De meeste van mijn leeftijdsgenoten wachten ieder jaar vol spanning op de uitreiking van de Oscars of de Grammy's. Ikzelf kijk echter meer uit naar de Nobelprijsuitreikingen. Mijn interesse gaat daarbij vooral uit naar de Nobelprijs voor Literatuur, die ik zelf ooit nog hoop te winnen, en die voor de Vrede.

Dit jaar waren er opnieuw genoeg conflicten in de wereld om voor een lange lijst kandidaten te zorgen. Groot was mijn verbazing toen ik in de krant las dat het Nobelcomité de Nobelprijs voor de Vrede heeft toegekend aan de Europese Unie. Een mokerslag in het gezicht van de activisten die zich elke dag op de barricades smijten voor hun idealen. "De Nobelprijsuitreiking begint steeds meer iets weg te hebben van de Oscars. Zoveel vriendjespolitiek", merkte een vriendin droog op. Ik kan haar geen ongelijk geven. Wat heeft de Europese Unie gedaan om deze prijs te verdienen? Heeft ze gewonnen omdat ze als intergouvermentele organisatie meer doet dan één enkele persoon? Ik ben het daar alvast niet mee eens.

Duwtje in de rug?

De meeste eurocraten waren erg blij met 'hun' prijs. Al betekent het voor hen niet meer dan een spreekwoordelijk schouderklopje. Hebben zij die prijs dan echt nodig? De politici die zich bezighouden met het bestuur van Europa worden naar mijn mening al genoeg beloond in het dagelijkse leven. Enerzijds met een niet onaardig salaris, zeker in deze tijden van crisis. Anderzijds met een groot aantal extra voordelen en een baan met veel verantwoordelijkheid en aanzien. Activisten hebben deze voordelen niet. Zij worden zelden betaald voor hun inspanningen, en auto's met chauffeurs en dure reizen kunnen ze al helemaal vergeten.

Het zijn juist de activisten die deze Nobelprijs het hardst nodig hebben. Het zou voor hen broodnodige erkenning kunnen zijn. Hun moreel krijgt het soms zwaar te verduren, elke motivatie telt. Europese politici liggen daar niet van wakker. Wat zij doen is uiteraard belangrijk. Ze bewaren de vrede binnen Europa en zijn waakhond op het vlak van het respecteren van de mensenrechten. Maar zij doen dit niet onbaatzuchtig: het is hun baan. Hun inspanningen werpen niet altijd vruchten af, maar zij zullen er geen boterham minder door eten. Is het dan niet logischer dat iemand die zijn of haar leven op het spel zet om aan het front voor mensenrechten te strijden deze prijs meer verdient?

Vrede in Europa

Het gaat er niet om dat de Europese Unie een politiek orgaan is of een enorme organisatie, een bezwaar dat andere mensen maakten. In het verleden kregen politici en Artsen Zonder Grenzen ook de Nobelprijs voor de Vrede, zeker niet onverdiend. Maar activisten gaan nu eenmaal veel verder. Zij proberen dingen te veranderen omdat ze dat echt willen, niet omdat het tot hun takenpakket behoort. Want of ze het nu willen horen of niet, het is de plicht van de EU om voor meer vrijheid en mensenrechten te zorgen: dat is het fundament waarop de Unie is gebouwd.

We kunnen dan ook nog als kanttekening maken dat deze grootschalige Europese samenwerking niet altijd zonder slag of stoot gaat. Denk maar aan de referenda die al jaren worden genegeerd en de beslissingen die de lidstaten worden opgedrongen. Is dat democratie? Kan je een organisatie belonen waarin zich lidstaten bevinden die geen vrije verkiezingen houden en waar politieke tegenstanders de gevangenis indraaien? Wat is dan het grote verschil met de Nobelprijs toekennen aan de Verenigde Staten? Volgens velen het meest vrije land ter wereld, maar ook een land waar de doodstraf nog vrolijk wordt toegepast. Bovendien verwikkeld in meerdere oorlogen. Oorlogen waar de EU overigens ook aan meedoet. Uiteraard is geen enkele Nobelprijswinnaar zonder fouten. Zelfs Nelson Mandela heeft vast en zeker slechte kanten. Maar hoe groter en belangrijker de persoon of organisatie, op hoe meer zaken er gelet moet worden. Het comité ziet de Europese Unie blijkbaar veel door de vingers.

Voorstel

Wat voor mij belangrijk is, is dat de Nobelprijs voor de Vrede wordt uitgereikt aan een individu of groep die het volgens mijn eerder aangehaalde argumenten echt verdient. Dit brengt ons tot iets wat mij diep heeft geschokt: de aanslag op het leven van Malala Yousafzai. Deze veertienjarige Pakistaanse activiste werd door de Taliban neergeschoten wegens haar pleidooi op gelijke rechten op onderwijs voor jongens en meisjes. Het tragische was dat dit meisje wist dat ze groot gevaar liep, maar zich toch bleef inspannen voor haar zaak. Op veertienjarige leeftijd was ik enkel met videogames en meisjes bezig. Zo'n moed en vastberadenheid maakt je erg nederig.

Sceptici zullen Yousafzais inzet misschien zien als een druppel op een hete plaat. Maar het zijn activisten zoals zij die de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst zouden moeten nemen. En er zijn er veel. Zij zijn elke dag aan het front, waar de slachtoffers vallen, en geven alles wat ze hebben om het leven van de mensen rondom hen beter te maken. Ze zitten niet in een ivoren toren in het verre Brussel of Straatsburg. Als er nu al een kandidaat als Yousafzai klaarstaat, dan is er geen reden om volgend jaar opnieuw een politicus aan te duiden.

© 2012 - StampMedia - David Nys
Deze bijdrage vertegenwoordigt de persoonlijke mening van de auteur die niet noodzakelijk samenvalt met de mening van de redactie.



Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Nieuws.be op 18/10/2012