Korfbal is bezig aan een sterke internationale groei. Ook in ons land probeert de Koninklijke Belgische Korfbalbond (KBKB) deze groei te stimuleren. Door de invoering van een competitiehervorming en een grotere spreiding van clubs moet korfbal prominenter op de kaart van de Belgische sportwereld komen te staan.

“Momenteel bevinden ongeveer de helft van de korfbalclubs zich in en rond Antwerpen”, legt Jan Van den Berghe, secretaris-generaal van de KBKB, uit. “Deze clubs liggen veel te dicht bij elkaar om nog met elkaar in concurrentie te gaan,” vervolledigt hij. Toch is er al redelijke vooruitgang op te merken buiten het Antwerpse. “De clubs aan de periferie beginnen stilaan op te komen en daar zit ook het meeste potentieel om te groeien,” aldus Van den Berghe.

Fusioneren

Er zijn op dit moment 42 korfbalclubs in Antwerpen. De meeste van hen bevinden zich dan nog eens in dezelfde gemeente of in hetzelfde park. Volgens Van den Berghe moeten er dringend grote, leefbare clubs worden opgericht. “De clubs moeten anders gaan denken en kijken of ze samen niet sterker en beter worden als ze zouden fusioneren.”
“De algemene clubstructuren moeten professioneler,” zegt ook Ken Coekaerts, Belgisch international en speler van de Nederlandse topclub DeetosSnel/Volhuis. “Er is een verband tussen kwaliteit en kwantiteit. Op beide vlakken kan er nog veel verbeteren in België,” benadrukt de international.

Jeugdopleiding en schoolkorfbal

Een gestructureerde jeugdopleiding binnen elke club, onder leiding van gediplomeerde trainers, is volgens Coekaerts noodzakelijk voor de professionalisering van de korfbalsport. Van den Berghe is het daarmee eens. “We moeten zoveel mogelijk mensen opleiden om jonge spelers te trainen,” zegt hij. Ook schoolkorfbal moet daar deel van uitmaken. “Korfbal is trouwens uitgedacht om op school te doen. Volgens velen is het de ideale schoolsport. De laatste jaren zijn we dan ook hard bezig met korfbal te introduceren op scholen. En we krijgen daar veel respons op,” vertelt Van den Berghe.

Competitiehervorming

Volgend seizoen wordt de Topkorfballeague in België ingevoerd. In Nederland hebben ze die vernieuwing al drie seizoenen geleden doorgevoerd. “Die vernieuwing verhoogde de spektakelwaarde van de wedstrijden en ook de toeschouwersaantallen stegen zienderogen,” zegt Coekaerts, zelf actief in de Nederlandse Lotto Korfbal League. Omdat korfbal in de zaal en op het veld wordt gespeeld, ziet die hervorming er ook voor beide situaties anders uit. “In de zaal zullen we nadruk leggen op topkorfbal en op het veld gaan we voor meer spreiding,” vertelt Peter D’hollander, verantwoordelijke media binnen de KBKB. “Op het veld gaan we meer clubs op het hoogste niveau brengen, want daar zitten de ploegen van buiten Antwerpen,” vervolledigt Van den Berghe.

Internationaliseren

De internationalisering van de korfbalsport gaat vooral uit van de Internationale Korfbal Federatie (IKF). “België en Nederland zijn daarin de twee grootste partners,” zegt Van den Berghe. “Wij werken samen met het IKF aan een internationaal programma om korfbal in de wereld te verspreiden. En dat heeft echt wel resultaat,” gaat hij verder. “Waar korfbal vroeger beperkt bleef tot België en Nederland, zijn er nu al 57 landen waar korfbal beoefend wordt. Daarvan heeft er een veertigtal een degelijke competitie. We hebben ook goede contacten met landen als Argentinië, Turkije en Hongarije. De sport begint er zich langzaam maar zeker te profileren en dat is een goede evolutie,” besluit Van den Berghe.

© 2009 – StampMedia – Michaël Vanderleyden