© Rawpixels

Op 28 juli trapte de Franse zangeres Aya Nakamura de openingceremonie van de Olympische Spelen af, geflankeerd door het orkest van de Franse Nationale Garde. De meest beluisterde Franstalige artieste bracht er op verzoek van de Franse premier Emmanuel Macron haar grootste hits Pookie en Djadja, en een indrukwekkende cover van het Franse chanson For me, formidable oorspronkelijk een nummer van een van Frankrijks belangrijkste chansonniers, Charles Aznavour.

Ondanks haar immense populariteit en het schitterende optreden tijdens de openingsceremonie, krijgt Nakamura vaak te maken met een stroom van kritiek. Die varieert van opmerkingen over de taal in haar muziek tot meer extremistische en zelfs racistische backlash waarin ze beschuldigd wordt van het 'verbasteren' en 'Afrikaniseren' van de Franse cultuur. De reacties werpen een groot licht op de belangrijke vraag wie de Franse cultuur mag vertegenwoordigen en of de Franse cultuur kan en mag veranderd worden.

Hello papi

Aya Nakamura wordt zowel binnen als buiten Frankrijk geprezen omdat ze de Franse popmuziek naar een groter en jonger publiek brengt. Dat doet ze met haar hippe en eigentijdse stijl, gekenmerkt door een mix van Frans, Spaans en Arabisch. Ze doorspekt haar lyrics met onder andere Spaanstalige uitdrukkingen en Engelse woorden als ‘hello, papi mais qué pasa’ (Hey, schat wat is er gebeurd?)  of ‘Tu dead ça’ (Jij hebt dat geknald). 

Dat jargon pikte ze op tijdens haar jongere jaren in de Parijse banlieu Aulnay-sous-Bois, in een van de armste departementen van Frankrijk. De superdiverse bewoners hebben met hun taal een grote invloed op het Frans, dat ze verweven met woorden en uitdrukkingen uit hun moedertalen. Zo zijn er invloeden uit het Darija (Maghrebijns Arabisch, nvdr.), Spaans of Engels. Bekende voorbeelden hiervan zijn ‘Fais belek!’  (Let op!) en ‘Djadja’ (leugenaar).

Ondanks haar massale populariteit waren er ook heel wat Fransen sterk gekant tegen haar optreden tijdens de openingsceremonie. Uit een onderzoek van 13 maart 2024 van het Frans onderzoekcentrum voor publieke opinie Elabe, bleek dat 49 procent van de Fransen haar optreden een slecht idee vonden. 30 procent van de deelnemers aan het onderzoek had er geen uitgesproken mening over.

De reden waarom haar termen als ‘vulgair’ en ‘vreemd’ worden toebedeeld, heeft te maken met het feit dat ze een zelfzekere, zwarte vrouw is.

Vulgair volgens Le Pen

Nakamura krijgt vooral kritiek op haar zogenaamd verbasterd taalgebruik, maar ook op haar looks. Zo zei de Franse politicus Jean-Marie Le Pen van de extreemrechtse partij Rassemblement National op 20 maart op de Franse radiozender France Inter: ”Waar ik aanstoot aan neem is haar outfit, haar vulgariteit, het feit dat ze niet in het Frans zingt, dat ze vreemd zingt en dat ik niet weet wat ze zingt. Het is geen mix (van talen, nvdr.), het is nonsens. Het representeert Frankrijk niet. Sterker nog: het beschaamt Frankrijk. Dat is wat me tegenvalt.”

In een straatinterview gedaan door de youtuber Vincent Lappierre van 19 maart van dit jaar, zie je dat er weliswaar veel mensen zijn die geen probleem hebben met het optreden van Nakaruma, maar dat er ook evenveel zijn die de mening van Le Pen delen.

De termen van Le Pen -  ‘vulgair’, ‘vreemd’ en ‘nonsens’ - zijn bijzonder geladen omdat Nakamura van Malinese afkomst is.  Ze dragen een racistische, koloniale en seksistische ondertoon.

De reden waarom haar termen als ‘vulgair’ en ‘vreemd’ worden toebedeeld, heeft te maken met het feit dat ze een zelfzekere, zwarte vrouw is. Nakamura zingt op een hedendaagse manier over liefde, vriendschap en succes. Op zich is dat niets bijzonders. Het probleem ligt er voor veel eerder traditionele en conservatieve Fransen in dat ze zich de poëtische, zweverige stijl – die zo kenmerkend is voor het Franse chanson - helemaal eigen maakt. Ze geeft aan de traditionele Franse muziekstijl haar eigen, unieke invulling. Nakamura heeft een heel eigen look en mengt de verschillende invloeden die haar identiteit  als persoon én als artiest vormen,  duidelijk  tot een nieuw en verfrissend product, dat ver af staat van hoe traditionele Fransen naar muziek kijken en luisteren.

De scheldpartijen, bespotting en bedreigingen komen zowel van online als offline tegenstanders. In de aanloop naar de Olympische Spelen verschenen er aan de muren langs de oevers van de Seine een spandoeken met daarop de boodschap ‘”Dit kan niet, Aya. Dit is Parijs, niet de markt van Bamako.” De actie was opgezet door de extreemrechtse Parijse jongerenvereniging Les Natifs. Nakamura reageerde op X (het voormalige Twitter): “Jullie kunnen racistisch zijn, maar niet doof.  Dat is wat je pijn doet! Ik ben hét staatsonderwerp in debatten, maar wat ben ik jullie eigenlijk verschuldigd?”

Veel mensen blijven het controversieel vinden om dit soort muziek vandaag te zien als representatief voor Frankrijk, de Franse muziek en de Franse identiteit. De immense populariteit van de artiesten en hun muziek toont nochtans aan dat de nieuwe generatie Fransen hier helemaal klaar voor is.

Next generation

Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het Franse muzieklandschap veel veranderd. Steeds meer artiesten van kleur laten hun stem horen: Slimane, Luidji, GIMS, ….  Zij dragen allemaal hun steentje bij aan de evolutie van zowel de Franse muziek als de Franse taal, door te zingen en te rappen op hun eigen, unieke manier.

Zo doorspekt de Franse rapper Slimane Nebchi omwille van zijn Algerijnse roots zijn lyrics met Arabische lyrics en muziekelementen. In de nummers ’Khamsa’ en ‘Zina’, en gebruiken de rappers Luidji en GIMS, net zoals Aya Nakamura, veel straat- en jongerentaal die zo kenmerkend is voor de Parijse banlieues.

Veel mensen blijven het controversieel vinden om dit soort muziek vandaag te zien als representatief voor Frankrijk, de Franse muziek en de Franse identiteit. De immense populariteit van de artiesten en hun muziek toont nochtans aan dat de nieuwe generatie Fransen hier helemaal klaar voor is.  En het toont aan dat de – voornamelijk, maar niet exclusief -oudere generatie Fransen een geromantiseerd beeld heeft van de Franse cultuur en taal van het verleden -en ook worstelen met de claim die artiesten van kleur leggen op de Franse culturele producten.

De controverse rondom Aya Nakamura laat zien dat de Franse cultuur in haar geheel in beweging is, en dat er ruimte moet zijn voor een bredere definitie van wat het betekent om Frans te zijn.

De mate van toeëigening

Dat beeld willen ze waarborgen en veilig stellen. In het -vaak verhitte - debat hierover verwijzen veel cultureel conservatieve Fransen daarom steevast naar klassieke Franse artiesten zoals Edith Piaf en Charles Aznavour. Zij zouden de ‘ware’ Franse muzikale cultuur vertegenwoordigen. En natuurlijk verdienen ook zij hun plaats in het Franse culturele landschap. Maar intussen is dat landschap serieus veranderd door de opkomst en het succes van de vele artiesten van kleur en dat kunnen we niet blijven negeren. Daarom was Nakamura’s optreden ook zo verfrissend. Ze bracht nieuwe muziek en stak een klassieker in een hedendaags jasje, wat je dus eerder als een verbindende actie zou kunnen zien dan een die de traditionele waarden afwijst.  

Dit jaar vertegenwoordigde de rapper Slimane Frankrijk op het Eurosongfestival, met het nummer Mon Amour. De emotionele diepgang gecombineerd met Slimanes krachtige stem sloeg meteen aan.

Hoe kan het dat een lied van een artiest met Algerijnse roots, wél in de smaak valt bij het brede publiek, terwijl Aya Nakamura net uitgespuwd wordt?

Het verschil met Nakaruma zit hem juist in de mate van toeëigening. Slimanes nummer had veel weg van Voilà, de Franse inzending uit 2022 van Barbara Pravi. Beiden zijn geworteld in de Franse chansontraditie en hebben een gelijkaardige opbouw en presentatie. En net daardoor ontbrak het de charme, authenticiteit én vernieuwing van Slimanes persoonlijke stijl, die in zijn andere nummers zo prominent is. Het leek wel  alsof de producers op veilig wilden spelen, om een zo groot mogelijk publiek te bereiken. Nakaruma daarentegen, sloot geen compromissen voor haar optreden tijdens de Spelen. Ze was onbeschaamd zichzelf, bereid om de confrontatie aan te gaan met de onvermijdelijke haatreacties en push-backs.

De controverse rondom Aya Nakamura laat zien dat de Franse cultuur in haar geheel in beweging is, en dat er ruimte moet zijn voor een bredere definitie van wat het betekent om Frans te zijn. Het heeft geen zin om de realiteit en de evolutie van de samenleving – ook de demografische – te ontkennen. Om het met de woorden van de Engelse linguist David Crystal te zeggen: “De enige talen die niet veranderen, zijn dode talen.” En dat geldt bij uitbreiding voor de hele cultuur.

vorige volgende