Selfies met schattige lachende Aziatische kindjes op Facebook. Het lijkt wel een nieuwe trend. Meer dan ooit hebben jongeren de drang om zichzelf te gaan ontdekken in het buitenland, vaak door vrijwilligerswerk. In Cambodja stijgt het aantal weeshuizen terwijl het aantal wezen daalt. Worden weeshuizen uit de grond gestampt als hostels om naïeve vrijwilligers te lokken?
Documentairemaakster Eline Bodbijl deed afgelopen zomer in vijf weeshuizen in Cambodja undercover vrijwilligerswerk. Ze kwam tot de schokkende conclusie dat 76 procent van de kinderen in de weeshuizen in Cambodja eigenlijk wel ouders heeft. In een land met vijftien miljoen inwoners zijn er 500 weeshuizen. “Dat is erg veel”, zegt Bodbijl.
Vrijwilligerswerk als handel
Wat doen die kinderen dan in de weeshuizen? “Vrijwilligerswerk is een bloeiende handel. De vrijwilliger is een klant die betaalt om te mogen werken. Dat is niet de bedoeling van vrijwilligerswerk. Ik zag eigenaars van weeshuizen met vrachtwagens langs dorpen rijden om kinderen op te halen. De ouders geven hun kind mee omdat ze geloven dat het dan een betere toekomst krijgt. De eigenaars kunnen dan geld vragen aan de vrijwilligers om te komen zorgen voor de schattige kindjes”, duidt Bodbijl. “De weeshuizen die ik bezocht, vond ik via Tripadvisor. Ik koos ze uit aan de hand van de beste ratings. Ik wilde de normen onderzoeken en koos daarom niet alleen de slechtste of de excessen uit.”
Samen met enkele hulporganisaties pluisde Bodbijl de financiën van een weeshuis uit. Ze kwamen tot de vaststelling dat het weeshuis jaarlijks 250.000 dollar binnenhaalde. En dat in een land waar het gemiddelde maandelijkse inkomen 100 tot 200 dollar bedraagt. Bodbijl legt uit: “Dit bedrag haalde ik uit hun financiële rapporten die online stonden. Nu zijn ze van de website gehaald. We bekeken ook de exploitatiekosten. Die bleken schromelijk overdreven. Dat kan twee dingen betekenen: er wordt een te hoge prijs betaald, of de kosten worden hoog gehouden om te verdoezelen dat een enorm bedrag over blijft. Vooral de kosten voor de grond waren fel overdreven. Waarom staan die cijfers online? Het antwoord: omdat toeristen dit willen. Ze bekijken de kosten vluchtig en begrijpen dan waarom ze zoveel geven.”
Misbruik
Het Vlaams Steunpunt voor Vrijwilligerswerk betreurt dat vrijwilligers betalen voor hun werk. Volgens directeur Eva Hambach kunnen we dan niet spreken over vrijwilligerswerk. “Er wordt misbruik gemaakt van de vrijwilligers. Het is ongehoord dat een vrijwilliger moet betalen of betaald wordt. Lucratieve initiatieven spelen in op het goed gevoel van mensen om ze te lokken. Meestal zijn de reiskosten niet inbegrepen bij het hoge bedrag dat de vrijwilliger betaalt”, aldus Hambach.
Waar dient dat geld dan wel voor? Volgens Hambach is dat heel onduidelijk: “De afspraken zijn vaak vaag. Bijvoorbeeld of de vrijwilliger al dan niet verzekerd is. Meestal worden deze vrijwilligerscontracten niet door een in België gevestigde organisatie afgesloten. De afspraken stroken dan ook niet met de Belgische vrijwilligerswet. Die biedt een goede bescherming. Wie toch vrijwilligerswerk in het buitenland wil doen, kan dat best via organisaties als United Nations Volonteers, Via of Bouworde.“
Kinderarbeid
“De omstandigheden voor de kinderen in de weeshuizen zijn zeker niet optimaal. Sommige doen hun best, maar ik heb ook kinderarbeid gezien”, zegt Bodbijl. Ze werkte in een weeshuis waar de kinderen ’s avonds moesten dansen voor toeristen. “Dat noem ik kinderarbeid. Ook al is het maar drie avonden per week en zouden de kinderen het leuk vinden. De kinderen worden uitgebuit. Het is een moeilijke traditionele dans die veel oefening vergt.”
Bodbijl lanceerde het begrip ‘knuffelweeshuis’. Het klinkt leuker dan het is. “De kinderen in sommige weeshuizen worden opgeleid om zich op een bepaalde manier te gedragen als toeristen komen. Ze rennen dan meteen naar hen toe en knuffelen hen. Het is abnormaal gedrag voor een kind dat een hechtingsprobleem creëert. Kinderen horen schuchter te zijn tegenover vreemden", legt Bodbijl uit. "In de Cambodjaanse cultuur is fysiek contact tussen meisjes en jongens bovendien ongewoon. Toch heb ik meisjes op de schoot van mannelijke toeristen gezien. Een manier om toeristen zo snel mogelijk te binden aan de kinderen in de hoop dat ze veel geld geven.”
De weeshuisproblematiek gaat zelfs verder dan de vrijwilligers. Je kunt de weeshuizen ook bezoeken en een rondleiding krijgen. Op het einde van de dag is er dan een mogelijkheid om donaties te geven.
Discussies
Het hechtingsprobleem is het grootste punt van discussie in verband met vrijwilligerswerk bij kinderen hebben. Elien Van Wynsberghe, deed drie weken vrijwilligerswerk in een weeshuis in Cambodja en gaf Engelse les. “Vaak hadden we ’s avonds discussies over het nut van ons engagement. In een paar weken bouw je al een band op met de kinderen. Dat heb ik gemerkt toen ik terug naar huis ging. Toen ik vertrok, zag ik dat een van de meisjes hard huilen. Ze vond het verschrikkelijk dat ik wegging. Wel zag ik dat sommige kinderen zich sneller dan anderen aan de vrijwilligers hechten”, vertelt Van Wynsberghe.
“Dat het werk structureel goed zit, is belangrijker dan de duur. Ik gaf maar een uurtje per dag les en had geen zorgende rol. De voordelen van vrijwilligerswerk wegen op tegen de nadelen", meent Van Wynsberghe.
Vuilnisbelt
Van de zogenaamde knuffelweeshuizen heeft Van Wynsberghe nog nooit gehoord. Ook het fenomeen dat kinderen worden weggehaald bij hun ouders is haar onbekend. “Ik werkte voor een project dat op vuilnisbelten levende kinderen opvangt en onderwijs geeft: Center of Children's Happiness. Sommige kinderen hebben wel ouders of familie, maar die ouders kunnen onmogelijk goed voor hen zorgen. Ze laten ze werken op de vuilnisbelt en laten ze zoeken naar restjes plastic of etensoverschotten.
Van Wynsberghe vindt dat geen leven voor een kind: “De meesten in het weeshuis hebben geen ouders. De organisatie vond ze verlaten op de vuilnisbelt. Dat is me toch verteld en ik kan me niet voorstellen dat ze daarover zouden liegen. Het is moeilijk om het de kinderen persoonlijk te vragen, want ze spreken slecht Engels. Ik was er om ze Engels te leren.”
Basisrecht
Bodbijl bekeek de organisatie waar Van Wynsberghe het over heeft. “Ik ken Center of Children's Happiness niet. Uit de website blijkt een goede intentie. Toch werken hier mensen met kinderen. Geen goed idee. Ook verblijven de vrijwilligers op het terrein van de kinderen. Niet verstandig met het oog op mogelijk seksueel misbruik en de privacy van de kinderen. Die hebben hier recht op. Nu bepaalt de directie wie zich in de persoonlijke ruimte van de kinderen mag en kan bewegen. De kinderen ontneem je daarmee een basisrecht", licht Bodbijl toe. "Ik lees dat de kinderen die er wonen hun ouders vaak verloren door landmijnen en aids, maar de aids-epidemie is al jaren onder controle waardoor het aantal weeskinderen enorm afneemt. Hetzelfde verhaal met de landmijnen. Reintegratie zou het doel moeten zijn van elk weeshuis. Dat gebeurt niet.”
Een kind plaatsen bij familie, vrienden of een pleeggezin is volgens Bodbijl acht keer goedkoper dan een kind opvangen in een weeshuis. “Dat berekende de ngo Friends International. Alleen zijn mensen doorgaans niet bereid om dat te steunen. Het is inderdaad een weeshuis met nobele intenties, maar geen weeshuis dat een probleem oplost. Iedereen die er ooit werkte, zal stellen ‘mijn weeshuis was best oké’. Helaas is dit vaak niet het geval. Dat is moeilijk te accepteren omdat je denkt iets goeds te doen terwijl dat niet zo is.”
Conclusie
Bodbijl vindt kortstondig werken met kinderen zinloos. “Kinderen zijn kwetsbaar en hebben professionele hulp nodig. Als die er niet is, hebben ze mensen nodig die hun cultuur begrijpen. Mensen op wie ze kunnen vertrouwen en bouwen. Mensen met wie ze een band kunnen opbouwen. Dat kan met vrijwilligers niet. Massaal naar Cambodja trekken, zal de weeshuisindustrie alleen in de hand werken."
Vrijwilligerswerk heeft voor- en nadelen. Voor de schattige gezichtjes en de foto’s op Facebook moet je het niet doen. Informeren en een goede organisatie zoeken is de boodschap.
© 2015 – StampMedia/AP Hogeschool - Rebecca Van Remoortere
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 12/01/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Kif Kif op 13/01/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door MO*- Online op 14/01/2015