Sportbeoefening staat of valt met een degelijke arbitrage. Maar vanuit alle hoeken worden voetbalscheidsrechters publiekelijk aangevallen, zowel door spelers en trainers als door de media. Hoe gaan jonge scheidsrechters daarmee om? Wordt hun functie binnenkort een knelpuntberoep?
In de sporteditie op maandag spuwen veel coaches en spelers uit de Jupiler Pro League hun gal over zogezegd verkeerde scheidsrechterlijke beslissingen. De Belgische Kortrijk-coach Hein Vanhaezebrouck maakt er een sport van om de integriteit van de scheidsrechter in twijfel te trekken. Naar verluidt riep ook Genk-coach Frank Vercauteren naar de Nederlandse scheidsrechter Kevin Blom: “Stomme Hollanders, jullie zijn een stelletje klootzakken.” Na afloop bleek hij geen spijt te hebben van zijn woorden en werd hij een week geschorst. De media zelf zetten dwalingen van de arbitrage maar al te graag in de spotlights. Elke voetballiefhebber krijgt thuis veel herhalingen te zien, hoe trager de replay hoe beter. De positie van de scheidsrechter is hierdoor verzwakt en zijn autoriteit lijdt eronder.
Zo bekend als de verhalen over verbale agressie in de hogere afdelingen, zo verdoken zijn meestal de gevallen van verbaal en fysiek geweld in de lagere regionen. Toch haalde het verhaal van Ozcan Osman begin dit seizoen de media. In Het Nieuwsblad verklaarde Osman dat hij eraan dacht om FC Vatanspor op te doeken, de amateurclub waarvan hij al jaren voorzitter was. Na een zoveelste vechtpartij was voor hem de maat vol. Na een wedstrijd tegen Sint-Jozef gingen zes van zijn spelers door het lint. Een tegenstander moest naar het ziekenhuis worden afgevoerd en ook de arbiter werd belaagd. Je zou voor minder een ander beroep kiezen… Is er nog perspectief voor onze jonge scheidsrechters?
“Dit is niets voor mij”
Gurkan Kaygun is op zijn achttiende zo’n jonge scheidsrechter. Hij fluit nog maar enkele maanden miniemen- en knapenwedstrijden op gewestelijk niveau. Kaygun toont begrip voor het verhaal van Osman en beaamt dat scheidsrechters op hoog niveau constant op de korrel genomen worden: “Er is vaak geen respect voor arbitrage. Krijgt een speler een gele kaart, dan wordt er geprotesteerd met kwetsende woorden en daden. Spelers overtreden de regels van het voetbal keer op keer.” Ook over de houding van de media heeft hij weinig lovende woorden: “De media vergroten alles zodanig uit, dat zelfs de mensen thuis zich tegen arbitrage keren.”
Zijn debuut liep niet van een leien dakje. “Na afloop dacht ik al ‘dit is niets voor mij’. Tijdens de wedstrijd twijfelde ik enorm, durfde ik bijna niets en voelde ik me altijd slecht bij negatief commentaar. Ik wilde het al meteen opgeven. Zonder de steun van familie en vrienden had ik dat ook gedaan.” Zijn Koerdische afkomst vormde een struikelblok. “Ouders scholden me voor de ogen van hun 13-jarig zoontje uit voor ‘makak’ en riepen ‘ga in uw eigen land fluiten’. Ik heb me meermaals serieus moeten inhouden. Nu probeer ik dergelijke opmerkingen te negeren, en indien nodig maak ik er verslag van.”
Meer respect graag
Kristof Tops (20) is al wat langer in het wereldje actief, het is zijn vierde seizoen als arbiter. Totnogtoe verliep zijn carrière vlekkeloos, op een incident als assistent-scheidsrechter na. “Door enkele beslissingen van mijn collega werd een groep supporters furieus en versperden ze na de wedstrijd de weg naar onze kleedkamer. De politie is zelfs ter plekke moeten komen.” Toch laat Tops laat zich niet uit het veld slaan. Met kritiek heeft hij geen probleem, volgens hem is het inherent aan voetbal. “Tijdens en vlak na een wedstrijd spelen emoties vaak een rol. Dat de kranten er een schepje bovenop doen, vind ik veel erger. Ze maken scheidsrechters af terwijl die alleen maar hun werk doen.”
Wesley Alen (19), al vijf jaar scheidsrechter, is dezelfde mening toegedaan. “Minder goede ervaringen, waar iedereen wel eens mee te maken krijgt, remmen mij geenszins af. Elke week geef ik nog steeds het beste van mezelf. Ik weet mijn mannetje te staan, want ik ben omringd door personen met een positieve ingesteldheid.” Ook Alen begrijpt de houding van spelers en trainers. “In ieder van ons zit overwinningsdrang, maar het moet wel binnen de perken blijven. Ook de media zouden soms beter wat gas terugnemen en minder druk op arbitrage uitoefenen. Ze hebben soms te weinig respect.”
Structureel probleem
Volgens de Belgische voetbalbond KBVB waren er begin dit jaar 5969 scheidsrechters actief, 107 minder dan een half jaar geleden. Tussen 2009 en 2010 daalde hun aantal met 68 en nog een seizoen eerder met 91. Kris Bellon, ‘refereeing manager’ bij de KBVB, erkent een structureel probleem. “De daling van het aantal scheidsrechters op de Belgische velden is al meer dan twintig jaar aan de gang. Voetbal is nog altijd de populairste sport, maar de voorbije jaren komen heel wat andere sporten en hobby’s in opmars. Dat uit zich niet alleen in een dalend aantal voetbalclubs, maar ook in het teruglopen van het aantal scheidsrechters.” De laatste jaren speelt er volgens Bellon nog iets anders mee. Steeds meer arbiters lijken er de brui aan te geven omwille van de aanhoudende kritiek die ze te verduren krijgen. Van de 739 aftredende scheidsrechters in 2009-2010, gaven er 190 demotivatie op als reden van vertrek.
In 2007-2008 waren 1132 scheidsrechters jonger dan 22 jaar, het seizoen erop 1264. Het aandeel van jongeren ligt daarmee gemiddeld rond de 20%. Omdat er vooral in jeugdreeksen een tekort aan scheidsrechters heerst, zou dat percentage volgens Bellon omhoog moeten. “We proberen het hele jaar door met mond-tot-mondreclame nieuwe jongeren te rekruteren. We brengen daarvoor ook bezoek aan clubs, omdat veel scheidsrechters als voetballer beginnen. Om jongeren nog extra aan te moedigen, zorgen we voor vergoedingen. Een beginnend stagiair verdient 17 euro per wedstrijd, maar dat bedrag loopt op voor hogere afdelingen. Elke jongere krijgt eerst een verplichte introductiecursus, waarvan de lengte van provincie tot provincie verschilt, en kan nadien nog op veel steun rekenen.”
Begeleiding waar mogelijk
Voor beginnende scheidsrechters doet de KBVB beroep op peters, ervaren scheidsrechters die jongeren in hun eerste wedstrijden bijstaan. De meeste spelers kunnen zich in dat systeem vinden. “Mijn peter hielp mij bij het invullen van het wedstrijdblad, wees mij op de fouten die ik tijdens de wedstrijd maakte, maar zette ook mijn sterktes in de verf”, legt Kaygun uit. “Daarnaast kon ik bij hem terecht als ik het moeilijk had met kritiek.” Andere vormen van begeleiding zijn volgens Bellon praktisch onhaalbaar. Alleen scheidsrechters op nationaal niveau krijgen psychologische begeleiding, omdat in eerste en tweede klasse hun blunders grotere gevolgen kunnen hebben. “Op provinciaal niveau voorzien we onze arbiters niet van psychologische hulp. Iedereen kan voor steun wel terecht bij collega’s of bij onze instructeurs”, besluit Bellon.
Gezonde ambitie
Ook voor Tops is steun van anderen een drijfveer. “Nog nooit heb ik gedacht aan stoppen, en ik denk niet dat ik ooit zal opgeven. Scheidsrechter zijn vind ik leuker dan voetballen. Ooit hoop ik nog in de nationale reeksen te mogen fluiten.” Ook Alen blijft enthousiast: “Ik hoop dat ik een hoog niveau kan bereiken, maar dat zal de toekomst uitwijzen.” Kaygun tot slot heeft alle slechte ervaringen naast zich neergelegd en legt de lat hoog. “Ik ben heel ambitieus. Ik hoop het niet alleen tot in eerste nationale te schoppen, maar wil ook schitteren op finales van het WK en in de Champions League”, laat hij ons met een knipoog weten. “Het respect in een leidinggevende functie is voor mij belangrijker dan de negatieve kanten ervan.”
© 2011 – StampMedia/Lessius – Jan Timmermans & David Van den Broeck
Dit artikel werd gepubliceerd door ExtraSport op 07/06/2011