De campagne ‘Ik koop Belgisch’ van het Flanders Fashion Institute werd zondag 6 september extra in de verf gezet tijdens het Antwerp Fashion Festival. Ambassadrice Joy Anna Thielemans heeft een voorliefde voor Belgische mode. Niet alleen Natan, Dries Van Noten en andere grote Belgische modehuizen spreken haar aan, maar ook kleine merken van eigen bodem. Zoals bijvoorbeeld Annelies Timmermans.
De voorbije zondag werd Joy gespot in de winkel van Annelies Timmermans aan de IJzerwaag in Antwerpen. Aanleiding voor een gesprek.
Wat houdt de ‘Ik koop Belgisch’-campagne in?
Annelies: Het Flanders Fashion Institute startte een campagne op om echte Belgische merken te promoten.
Joy: In plaats van dat mensen kledij kopen van anderen landen kunnen zij ook een kijken wat ons land te bieden heeft
Annelies: (knikt) Inderdaad! In plaats van bij grote buitenlandse winkelketens te kopen, kan men ook eens kijken wat België produceert en daar de aandacht op vestigen. We moeten trots zijn op de Belgische mode en kunnen zeggen “ik kleed me Belgisch”.
Joy: Dit is bij mij het geval. Ik draag Belgische merken en vind het gewoon fijn om onze mensen te steunen. We vergeten soms de merken van eigen bodem. ‘Ik koop Belgisch’ is een soort sensibiliseringscampagne (lacht).
Staat de Belgische mode gelijk aan eerlijke handel?
Annelies : Er is veel kritiek op de Bangladeshtoestanden. Kleding uit grote ketens zijn een pak goedkoper aangezien mensen, vooral kinderen in slechte toestanden werken tegen veel te lagen lonen. Wij ontwerpen uitsluitend Belgische producten. Wij willen dat mensen bewuster worden van deze meerwaarde. Onze kleding wordt ‘fair’ gemaakt. Logisch dat de prijzen dan hoger liggen. Onbetaalbaar is het niet.
Joy: Als ik op een evenement ben en mensen vragen vanwaar men handtas komt, antwoord ik vol trots: Annelies Timmermans. En als ik in het buitenland ben, zeg ik dat mijn kleding Belgisch is, Antwerps. Het is super cool om dit te kunnen zeggen. Het is ook een interessant onderwerp om gesprekken te starten. Als iemand vraagt vanwaar je broek komt en je moet ‘Zara ‘als antwoord geven, betekent dit het einde van een gesprek. Het is veel cooler als je een verhaal kunt vertellen.
Wordt alles voor en door Belgen gemaakt?
Annelies: Het merk is Belgisch of zelfs Antwerps maar wij produceren in Italië. Er zijn heel weinig merken die in België kunnen produceren. De bedrijven en ontwerpers zijn natuurlijk altijd Belgisch. Maar wij weten dat de de productie op een eerlijke manier verloopt en staan hier daarom volledig achter.
Zijn de ontwerpen typisch Belgisch?
Joy: Typisch Annelies!
Annelies: Redelijk Belgisch in de zin dat het sober is. Belgen zijn bekend om hun soberheid en bescheidenheid. Onze designs zijn zonder al te veel prullen of tierlantijntjes. Dat hebben onze mensen niet zo graag. Het uitgesproken vermelden van merken is ook niet typisch Belgisch. In Italië kopen ze bijvoorbeeld graag D&G. Het merk moet zo groot mogelijk vermeld worden op kleding en accessoires.
Joy: Belgische merken lopen minder te koop met hun merknaam. Het draait meer rond de design en minder rond de naam. Mensen komen naar me toe en vragen of mijn tas ‘Annelies’ is. Ze herkennen de design. Typerend voor de Belgische mode. De naam hoeft er niet op te staan om het merk te herkennen.
Joy, draag jij alleen Belgische kleren?
Joy: Nee, totaal niet ! Dat is ook ontzettend moeilijk en niet de bedoeling.
Annelies: Ik denk dat het onbetaalbaar is mocht je kleerkast uitsluitend uit Belgische merken bestaan. Aan duurzame productie hangt nu eenmaal een prijskaartje. Het is wel goed om de aandacht erop te vestigen.
Joy: Inderdaad, en niet alleen op de bekende Belgische merken zoals Natan, Dries Van Noten, Ann Demeulemeester… Die kan ik soms niet betalen. Ik ga meer voor kleinere Belgische merken die sommigen niet eens kennen.
Bekijk ook de fotoreportage van het Antwerp Fashion Festival:
© 2015 - StampMedia - Tara Boutaleb
Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 11/09/2015