(rekto:verso) Hoezeer sommigen graphic novels ook van de ‘gewone’ strips proberen te onderscheiden, er is toch minstens een kenmerk dat beide soorten beeldvertelling gemeenschappelijk hebben: de vraag van het publiek – en dus de noodzaak voor de auteur – het werk ergens in een kadertje te kunnen passen. Ook het minder gebruikelijke werk moet herkenbaar blijven of loopt het gevaar tussen de mazen van het net te glippen.
David Vandermeulens serie over Fritz Haber, de uitvinder van het mosterdgas dat in 1915 voor het eerst nabij Ieper werd ingezet, is een mooie illustratie van dit risico. De reeks, die ook gelinkt is aan een uiterst boeiende, maar vooral didactische website (www.editions-delcourt.fr/fritzhaber), valt op de stripmarkt een beetje tussen twee stoelen. Het verhaal is misschien te ‘zwaar’ om de lezers van klassieke strips te kunnen bekoren. En voor klassieke historici is Fritz Habermisschien te weinig document en te veel beeld, te veel fictie, te veel verhaal, te veel boek. De grote kwaliteiten van het project blijven zo onderbelicht. De reeks van David Vandermeulen is immers niet alleen inhoudelijk een geweldige leeservaring. Ook vormelijk en mediumtechnisch worden hier een aantal grenzen afgetast die door de ongemakkelijke receptie van het werk onvoldoende naar waarde worden geschat (de onbeschikbaarheid van deze unieke reeks in het Nederlands is allicht symptomatisch in dit opzicht).
In zekere zin is Fritz Haber ook een slachtoffer van de graphic novel-hype. Het werk van David Vandermeulen past immers niet zo best binnen de oppervlakkige definitie van de nieuwe volwassenenstrip. Op het eerste gezicht heeft Fritz Haber veel weg van de traditionele strip. Het is een reeks opgebouwd rond een welbepaald personage en dus geen ‘one shot’ zoals het een echte graphic novel behoort. De boeken zijn ook uitgegeven met een harde kaft en in een formaat dat in bijna niets lijkt op dat van de doordeweekse graphic novel. Ook de stijl, een zeer complexe mix van waterverf en Photoshop met talloze referenties naar de pictorialistische fotografie en de stomme film, staan mijlenver van de gewild onhandige en bedrieglijk simplistische stijl van de doorsnee graphic novel. En, last but not least, de inhoud van het boek heeft geen uitstaans met het tegenwoordig dwingende stereotype van de autobiografische of autofictionele vertelling. Kortom, voor de haastige lezer uit de graphic novel-hoek is dit een lange en nodeloos trage remake van de historisch-educatieve kortverhaaltjes à la Oom Wim vertelt, die jarenlang tijdschriften als Kuifje en Robbedoes hebben geteisterd. En voor de fan van snel vermaak is dit een ingewikkeld boek dat slechts per vergissing de vorm van een stripverhaal heeft aangenomen.
© 2011 - rekto:verso - Jan Baetens
Dit artikel verscheen eerder op rektoverso.be en kadert in een samenwerking tussen StampMedia en een aantal onafhankelijke nieuwsmedia waaronder rekto:verso.