Meerdere talen spreken kan veel deuren in het leven openen. Toch worden leerlingen met een andere thuistaal scheef bekeken wanneer ze tijdens de les of speeltijd geen Nederlands spreken. Reporter Elise Rose Cornelis vindt dat meertaligheid actief moet worden ingezet in het onderwijs. “Laat leerlingen een boek lezen in hun moedertaal om er nadien een boekbespreking in het Nederlands over te schrijven.”
“Het is in het belang van de anderstalige leerlingen als er straffen worden toegekend voor het spreken van de moedertaal op school.” Het was één van de stellingen die aan bod kwamen in het onderzoek ‘Taal en onderwijs: percepties en praktijken in de klas’ dat de UGent in 2014 voerde. Zevenhonderd leerkrachten van zestien verschillende scholen kregen een reeks stellingen over het onderwerp. Uit het onderzoek bleek dat bijna dertig procent vindt dat leerlingen straffen wanneer ze hun thuistaal spreken op school in hun voordeel is. Dat zijn 203 van de 700 leerkrachten.
Meertaligheid in het onderwijs blijft een heikel thema. Op school wordt er terecht veel belang gehecht aan een goede talenkennis. Het kan namelijk veel deuren openen in het latere leven. Desondanks wordt er vaak negatief gekeken naar jongeren met een migratieachtergrond die thuis een andere taal dan het Nederlands spreken. Leerkrachten hebben dan liever dat die jongeren op school altijd Nederlands spreken, zowel in de les als tijdens de speeltijd. Die leerlingen voelen zich daardoor dan weer gediscrimineerd. Hoe maken we van meertaligheid in het onderwijs een positief project?
Buitengesloten
Allereerst moet er beter uitgelegd worden waarom leerkrachten aan hun leerlingen vragen om onderling Nederlands te leren, en niet de thuistaal. Enerzijds is het begrijpelijk dat leerlingen zich buitengesloten kunnen voelen, als ze andere leerlingen zien praten in een taal die ze zelf niet verstaan. Dit kan onbewuste angsten en hatelijke gevoelens opleveren. Anderzijds kan het ervoor zorgen dat kinderen die een andere thuistaal spreken, het gevoel krijgen dat hun taal, en dus ook zijzelf, niet worden aanvaard en dat ze minderwaardig zijn.
Niemand zou ooit gestraft moeten worden omdat ze hun eigen taal spreken, ook al is het niet de dominante taal in het betreffende land. Zeker kinderen en jongeren begrijpen niet waarom zij zogezegd zo’n grote fout begaan door hun thuistaal te spreken en waarom ze daarvoor gestraft zouden moeten worden. Het doel van leerkracht zijn, is mensen dingen aanleren en aanmoedigen om iets te leren, niet om hen af te breken en te straffen. Dat is onaanvaardbaar en op een bepaald niveau zelfs discriminerend.
Pygmalion en Golem
Leerkrachten moeten minder eentalig denken, want dit beïnvloedt de manier waarop ze leerlingen behandelen en dat beïnvloedt dan weer het gedrag van die leerlingen. Als leerlingen lage cijfers op school halen, wordt dit snel gelinkt aan het feit dat ze een andere thuistaal hebben. Dat is meestal maar een deel van de verklaring. Wanneer de leerling van thuis uit niet wordt gemotiveerd om Nederlands te leren, zullen ze de taal misschien nooit echt onder de knie krijgen. Toch betekent dit niet dat de thuistaal het grootste probleem is.
“Het doel van leerkracht zijn, is mensen dingen aanleren en aanmoedigen om iets te leren, niet om hen af te breken en te straffen”
Uit onderzoek blijkt namelijk dat wanneer je thuistaal op punt staat en de woordenschat in je moedertaal uitgebreid is, dat het makkelijker wordt om een nieuwe taal te leren. Dan moeten leerkrachten hun leerlingen net extra motiveren om hun thuistaal óók te spreken.
Daarnaast mogen leerkrachten ook zelf eens in de spiegel kijken. Er is een theorie dat hoge verwachtingen ook hogere prestaties opleveren (pygmalion-effect) en dat lage verwachtingen tot lage resulaten leiden (golem-effect). Als leerkrachten lage verwachtingen hebben van leerlingen die een andere thuistaal hebben, kan dit ervoor zorgen dat leerlingen automatisch lagere cijfers halen. De verklarende factor is dan niet de thuistaal van de leerling, maar de lage verwachtingen van de leerkracht.
Anderstalige boekbesprekingen
Piet Van Avermaet, één van de onderzoekers van de studie ‘Taal en onderwijs: percepties en praktijken in de klas’, concludeert in het onderzoek dat “Meertaligheid beter benut kan worden dan het te negeren en te verbannen.” Meertaligheid is een belangrijk deel van leerlingen hun identiteit. Hoe kan een leerling zich welkom voelen op school, als hij een deel van zijn identiteit aan de schoolpoort moet achterlaten?
Maak van meertaligheid een onderwerp in de klas. Laat kinderen bijvoorbeeld een boek lezen in hun moedertaal om er nadien een boekbespreking in het Nederlands over te schrijven en te presenteren. Zo kunnen zij op een even hoog niveau als hun klasgenoten een boek lezen. Wanneer je hen dwingt om Nederlandstalige boeken te lezen, moeten zij vaak boeken lezen die voor een jonger publiek zijn bedoeld. Die onderwerpen zijn dan niet interessant voor hen, wat demotiverend is.
Dat wil echter niet zeggen dat leerlingen met een andere thuistaal nooit meer boeken in het Nederlands zouden moeten lezen. Lezen blijft een belangrijk onderdeel in het leren van een nieuwe taal. Toch zijn er zoveel meer mogelijkheden om meertaligheid te integreren in de les Nederlands.
Dit is niet alleen in het voordeel van leerlingen met een andere thuistaal. Ook de andere leerlingen, wiens moedertaal het Nederlands is, zullen er baat bij hebben. Zij maken op die manier kennis met nieuwe talen die anders nooit aan bod zouden komen.
De houding van het onderwijs tegenover meertaligheid moet veranderen. Leerkrachten moeten begrijpen dat beide talen belangrijk zijn en dus evenveel aandacht verdienen. Er is dringend een shift in mentaliteit nodig. Laten we elkaar ondersteunen en samenwerken in plaats van elkaar tegen te werken. Alleen zo kunnen we de grote verdeeldheid die er nu tussen mensen bestaat, opnieuw verkleinen.
Dit artikel werd gepubliceerd door Mirari op 26/04/2022.