(PIDMAG) De regeringsonderhandelingen slepen al meer dan vijfhonderd dagen aan, de Europese leiders lijken maar geen antwoord te vinden op de eurocrisis en de Belgische economie stagneert. Welke rol is er voor de jongeren weggelegd? Maite Morren (27), voorzitsters van Animo, de jongerenpartij van SP.A, en Kim Van Cauteren (23), haar evenknie bij Jong N-VA zijn duidelijk: "Het ergste dat er kan gebeuren is dat iedereen onverschillig wordt."
Hoe kan een jongerenpartij zich tegenover de moederpartij profileren?
Maite Morren (Animo): We zijn vrijer in wat we kunnen doen, maar bij de gemeenteraadsverkiezingen komen we samen op. We proberen dan ook meer jongeren op de lijst te krijgen. Ook mogen we onze hand er niet voor omdraaien om kritiek te geven op SP.A. De communicatie naar de buitenwereld toe kan beter en de debatten mogen meer ideologisch zijn.
Kim Van Cauteren (Jong N-VA): Wij zitten ook in het bestuur van de N-VA. Op die manier hebben we inspraak en willen we jongerenthema's op de agenda zetten. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 zetten we zwaar in op gezinsbeleid en kinderopvang.
Wat vinden jullie van de tussentijdse resultaten van de regeringsonderhandelingen?
Morren: Ik heb er een dubbel gevoel bij. Hoewel dit het einde van de impasse betekent, heeft het veel te lang geduurd. De kernuitstap is voor ons belangrijk. Minder bedrijfswagens kunnen de staat miljarden opleveren. Daarnaast is voor ons een staatshervorming meer dan regionaliseren. Milieu zou bijvoorbeeld terug federaal moeten worden. Een gifvlek in de Zenne trekt zich heus niks aan van de taalgrens.
Van Cauteren: Voor ons gaat het niet ver genoeg. Er is te weinig homogenisering van bevoegdheden, en op die manier blijft het wat gerommel in de marge. Ik begrijp dat niet, want institutionele hervormingen komen iedereen ten goede.
Zouden de onderhandelingen bij jullie dan minder lang geduurd hebben?
Van Cauteren: Op Vlaams niveau is het natuurlijk makkelijker. Daar bestaan geen communautaire spanningen tussen de partijen, enkel ideologische. Ik moet wel toegeven dat we niet zoveel contacten hebben met de Franstalige jongerenpartijen.
Morren: In ons geval liggen de zaken anders. We doen bijvoorbeeld acties samen met onze Franstalige zusterorganisatie. We hebben minder te verliezen, en geraken we er zo sneller uit. Toch merk ik ook meer politieke belangstelling bij jongeren, we krijgen steeds nieuwe leden bij.
Hoe staan jullie tegenover burgerbewegingen zoals de indignados en de G1000?
Morren: Ik ben blij met de verontwaardiging van jongeren. Het ergste wat er kan gebeuren is dat iedereen onverschillig wordt. Maar verontwaardiging moet actie worden.
Van Cauteren: Ik begrijp dat de bevolking het beu is en dat er de roep is om een burgerplatform. Ik ben echt benieuwd naar de resultaten van de G1000. Voor ons is inspraak van iedereen belangrijk, dus is het een goed initiatief.
Welke stappen zouden jullie ondernemen tegen de graaicultuur van banken?
Van Cauteren: Ik denk nu direct aan Dexia, en daar moest een volwaardige onderzoekscommissie worden ingesteld. Een hoorzitting is veel te slap. Wij willen ook geen politici in de raden van bestuur.
Morren: We moeten ook ijveren voor een taks op transacties. Het spreekt voor zich dat we tegen het bonussysteem zijn. Maar niet alleen bij de banken zijn er problemen. Electrabel bijvoorbeeld zou veel meer moeten bijdragen.
Over Electrabel gesproken, wat zou er moeten veranderen op de Belgische energiemarkt?
Morren: Op dit moment zitten we in het slechtste van twee werelden: een speler met de monopoliepositie van een oud staatsbedrijf, maar die winsten opstrijkt zoals in de privésector. We willen ook groepsaankopen aanmoedigen.
Van Cauteren: Het probleem is dat de markt nog niet vrij genoeg is. Er moet inderdaad een gezonde mix zijn van energiebronnen. Toch zien wij de kernuitstap niet zitten voor 2017, en zeker niet voor 2015. Verschillende studies tonen dit aan. Onze energiefactuur moet veel transparanter, want die is nu te ingewikkeld.
Mevrouw Morren, uw partij is voor kernuitstap in 2015. Zou u nog twee jaar kunnen wachten?
Morren: Eventueel. Maar vanaf 2015 moet er echt werk van worden gemaakt. (lacht).
De eurocrisis toont aan dat de Europese Unie structurele problemen heeft. Wat zouden jullie oplossingen zijn?
Morren: Eerst en vooral, Europa is op dit moment niet neutraal zoals vaak wordt beweerd, maar is voornamelijk rechts. Bijna alle regeringen in Europa bestaan nu uit rechtse partijen. De focus ligt op besparingen, terwijl wij net voorstander zijn van een sociaal en solidair Europa. Landen moet meer samenwerken. Jammer dat veel Europese leiders te veel begaan zijn met hun nationale verkiezingen. Daarom pleiten wij voor een federaal Europa, waar via een Europese kieskring een deel van de Europarlementsleden wordt gekozen.
Van Cauteren: Een federaal Europa gaat ons te ver, net zoals een Europese kieskring. Een Europa der Volkeren lijkt ons een beter alternatief, zodat regio's als Schotland, Baskenland en Vlaanderen tenminste een stem krijgen. Het kan toch niet dat er programma's zijn waaraan regio's niet kunnen deelnemen. Neem nu ruimtevaarttechnologie. Vlaanderen is hierin een topregio, maar we moeten via de federale staat deelnemen aan projecten. Dat is niet efficiënt.
Morren: Dat de regio's niet aan bod komen in de Europese unie, is toch wat kort door de bocht. De Cohesie- en Structuurfondsen (fondsen die geld geven aan armere regio's, nvdr.) bewijzen dit, en ook dat Europa een herverdelende kant kan hebben. We stellen ons trouwens ook vragen bij de functie van Herman Van Rompuy, de Europese president. Het zou beter geweest zijn de functie van Barosso, de huidige Commissievoorzitter, te versterken.
© 2011 - StampMedia - Vincent Buyssens en Michaël Verest
Dit artikel werd eerst gepubliceerd in PIDMAG, het magazine van StampMedia, Jaargang 0, Nr. 0, p. 4-5.
Dit artikel werd gepubliceerd door Apache.be op 04/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 10/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 10/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Pienternet.be op 10/01/2012