© Stefan Lambrechts

“Jeugdwerk is niet alleen vrijetijdsbesteding, het moet zich toeleggen op het emanciperen van jongeren.” Dat meent Antwerps schepen van Jeugd Nabilla Ait Daoud (N-VA). Volgens de politica staat Antwerpen voor een grote uitdaging: extra infrastructuur voor jongeren. Een gesprek.

In een interview dat ik eerder deed met Jinnih Beels, beweert de Samen-politica dat het stadsbestuur te weinig samenwerkt met jeugdwerkorganisaties.

“Het blijft mij verbazen dat bepaalde oppositiepartijen ons als stadsbestuur alles verwijten. Ik hoor al een hele legislatuur dat we zogezegd te weinig doen, terwijl zij juist decennialang de macht hadden in Antwerpen. Zij hebben nu ineens het licht gezien. Het is gewoon niet serieus te nemen. Ik vind jeugdwerk heel belangrijk. Ik probeer altijd te luisteren naar de bezorgdheden van de jongerenorganisaties. We hebben ook zelf verschillende nieuwe zaken opgestart die voordien niet eens bestonden. Denk aan ‘spelen in de wijk’. Of jeugdwerk op locaties met een hoge nood zoals Rozenmaai, Linkeroever, Luchtbal en Hoboken. Deze legislatuur hebben we ook de pleinwerking overgeheveld naar de jongerenorganisaties, waarvoor ze trouwens ook de nodige middelen hebben ontvangen. De bewering dat wij niet genoeg samenwerken met onze jongerenorganisaties is belachelijk.”

Beels zei ook dat jullie te fel bespaard hebben op de subsidies voor jongerenorganisaties zoals Jes en Kras.

“Ik vind dat heel vreemd. Ik weet niet vanwaar zij die cijfers haalt, maar het klopt niet. Het zijn leugens. Iemand als Jinnih Beels, die niet uit de politiek komt en zich voorstelt als ‘de verbindende factor’, doet het omgekeerde van verbinden. Het doet meer kwaad dan goed. Het zet onze samenwerking met Jes en Kras onder druk. Ze hebben juist meer middelen gekregen dan onder het beleid van Patrick Janssens. Voor dat geld moeten die organisaties natuurlijk ook meer doen. Sinds deze legislatuur fungeren Jes en Kras bijvoorbeeld echt als bruggenbouwer. Er zijn linken gelegd vanuit jeugd met het sociale beleid.”

© Kioni Papadopoulos / www,kionipapadopoulos.be

Wat houdt dat sociaal beleid precies in?

“Jongerenorganisaties hebben nu meer een steunende functie, terwijl ze zich vroeger enkel bezighielden met vrijetijdsbeleid. Ze zorgen ervoor dat jongeren naar school gaan en niet spijbelen. Gaat het niet goed op school, dan zijn de jongerenorganisaties vaak een gesprekspartner. Zij vormen dus een brugfunctie tussen jeugd en onderwijs. Een ideaal voorbeeld hiervan: Jes en Kras werken aan de jeugdwerkloosheid door jongeren beter te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Er is daarvoor een samenwerking tussen de stad, het OCMW en de VDAB.”

Jeugdwerkloosheid in Antwerpen is een groot probleem. Hoe komt dat?

“Antwerpen is eerst en vooral een grootstad. Jongeren die werkloos zijn, zijn vaak het Nederlands onvoldoende machtig. Maar het grote probleem zit in de kloof tussen de uitstroom uit het onderwijs en de gevraagde profielen op de arbeidsmarkt. Laaggeschoolde jongeren hebben het moeilijk om een job te vinden. Hun profiel komt dikwijls niet overeen met de vacatures van Antwerpse bedrijven. Vanuit de beleidsdomeinen Jeugd, Onderwijs en Werk werken we hier hard aan, samen met jongerenorganisaties en bedrijven. BASF (het chemieconcern, red.) is daar een mooi voorbeeld van. Zij willen jongeren meer technische vaardigheden aanleren en nemen hen soms zelf in dienst.”

Die aansluiting is onder meer relevant voor de preventie van radicalisering. Wat is de rol van jeugdwerk daarin?

“Jeugdwerk moet zich toeleggen op het emanciperen van jongeren. Het is niet alleen een zinvolle vrijetijdsbesteding, maar ook een belangrijke pijler in het werken rond waarden en normen. Die zijn belangrijk om jongeren goed te laten functioneren in onze maatschappij. Bovendien zorgt het jeugdwerk ervoor dat onze jongeren ingebed raken in onze samenleving. Ze komen in contact met andere mensen, waardoor ze een netwerk creëren waarop ze kunnen terugvallen. Jeugdwerk kan dus zorgen voor een brede identiteitsbeleving bij jongeren. Als dat niet gebeurt zullen ze geïsoleerd geraken en het gevoel krijgen dat ze er niet bij horen. Dat is een voedingsbodem voor radicalisering.”

Hoe verloopt op dat vlak de communicatie met jongerenorganisaties?

“We geven een vorming over radicalisering. Maar jongerenorganisaties zullen zelf weinig weten over welke personen radicaliseren. De jongeren die op het verkeerde pad afdwalen, zijn vaak niet verbonden aan onze organisaties. Zij doen niet mee aan jeugdwerk. Jongerenorganisaties zijn belangrijk in preventie, maar zijn niet de beste partner om signalen door te spelen aan de politie. We verwachten uiteraard wel dat als zij over bepaalde kennis beschikken, ze die doorgeven aan de juiste instanties.”

Jeugdwerk in Antwerpen staat voor grote uitdagingen. Er komen steeds meer jongeren bij. Is er genoeg infrastructuur?

“Het klopt inderdaad dat we als stadsbestuur voor grote uitdagingen staan qua jongereninfrastructuur. Ik maak een inhaalbeweging, maar op een doordachte manier, met veel aandacht voor avontuurlijke groene ruimte voor jongeren. Er is al veel geïnvesteerd in bijkomende ruimte. Een jeugdcluster in park Grootschijn, vernieuwde en nieuwe speelruimte in het Nachtegalenpark en een nieuw jeugdhuis in Zandvliet staan nog op de planning.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 12/01/2018

Dit artikel werd gepubliceerd door jongerenplaneet.be op 12/01/2018

Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 12/01/2018

vorige volgende