Catcalling, oftewel straatintimidatie, is kortweg het ongewenst toenaderen van iemand in de openbare ruimte. Een hardnekkig maatschappelijk probleem waar vooral vrouwen het slachtoffer van zijn. De laatste tien jaar krijgt het issue steeds meer aandacht binnen het publieke debat. Een goede zaak, volgens Antwerps Schepen Nabilla Ait Daoud (N-VA). Als vrouw en beleidsmaker deelt ze graag haar persoonlijke belevenissen en visie rond het thema.

Beginnen doen we met een voor de hand liggende vraag: bent u al eens het slachtoffer geweest van catcalling?

Nabilla Ait Daoud: “Uiteraard. Ik denk dat er weinig vrouwen zijn die op deze vraag ‘neen’ zouden antwoorden. Zeker als je net als ik bent opgegroeid in een grootstedelijke context. Catcalling is een fenomeen van alle tijden dat helaas nog wel een poosje in het straatbeeld zal blijven bestaan.”

Heeft catcalling dan ook een rechtstreekse invloed op hoe u zelf, of mensen in uw omgeving zich gedragen?

"In zekere mate wel. Ik ken veel vrouwen die bepaalde buurten vermijden tijdens het woon-werkverkeer, hun kledij aanpassen wanneer ze uitgaan, … noem maar op. De wereld op zijn kop eigenlijk, want op die manier worden mensen gedwongen zich te schikken naar fout gedrag.”

U vindt dat men zich te veel aanpast aan het gedrag van ‘catcallers’. Maar wat is volgens u het alternatief?

“Daar is geen eenduidig antwoord op. Ikzelf ben altijd geneigd om rechtstreeks in te gaan op deze vorm van verbale agressie, maar dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Voor velen is simpelweg negeren en doorwandelen een juist alternatief. Toch vind ik dat er naast dader en slachtoffer vaak ook een derde partij betrokken is: de omstaanders. Als je als medeburger getuige bent van catcalling, heb je volgens mij de plicht om het slachtoffer te helpen.”

Met risico op gevaar voor jezelf?

“Niet noodzakelijk. Een fysiek bedreigende confrontatie moet je natuurlijk te allen tijde vermijden, maar er zijn wel simpele handelingen waarmee je een slachtoffer kan bijstaan. Even tussen beide partijen inwandelen, doen alsof je hem of haar kent, het slachtoffer na het incident opvangen of in erge gevallen de politie verwittigen. Dat laatste gebeurt overigens nog veel te weinig.”

Hoe komt dat volgens u? Sinds er in 2014 een juridisch kader is rond seksuele intimidatie heeft er slechts één veroordeling plaatsgevonden. Heeft deze seksisme-wet zijn doel dan niet voorbijgeschoten?

“De seksismewet van 2014 was een logische stap vooruit. Ik kan de wet alleen maar toejuichen, al was het maar voor de positieve invloed op het maatschappelijke debat. We moeten helaas vaststellen dat voor velen de drempel tot klacht indienen nog te hoog ligt. Wanneer slachtoffers deze stap wel zetten, is het volgende probleem dader en bewijslast te identificeren.”

“Ik kan de seksimewet van 2014 alleen maar toejuichen, al was het maar voor de positieve invloed op het maatschappelijke debat” – Nabilla Ait Daoud (Antwerps schepen voor N-VA)

Het schort dus niet aan het wettelijke kader, maar er is meer nodig?

“Klopt. Het probleem van straatintimidatie moet getackeld worden met een ‘en-enverhaal’. Inzetten op informatieverzameling en sensibilisering is bijvoorbeeld een absolute must. Iets waar wij vanuit de stad al een tijdje intensief mee bezig zijn. Zo werken we mee aan ‘Safer cities’. Dat is een campagne vanuit Plan International met als doel de problematiek per locatie in kaart te brengen en vervolgens te benaderen met een eigen methode.”

Ongetwijfeld een zinvolle samenwerking, maar wat gebeurt er verder vanuit het stadsbestuur zelf?

“Sensibilisering rond straatintimidatie wordt opgenomen binnen verschillende campagnes. Zo is er de communicatiecampagne ‘Allemaal Antwerpenaar’, dat zich specifiek richt tegen discriminatie. Door middel van concrete tips sporen we iedere Antwerpenaar aan om in te grijpen tegen dergelijk fout gedrag.”

De derde partij, dus.

“Inderdaad. Zoals ik aangaf is het belangrijk om de samenleving in zijn geheel aan te spreken wanneer we het hebben over dit topic. Omstaanders, maar ook mensen die zich nog niet gewaar waren van de problematiek. Zelfs mogelijke overtreders moeten we meetrekken in dit verhaal.”

Zijn die dan zo ontvankelijk voor dergelijke campagnes?

“Natuurlijk! Laat ons niet vergeten dat mensen kunnen leren uit hun fouten en dat gebrek aan bewustzijn ook vaak aan de basis ligt van een issue. Zoals ik zei is straatintimidatie van alle tijden en is het pas relatief recent dat men het maatschappelijke debat op toerental heeft gekregen. Hierdoor is er voor sommigen een tijd lang de illusie ontstaan dat catcalling ‘normaal’ gedrag is. Een gegeven dat ik ook meeneem in mijn werk.”

“Als schepen ben ik verantwoordelijk voor het personeelsbeleid van de stad. Het is dus ook mijn taak om te waken over het welzijn van alle stadsmedewerkers. Daarom lanceren we regelmatig interne campagnes waarin we de nadruk leggen op het ‘stel-je-in-de-plaats-van’-denken. Dat gaat over simpele zaken die toch onwenselijk gedrag kunnen vermijden. Welke complimenten zijn (on)gepast? Mag ik mijn collega drie verjaardagskussen geven? … Door hierover open communicatie aan te moedigen, creëren we een sfeer waarin iedereen zich op zijn gemak voelt.”

Een lijn die hopelijk wordt doorgetrokken binnen de hele samenleving.

“Laat ons hopen, inderdaad. Ik neem in ieder geval een positieve tendens waar. De stappen die er in ons land zijn genomen, onder meer met de seksismewet, mogen we toch niet onderschatten. Het maatschappelijke debat leeft, daar hebben we campagnes zoals die van jullie (#stopcatcalling van StampMedia, red.) aan te danken.”

#Stopcatcalling is een nieuw project van StampMedia dat mensen bewust wil maken van wat catcalling met vrouwen doet, hoe onveilig het hen doet voelen in de openbare ruimte en hoe het seksisme en gendergedreven rollenpatronen in de hand werkt.

Lees hier de andere artikels die verschenen in het kader van #Stopcatcalling.

Hier vind je meer info over het project en hoe ook jij je stem kan laten horen tegen catcalling.

vorige volgende