De witte kassa is verplicht sinds januari 2016. Binnenkort kan het mogelijk al einde verhaal zijn voor het systeem. Zowel Horeca Vlaanderen als de vakbonden trekken naar de Raad van State. “Of iedereen in de horeca bezit een witte kassa, of niemand”, stelt Ludo Geurden, voorzitter van Horeca provincie Limburg.
Sinds 1 januari 2016 zijn alle horecazaken die een omzet van 25 000 euro of meer uit voedsel halen, verplicht om te werken met een witte kassa. Ludo Geurden is uitbater van hotel Mardaga en voorzitter van Horeca provincie Limburg. “Mijn witte kassa staat er al van oktober 2015. Ik heb mezelf een paar maanden extra de tijd gegeven om eraan te wennen. Anderen schaften in de loop van 2016 zo’n witte kassa aan”, aldus Geurden.
Wallonië en Brussel hinken nog achterop. “Met Horeca Vlaanderen schuimen we kabinetten af en zitten we echt achter de horecazaken. Bovendien vroegen we aan staatssecretaris voor Bestrijding van sociale fraude Philippe De Backer (Open VLD) om de controles op te voeren door meer mensen in dienst te nemen. Dat is intussen gebeurd.”
Boete
Ook in Vlaanderen zijn er nog altijd eetgelegenheden die een witte kassa zouden moeten aanschaffen, maar dit niet doen. “Sommige uitbaters lopen liever het risico om een boete van 1500 euro te krijgen om een jaar zonder witte kassa door te gaan. Maar wat ze niet weten is dat de boete 3000 euro bedraagt: 1500 euro omdat ze geen witte kassa hebben en nog eens 1500 omdat ze geen ticketjes kunnen voorleggen. Zo hebben we al zo’n 3000 mensen gepakt over heel België. Vlaanderen bleek voor zeventig tot tachtig procent in orde te zijn. In Brussel en Wallonië ligt dat percentage een stuk lager.”
Mogelijk is de witte kassa in juni alweer verleden tijd. “Wij zijn met Horeca Vlaanderen naar de Raad van State getrokken. Het is niet eerlijk om enkel uitbaters van een zaak met een omzet van 25 000 euro of meer te verplichten zo’n kassa aan te schaffen. Of iedereen bezit er een, of niemand. Tegen de maand juni wordt er een uitspraak verwacht. De voorzitter van Horeca Vlaanderen, Filip Vanheusden, heeft zijn nek uitgestoken om dit bij de Raad van State te krijgen. Dit omdat we als Horeca Vlaanderen zijnde niet naar de Raad van State kunnen gaan,” verduidelijkt Ludo Geurden.
Begeleidende maatregelen
Met de komst van de witte kassa wilden horeca-uitbaters begeleidende maatregelen. “Die zijn nodig om te kunnen overleven”, benadrukt Geurden. Een hiervan was de btw-verlaging van 21 naar twaalf procent. “Enkel het eten is naar twaalf procent gegaan, de btw op drank bedraagt nog altijd 21%. We kregen dus maar een klein stukje van wat we hadden gevraagd.”
Ook de personeelskosten schoten de hoogte in, maar door middel van de flexi-jobs zien horeca-uitbaters hun kosten enigszins gecompenseerd worden. “Die flexi-jobs werken”, vindt Geurden. “Er zijn 20 000 mensen in Vlaanderen die dat doen. Maar de vakbonden trokken ook naar de Raad van State om die flexi-jobs aan te vechten. Zij vinden dat mensen slachtoffer kunnen worden van de witte kassa om nadien via een flexi-job opnieuw in de horeca aan de slag te gaan.”
Die vrees voor slachtoffers blijkt lang niet onterecht. “We zullen pas op langere termijn de consequenties van de witte kassa kennen. Maar uit recente studies is gebleken dat we ons mogen verwachten aan een pak faillissementen. Het zou gaan om 25 000 tot 30 000 mensen die hun job zullen verliezen in de Belgische horeca. Dat zijn voor Vlaanderen 5000 personen per provincie oftewel een sluiting van een Ford-fabriek per provincie. De volledige impact zullen we pas kennen tegen 2020.”
50 toeristen
Sinds de komst van de witte kassa moeten uitbaters ook vooraf aangegeven wanneer personeel overuren opneemt. “Dat is een groot probleem. Chef koks mogen tot 360 uren per jaar bijverdienen. Maar omdat de sector zo complex is, weet ik niet wanneer mijn kok overuren zal moeten doen. Stel dat hier tegen sluitingstijd een bus met vijftig toeristen onverwacht aankomt? Daarom hebben we met enkele horecabedrijven beslist om pas op het einde van de maand het sociaal secretariaat in te lichten over de overuren, maar wij willen een wettelijk kader, zonder hiervoor op de vingers getikt te worden.”
Ondanks de faillissementen wagen jonge ondernemers zich aan een avontuur in de horeca. “Er zijn heel veel starters, wat een beetje vreemd is. Maar voor mensen die professioneel werken, is de witte kassa een goede zaak. Jonge starters worden ook beter begeleid. Ze kennen van in het begin de kosten en weten welke omzet ze kunnen draaien. Toch weegt het aantal nieuwe zaken niet op tegen de faillissementen”, besluit Geurden.
© 2017 – StampMedia –Merlijn Kinnaert
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 31/01/2017