De wolken
vormen een vraagteken
van waanbegrip
ligt het aan mij
of lijkt de horizon
voor jou ook zo ver
van hier vandaan
windmolens staan alleen
alsof ze in de verte
naar elkaar wuiven
als een kleine jongen
op het speelterrein
van sluwe slangen
proberend om een
vriendje te maken
een oude man
draait zich om wanneer een
tram arriveert, hij probeert
zich een houding te geven
ogen zijn als handen
scheuren stoffen
van zijn lijf
en laten hem
naakt achter
huizen onderscheiden
zich niet. Ze leunen
lompledig naar elkaar toe
alsof ze zonodig willen zeggen
dat dat vraagteken
geen punt heeft
dat dat reizen
geen reden heeft
enkel heen
nooit terug
dat dat helemaal
niet erg is, dat dat
doelloos ronddolen is
met ogen dicht
om dan te kunnen
zien wat je raken kan.
Amina Belorf