(MO*) Je al eens afgevraagd waar de amateurfilmpjes van het Syrische geweld vandaan komen, en of ze wel echt zijn? Qasem al-Mahameed uit Deraa is geen wereldberoemd oppositielid, maar vervult wel tegen wil en dank een cruciale rol in de Syrische revolutie. Hij leeft ondergedoken net over de grens met Jordanië en leidt er met vijf neven een operatiekamer. Hun wapens zijn hightech cameratoestellen uit de Golf. Voor MO* spraken Pieter Stockmans en Majd Khalifeh met hem in zijn verborgen huis in Mafraq.

24 uur per dag ontvangt Qasem video’s van de gewelddadige onderdrukking van protesten in Deraa. Die verspreidt hij via Facebook en YouTube. Tot een jaar geleden wisten zijn neven niet hoe een laptop aan te zetten, vandaag zijn ze het oog van de wereld op de gesloten Syrische stad Deraa. ‘De meeste beelden die je van Deraa op Al-Jazeera ziet, komen van ons’, zegt Qasem.

Hoe zijn jullie in deze rol beland?

‘Mijn neef Tarek en ik waren de eersten die in Deraa de onderdrukking van de protesten begonnen te filmen, nu bijna een jaar geleden. Ik was student computerwetenschappen, dus ik wist wel wat van computers. Mijn oom – Tarek’s vader – is de drijvende kracht achter de operatie. Hij behoort tot één van de rijkste families in Deraa. Ze noemen hem de ster van de revolutie, omdat hij zijn persoonlijk kapitaal in de revolutie investeerde. Sinds het prille begin bewapent hij de demonstranten met gesofisticeerde hightech camera’s die hij in Dubai aankoopt.’

‘Aanvankelijk deed ik alle uploads alleen. Ik ging elke keer opnieuw de Jordaanse grens over om de filmpjes op het internet in te laden. Syrië heeft immers een slechte internetverbinding. Internetgebruik wordt niet gestimuleerd, zeker niet in provinciestadjes als Deraa. Maar ik wilde mee de straat op, en mijn oom vond dat we vervangers nodig hadden voor het geval ik zou gedood worden. Daarom begonnen we andere jongeren op te leiden, jongeren die tot dan toe nog nooit een camera of laptop hadden aangeraakt.’

Vertel eens over het materiaal waarmee jullie filmen?

‘Mijn oom voorzag ons van toestellen die zelfs geheime diensten gebruiken. Bijvoorbeeld: pennen met verborgen camera’s, gsm-toestellen met live streaming, peperdure toestellen die 24/24 uur met het internet verbonden zijn. Het maakt niet uit hoeveel geld het kost. Alles is goed om zo snel mogelijk van het regime af te raken.’

Het regime en vele anderen beweren dat jullie met echte wapens vechten.

‘Onze camera’s zijn de wapens die bewijzen dat dat niet waar is. Kijk, hier ligt een stapel met zeker 30 cd’s vol video’s. Je zal nergens wapens bij de betogers vinden. De enige gewapende verzetsgroep die tegen het regime strijdt, is het Vrije Syrische Leger. En al wat zij doen is burgers beschermen tegen een onderdrukkend regime. Als ik nog in Syrië was, zou ik onmiddellijk de rangen van het Vrije Syrische Leger vervoegen.’

‘Onze beelden tonen de rauwe waarheid. Mensen in Deraa registreren, ik post hun ruwe beelden op het net zonder enige montage of bewerking. Sommige mensen geloven blijkbaar nog steeds niet dat het Syrische leger en politie crimineel zijn. Sinds het begin van de protesten in Deraa lieten we verborgen camera’s achter in politiestations en aan militaire controleposten. We hebben beelden van folteringen binnen in politiestations. Ik plaatste beelden online waarop te zien is hoe een soldaat doodgemarteld wordt.’

Jullie ontmaskeren dus het discours van het regime?

‘En zo vervullen we een levensnoodzakelijke rol binnen de revolutie. Ken je bijvoorbeeld deze video? Een vriend ging undercover bij de thugs en filmde hoe een groep mannen geweren en kogelhulzen op lijken leggen, om te laten uitschijnen dat de slachtoffers gewapend waren. Hij stuurde de video vervolgens naar mij en een paar uur later stond alles online. Onze video ging de wereld rond. Even later werd de filmer betrapt en vermoord. Tarek is met zijn live streaming toestel ook al een paar keer op Al Jazeera geweest, om de harde realiteit naar buiten te brengen.’

Hoe heeft Al Jazeera jullie gevonden?

‘Ze merkten ons op toen we nog in Deraa waren. Eén van hun medewerkers nam contact met ons op en creëerde een Facebook-pagina en YouTube kanaal. Daarop posten wij alle video’s, zodat zij daaruit kunnen kiezen. Onze eerste Facebook-pagina – Het Nieuwe Syrische Regime – had 33.000 fans. De pagina werd gehackt. In overleg met Al Jazeera richtte ik een nieuwe op: Het Nieuws van Deraa. Ik maakte ook een Skypeaccount waarop reporters, gewone mensen uit Deraa, het laatste nieuws posten. Skype is nog niet gecontroleerd door het regime. Het is een soort newsfeed die hier constant openstaat. Wij zijn zeker niet het enige, maar wel het meest betrouwbare kanaal voor informatie uit Deraa, de stad waar het allemaal begon.’

Je oom in Syrië lijkt een onmisbare schakel. Hoe ontsnapt hij aan de geheime diensten?

‘Uiteraard wordt hij regelmatig geviseerd. Hij werd meermaals gearresteerd en weer vrijgelaten. Hoe lang hij opgesloten blijft, hangt af van hoeveel hij de geheime dienst betaalt. Omkoping. In Syrië is alles te koop. Mijn oom vervult nog een andere belangrijke functie: als eigenaar van verschillende supermarkten voorziet hij de hele wijk van voedsel tijdens blokkades. Hij deelde voor minstens 400.000 dollar aan voedingsmiddelen uit in Deraa.’

Islamisten gebruiken jullie video’s om er religieuze boodschappen in te monteren en de indruk te wekken dat de soennieten tegen de onderdrukkende alawieten vechten.

‘18 van mijn neven werden vermoord door sluipschutters en thugs, waarschijnlijk alawieten, maar geen enkele keer dacht ik dat wij vechten tegen alawieten. Ik voel geen wraakgevoelens tegen hen. Een thug van het regime verdient 100 dollar per dag. Dat weten we van mensen die deserteerden. Bashar volgt exact dezelfde strategie als zijn vader: gebruik extreem geweld en overleef, rekruteer alawieten en bindt ze aan het regime. Maar wij vechten niet tegen alawieten omdat het alawieten zijn, wij vechten tegen een regime dat Syriërs onderdrukt.’

‘Zelf hebben wij nooit één video gemonteerd met een religieuze invulling. Ik verzeker je dat dit het werk is van buitenlandse islamisten, of van Syrische islamisten die in het buitenland ondergedoken zijn. De Syrische moslimbroeders en salafisten die onder Bashar werden vervolgd, trachten nu vanuit het buitenland van de revolutie te profiteren. Ze willen er hun eigen invulling aan geven om hun doelstellingen te realiseren.’

Hoe weet je dat?

‘Ik kon met mijn eigen ogen zien hoe de Jordaanse en Syrische islamisten opereren in noord-Jordanië. Toen ik hier aankwam, heb ik één maand vrijwilligerswerk gedaan bij het Islamitisch Centrum, een Jordaanse organisatie die de Syrische vluchtelingen helpt. Ze gebruiken schenkingen van donateurs als middel om hun ideologie bij de vluchtelingen te verspreiden. Ze hebben geen enkel mandaat om politieke ideeën te koppelen aan die schenkingen. Maar de Jordaanse islamisten verwachten in Syrië binnenkort een nieuwe islamistische partij en ze zijn nu al bezig om leden te werven.’

‘De relatie tussen mij en het Islamitisch Centrum bereikte een absoluut dieptepunt toen ik de medische donaties rechtstreeks naar de coördinatiecomités in de belegerde Syrische steden wilde sturen, in plaats van ze hier aan de vluchtelingen uit te delen. In Jordanië kunnen de vluchtelingen makkelijker naar het ziekenhuis of de apotheek. In Syrië kunnen mensen zelfs niet meer buitenkomen. Ik raakte een gevoelige snaar: als de donaties rechtstreeks naar Syrië zouden gaan, zou het Islamitisch Centrum de vluchtelingen niet meer kunnen indoctrineren van hun politieke ideeën.’

Hoe ben je hier in noord-Jordanië beland?

‘We hebben familie net over de grens. Ik kwam als eerste, samen met mijn neef Osama. Firas was toen nog in het leger. Hij deserteerde nadat hij opdrachten kreeg om op demonstranten te schieten. Het bevel van de officier was letterlijk: neem jullie materiaal, helm, geweer, beschermingsuitrusting, en bereid je voor om tegen terroristen en gewapende groepen te vechten. Vele soldaten wisten dat ze op vreedzame betogers zouden schieten, maar niemand durfde de bevelen te negeren. Deserteren kan je me je leven bekopen. Firas kon enkel ontsnappen door de bewaker van zijn militaire basis om te kopen. Mijn oom hielp hem te vluchten via de vallei tussen Deraa en noord-Jordanië.’

Tot amper 2 maanden geleden maakte jij zelf nog video’s. Kan je je gevoel beschrijven bij het maken van soms gruwelijke beelden?

‘Niemand blijft graag toekijken en filmen hoe familieleden voor zijn ogen door het hoofd worden geschoten. Ik kon ook op elk moment de volgende zijn. Bijvoorbeeld mijn video van 5 april: met mijn camera ren ik tussen betogers op de loop voor sluipschutters. Rondom mij vallen mensen dood. Ik blijf de lijken en hun bloedende hoofden filmen. De video raakte heel bekend op het internet en nieuwssites.’

‘Ik had al dode mensen gezien, maar nog nooit had ik zelf gefilmd hoe mensen op straat worden doodgeschoten. Nachtmerries over één van de slachtoffers hielden me drie dagen lang uit mijn slaap. Maar tijdens de begrafenismars van de eerste slachtoffers werden weer eens 9 mensen doodgeschoten. Vanaf toen wisten we dat er geen angst meer bestond. Wij, de jongeren, zouden vanaf dan aan de frontlinie staan.’

Waarom doe je dit? Zoveel geld en je eigen veiligheid investeren in een ogenschijnlijk uitzichtloze strijd die al bijna een jaar aansleept?

‘Vrijheid. En voor het bloed van mijn neven. Eén van mijn gedode neven zei me net voor hij stierf: ook al moeten we onze huizen verkopen, geef niet op tot we onze vrijheid hebben. Ik heb die belofte aan hem gemaakt. Het was zijn testament.’

Hoe zie je jouw toekomst en die van Syrië?

‘Ik vrees dat het conflict 2 à 3 jaar zal aanslepen. Het regime vecht nu letterlijk voor zijn leven. In ieder geval worden Bashar Al-Assad en zijn getrouwen opgehangen, dus zullen ze volhouden tot het eind. Bashar is een zwak figuur. Zijn broer Maher heeft de touwtjes in handen. Een delegatie van de stammen in Deraa ontmoette Bashar. Hij zei dat hij het ons zou vergeven dat we in Deraa het standbeeld van zijn vader vernielden. En het bloed van onze martelaren? Moeten we dat ook vergeten en vergeven?’

‘Ik ga mijn leven geen drie jaar op pauze zetten. Ik wil verder studeren in Europa of de VS. De Arabische wereld biedt geen toekomst, geen hoop. Vanaf volgende week ga ik een job zoeken om wat geld te verdienen, om te sparen voor het buitenland.’ Even later stelt Qasem zijn plannen bij. Hij ging terug naar Deraa, 8 uur te voet, gesmokkeld via het platteland. Hij laat ons via Skype weten: ‘Ik ben gegaan om familie bij te staan. Ze belanden in armoede door de blokkade op Deraa. En als ik de kans krijg om mee te vechten, zal ik het doen. Ik voel me klaar om te sterven voor Syrië. We gaan het alleen moeten doen, geen enkel land gaat ons helpen onze vrijheid te realiseren.’

© 2012 - MO* - Pieter Stockmans, Majd Khalifeh
Dit interview maakt deel uit van het project "Tussen Vrijheid en Geluk" - Met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek