Niger is een van de minst ontwikkelde landen ter wereld, aldus de Verenigde Naties. Ook wordt het land al enkele jaren geteisterd door terreurgroepering Boko Haram. Wat is er precies aan de hand in Niger? Hoe reageert de bevolking op de situatie? Onze reporter Charlotte zocht het voor ons uit en kwam terug uit Niger met pakkende getuigenissen. Hier kan je lezen hoe Zeinabou (19) in een straatbende terechtkwam.
“Vier van mijn vrienden zijn op straat gestorven. Drie door het geweld, eentje aan een overdosis pijnstillers in combinatie met wijn.” Zeinabou vertelt het rustig op een trapje in de Nigerese stad Zinder. Ze lijkt gelukkig dat ze eindelijk haar verhaal kan delen. Zeinabou zat in een straatgroep of een Palais des Jeunes. In de grote steden van Niger komen zo’n groepen vaak voor.
Op haar tiende sluit Zeinabou zich aan bij een van de vele Palais des Jeunes: straatgroepen die bestaan uit tieners. Tot dan zat ze op school, maar ze wilt liever bij haar vrienden op straat zijn. “Het leven op straat trok me aan. De vrijheid, geen ouders, het ontbreken van sociale wetten”, legt Zeinabou uit. “Een vriendin die wat ouder was, stopte me soms wat geld toe en vertelde me dan over het leven daar. Het leek zo mooi, zo perfect.”
Haar ouders zijn woedend wanneer Zeinabou met school stopt, maar zij is ervan overtuigd dat ze meer op straat zal leren dan op school. Haar vader heeft drie vrouwen en twintig kinderen, er tussenuit glippen is dus - ondanks de eerdere protesten van haar ouders - niet zo moeilijk. Als lid van de straatbende slaapt ze afwisselend bij vrienden of thuis. Wat haar het beste uitkomt.
Dievegge
Omdat ze de jongste van haar groep is, krijgt ze de rol van dievegge toegedeeld. Ze is klein en ziet er onschuldig genoeg uit om te stelen. In het Paleis des Jeunes krijgt iedereen een rol en iedereen voert die zonder protesteren uit. Zij ook. Onder die druk heeft ze ook van haar ouders gestolen.
Het loopt volledig mis wanneer ze, aangezet door haar straatgroep, van een bevriende rijke familie steelt. Wanneer de familie de diefstal ontdekt, wordt het Zeinabou er meteen van beschuldigd. “Ik werd geslagen totdat ik bekende”, vertelt ze terwijl ze haar mouw oprolt om de littekens te laten zien. “Het geld had ik al aan mijn vrienden gegeven en ik moest het hen doen teruggeven.” Maar die hebben dat geld al lang uitgegeven. “Niet lang daarna is de politie gekomen en werden ik en de rest van mijn straatgroep meegenomen voor verhoor.
Zeinabou is op dat moment nog geen vijftien jaar en kan daarom volgens de Nigerese wet niet tot een gevangenisstraf veroordeeld worden. Ze komt er met een serieuze waarschuwing vanaf. “De agenten lieten me de koran zien. Ze vertelden me dat als ik het nog eens zou doen, het heilige boek ervoor zou zorgen dat ik zou sterven.”
“Zonder opleiding heb ik geen toekomst”
Haar straatvrienden zijn woedend. Zeinabou stapt uiteindelijk uit de groep en gaat opnieuw thuis wonen. De overgang gaat niet vlot: haar ouders weten goed genoeg wat Zeinabou de afgelopen jaren heeft uitgespookt. “Ik mocht niet meer naar buiten. Elke keer dat ik het huis probeerde uit te glippen, sloegen ze me”, vertelt ze. “Elke keer sloegen ze me. En het was rond die tijd dat ik besefte dat ik geen toekomst zou hebben zonder opleiding. Veel te laat natuurlijk”, zucht ze.
Het schooltje van Saafia
Drie jaar later staat Zeinabou toch dicht bij het behalen van een diploma. Dat is te danken aan Saafia. Zij stichtte zo'n drie jaar geleden in Zinder een school op voor meisjes als Zeinabou. Op die manier wil ze hen weghouden van Palais des Jeunes-groepen en hen een onafhankelijkere toekomst geven. Iedereen vanaf veertien jaar is welkom en verlaat het schooltje na drie jaar met een diploma op zak. De meisjes kunnen zich specialiseren in stikken, breien of koken.
“Een vriendin vertelde me over de school. Ik sprak er meteen over met mijn vader en die kon me zonder problemen inschrijven.” Zeinabou koos ervoor om te specialiseren in koken. Nigerees koken kan ze al erg goed, vindt ze. Maar de lessen gaan verder. “Ook blank koken heb ik geleerd”, zegt ze lachend. “Balletjes in tomatensaus en zelfs frietjes.”
© 2017 – StampMedia/Unicef – Charlotte Van Campenhout
Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - online op 27/01/2017
Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen.be op 30/01/2017