Hoeden met pluimen, de stank van alcohol en de ene après-skihit na de andere: carnaval is in het land en Helchteren heeft het geweten. De nieuwe prins, Stef den Eerste (20), is verkozen en daarbij hoort ook een machtsoverdracht. Ondanks een kater en wallen die de prins overhoudt aan de voorgaande feestdagen, straalt hij met zijn ontelbare medailles.

Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! Op de tonen van het Limburgs volkslied krijgt prins Stef I de sleutel van de stad uit de handen van burgemeester Alain Yzermans. De machtsoverdracht gebeurt in het kleinste kamertje van het oud-gemeentehuis. Met zo’n twintig zitten ze er als sardientjes in blik.

Na het overhandigen van de sleutel geeft Stef een kleine maar opmerkelijke speech. Die zet de toon voor de rest van de dag. “Liever te dik in de kist dan een feestje gemist”, schreeuwde hij uit. De woorden worden kracht bij gezet door het uitdelen van jenever. Het haast ritueel drinken van jeneverkes zal zich nog enkele keren herhalen. De eerste fles sneuvelt na zeven minuten, als dat al geen voorbode is.

Pandapret

Carnaval is een synoniem voor feest en plezier. Het maakt niet uit wat je doet zolang iedereen maar de beste dag van zijn/haar leven heeft. Je kan zingen, dansen of jezelf met je beste vriend in een pandapak steken. Celleke en Willy voeren dat gek idee uit. “Elk jaar doen we iets extra en dit jaar zijn dat de pandapakken. Samen zitten we al meer dan 25 jaar bij de Doolridders (de carnavalsgroep van Prins Stef, genoemd naar het kasteel Ter Dolen in Helchteren, red.) en wij hopen dat er nog 25 bijkomen”, zeggen Celleke en Willy. De panda’s zorgen de hele dag voor entertainment.

Nadat de eerste flessen jenever geleegd en de eerste liedjes gezongen zijn, trekken de Doolridders om 11.11 naar buiten. Het getal elf is zeer belangrijk in het carnaval. In Nederland wordt elf het dwazen- of gekkengetal genoemd. Beide woorden bestaan uit elf letters. Ook zou de carnavalskreet “Alaaf” een verbastering zijn van het woord “elf”.

Eens de Doolridders buitenkomen, komt er een golf van geluid over hen heen. De fanfare toont haar aanwezigheid. Er zijn ook zo’n 150 mensen aangekomen, waaronder veel kinderen. Ze brachten grote winkelzakken mee, bedoelt voor maar één ding: snoep. Ze schreeuwen hun vreugde uit, alsof ze een groep supporters zijn waarvan hun team net kampioen is geworden. Popcorn, chips, chocolade en zelfs speelgoed vliegen het publiek in. De kinderen graaien en blijven graaien tot hun zakken zo vol zitten dat ze ze zonder hun ouders de zakken niet mee thuis krijgen.

I have a dream

In zijn toespraak vertelt Prins Stef hoe carnaval nood heeft aan nieuw en jong bloed. “Ik wil er tijdens mijn prinsenjaar voor zorgen dat het carnaval terug zal opleven bij de jeugd en doe nu al een oproep aan alle jongeren. Sluit jullie aan bij de Doolridders zodat één van jullie ook prins kan worden.”

De oproep lijkt te werken. Meteen na de toespraak trekken een aantal kinderen naar prins Stef en voorzitter Dirk, de vader van Stef en zelf ook prins geweest. “Mag ik ook meedoen? Prins zijn lijkt mij heel erg leuk en carnaval is zo al fijn”, vraagt de kleine Jef.

Na het ceremoniële gedeelte kan het echte feest beginnen. De fanfare bergt zijn instrumenten op en maakt plaats voor de carnavalsmuziek. Frans Bauer, Christoff en Bart Kaëll passeren de revue. De eerste polonaises komen op gang. Mensen zingen luidkeels mee. Dit is het carnaval zoals iedereen het kent, een geweldig groot feest.

Een groepje Syriërs komt langs om te kijken wat er aan de hand is. Hun mond valt open van verbazing. Helchteren heeft een van de grootste opvangplaatsen uit Noord-Limburg. De kazerne van Helchteren bied ruim vijfhonderd vluchtelingen onderdak.

Vrienden en familie

Carnaval overleeft op basis van een harde kern vrienden en familie. Hoewel er 150 toeschouwers naar de machtsoverdracht komen, is meer dan de helft na het eerste halfuur naar huis.

“Als Doolridders hebben het nog goed want ons ledenbestand blijft elk jaar gelijk. Maar het is minder dan vroeger, daarom dat we met Prins Stef op zoek gaan naar jongeren die geïnteresseerd zijn in carnaval”, aldus voorzitter Dirk.

Er is ook veel traditie mee gemoeid. “Carnaval is bij ons met de paplepel ingelepeld. Je ziet hier veel vaders met hun zonen bij de Doolridders. Zo heb je Prins Stef en zijn vader Dirk, maar ook ik en mijn vader Koen”, zegt Nick, lid van de Doolridders. .

Of het nu tien of tienduizend man is, het feest gaat door. De jenever is verrassend genoeg nog niet op, dus wordt die uitgedeeld onder het publiek. Voor wie die meedoen met Tournée Minérale is er stomende tomatensoep voorzien.

Aan het einde van de overdracht is het tijd voor een moment van verbroedering. Iedereen neemt elkaar bij de hand en vormt een cirkel. Dit gaat opmerkelijk vlot als je ziet hoeveel flessen jenever ondertussen leeg staan. Dan weerklinkt ‘You’ll never walk alone’. “Dit lied symboliseert carnaval. Naast de schlagers en après-skimuziek hoort dit erbij.  We zijn allemaal vrienden, horen bij elkaar en moeten elkaar steunen”, verklaart Prins Stef.

What happens in the café, stays in the café

Na de machtsoverdracht begint het pas echt. “We houden nog een kroegentocht en die loopt niet altijd even goed af. De pinten komen meestal sneller dan je ze kan opdrinken”, zegt Bob, lid van de Doolridders.

In het eerste café heeft de drank nog niet te veel invloed, maar in het tweede café is dat al anders. Zo vertelt iemand al voor de vierde keer hetzelfde verhaal aan de dezelfde persoon. Mensen lopen naar het wc alsof ze ervoor worden betaald of zijn zo aangeschoten dat ze aan het roken zijn op een sigaret die niet is aangestoken.

Maar het is niet verplicht om er een zuippartij van te maken. Hier en daar staat een watertje op tafel. “Morgen sta ik om vier uur op om te gaan werken. Zin om met een kater te werken heb ik niet”, aldus Nick.

Carnaval is prachtig. Net zoals al de mensen die het mogelijk maken dat er elk jaar weer feest is. Drank, muziek, panda’s, zolang je je amuseert is het carnaval. De toekomst van carnaval ziet er niet helemaal rooskleurig uit, maar carnaval zal nooit sterven. Daarvoor zijn de mensen te fanatiek.

© 2016 – StampMedia – Marnick Claes

 

Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 01/03/2017
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg - online op 01/03/2017