijft vooralsnog uit.  

Op bezoek bij de notaris

© Sara Claessens

Veerle Vehent geeft les over ondernemen in het technisch en beroepsonderwijs in het KOHa Sint-Jozef in Hamme. “In mijn lessen probeer ik de leerlingen ook een situatie voor te leggen waarin ze geen onderneming starten, maar bij een werkgever in dienst treden, en een link te leggen naar hun persoonlijk leven. Wat als je hond de buurman bijt? Wie betaalt dat? Als ze achttien zijn, willen ze met de auto rijden en komen ze in aanraking met burgerlijke aansprakelijkheid. Op dergelijke manieren wek ik hun interesse voor verzekeringen.” 

“Aanvullend nodig ik een advocaat uit die het juridisch parcours toelicht. Soms gaan we ook naar de politierechtbank of bezoek ik een notaris met hen. De leerlingen vragen zich namelijk af waarom je een notaris nodig hebt: voor huwelijkscontracten bijvoorbeeld. Ik zou het ook helemaal anders kunnen aanpakken, door ze een onderneming te laten opstarten en louter te focussen op boekhouding. Maar ik probeer hen dingen mee te geven waarvan ik denk dat ze belangrijk zijn.”  

Nood aan discussie

© Heleen Buysse

In het ASO wordt sociale zekerheid enkel in economische richtingen en in de humane wetenschappen beperkt behandeld. Geert De Lathouwer is leerkracht in de humane wetenschappen aan het Oscar Romerocollege in Dendermonde. “In het vak Cultuurwetenschappen heb ik het over de rol van de overheid in het sociaal-economisch proces en over de geschiedenis van politieke partijen. Daarin wordt ook de sociale zekerheid beperkt besproken, meer bepaald de evolutie ervan: de opkomst van de socialistische partij na de Tweede Wereldoorlog en de nood aan een socialezekerheidsstelsel om een opmars van extreemrechts in Europa te voorkomen. Ik belicht ook de problemen waarmee de sociale zekerheid te kampen kreeg in de jaren 70 en 80 in de veranderende samenleving en stel daarbij kritische vragen over de nood om het systeem op een andere manier te organiseren.”

“Als de sociale zekerheid prominent in de actualiteit is geweest – in de vorm van een grote vakbondsactie bijvoorbeeld - dan bespreek ik dat ook in mijn lessen. Die sociale zekerheid ligt nog ver buiten de leefwereld van de leerlingen, of dat denken ze tenminste. Dus vind ik het belangrijk om hen te enthousiasmeren. Ik organiseer discussies waarin de noodzaak van een vangnet duidelijk wordt. Die gaan dan over de instroom van minderheden in het arbeidsproces, de financiering van de rusthuizen, de noodzaak van pensioenen en hoe ze betaald worden: moet je dat via de private weg doen of via de overheid? We hebben het ook vaak over de Verenigde Staten en het systeem dat daar minder sterk is uitgebouwd. Op die manier groeit het besef bij de leerlingen dat er nood is aan een sterke overheid en dat die sociale zekerheid toch wel interessant is.” 

“Dat is dan mijn persoonlijke invulling binnen Cultuurwetenschappen, want zoiets is niet structureel ingebed als leerplandoelstelling. Het vak is bovendien maar een klein onderdeel binnen het brede spectrum van het secundair onderwijs. In de rest van het ASO wordt niet veel aandacht besteed aan sociale zekerheid, en al zeker niet aan de praktische kant ervan. Niettemin is sociale zekerheid een belangrijk onderdeel van onze verzorgingsstaat. Je merkt dat ons socialezekerheidssysteem enerzijds heel erg goed is, maar anderzijds boet het in aan kwaliteit. De enige mogelijkheid die je hebt vandaag, is om daar in het onderwijs tijd en aandacht aan te besteden, zodat de leerlingen – want dat zijn onze toekomstige kiezers – het belang ervan gaan inzien.”  

"De leerlingen - onze toekomstige kiezers - moeten het belang inzien van sociale zekerheid."

Sociaal bewuste burgers in de maak?

Een aanvulling op het karige aanbod in het ASO staat ondertussen in de steigers. Sinds september 2019 is het secundair onderwijs inhoudelijk aan het vernieuwen. Er is nu sprake van een B-stroom, de vroegere beroepsrichting, en een A-stroom, alle andere studierichtingen. Vanaf het schooljaar 2019-2020 traden de nieuwe eindtermen in voege in het eerste leerjaar van de eerste graad. Ze worden zo stelselmatig verder geïmplementeerd. 

Stephanie Rooms, lid van de leerplancommissie Humane Wetenschappen in het katholiek onderwijs, licht toe hoe die eindtermen vorm krijgen. “Dit schooljaar werd het nieuwe vak Mens & Samenleving voor de A-stroom geïntroduceerd in het eerste jaar van de eerste graad. De komende jaren zal er een uitrol van het vak gebeuren in de hogere graden.”  

Volgens het leerplan van het katholiek onderwijs behandelt Mens & Samenleving zowel sociale, maatschappelijke als economische aspecten. De werking van ondernemingen en organisaties wordt bekeken, net als de rol van de overheid inzake belastingen en socialezekerheidsbijdragen. Ook wordt er aandacht besteed aan mensenrechten en diensten waar jongeren terechtkunnen voor informatie en hulp. 

Nathalie Jennes, persverantwoordelijke voor het gemeenschapsonderwijs, bevestigt dat ook in het gemeenschapsonderwijs dezelfde eindtermen zijn ontwikkeld. “Elke leerling in het secundair onderwijs zal les krijgen over onze democratische samenleving en het sociaalzekerheidsstelsel. Zaken als belastingen, sociale bijdragen, kinderbijslag, pensioen en werkloosheidsuitkering zullen in elke studierichting aan bod komen. Op die manier willen we van jongeren actieve burgers maken.”  


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 01/05/2020

vorige volgende