(PIDMAG) Even een Facebookbericht naar je beste vriendin sturen. Het nieuwste Instagramfilmpje van je favoriete celebrity bekijken. Snel nog die ene tweet lezen. Voor de meeste mensen is dit doodgewoon tijdverdrijf. Voor Ans, Houssine en Lex ligt dat anders. Alledrie hebben ze een beperking en hebben ze hun eigen kijk op sociale media.
Ans (21): “Ik studeer Taal- en Letterkunde in Leuven. Na een verkeersongeval zeven jaar geleden liep ik een verlamming op. Net zoals de meeste twintigers maak ik veel te veel gebruik van Facebook. Ik ben altijd bereikbaar. Andere vormen van sociale media gebruik ik eigenlijk niet."
"Het duurde lang vooraleer ik een smartphone kocht. De reden daarvoor was puur praktisch. Het is moeilijk voor mij om een smartphone vast te houden en typen op zo’n toetsenbord gaat ook traag. Ik vraag me nog dagelijks af of ik terug de overstap zou maken naar mijn oud bakske met knopjes.”
“Wanneer ik een bericht krijg op Facebook, antwoord ik meestal niet meteen omdat typen niet snel genoeg gaat. Daarom ben ik geen voorstander van de leesbevestiging. Ik wil niet dat mensen denken dat ik ze negeer omdat ik niet direct iets terugstuur.”
"Geen tijd"
Houssine (33): "Ik ben blind en doceer vertaling uit het Arabisch naar het Nederlands aan de KU Leuven Campus Antwerpen. Ik maak weinig gebruik van sociale media. Ik heb een Facebookaccount, maar ik post bijna nooit berichten. Dat heeft niets te maken met het feit dat ik blind ben, maar wel omdat ik er geen tijd voor heb. Ik heb de toegang tot allerlei sociale platformen, maar de tijd ontbreekt me om er ten volle gebruik van te maken.”
"Té actief"
Lex (27): “Ik ben doof en ik werk in een discotheek. Vroeger gebruikte ik Facebook om alles te delen met mijn vrienden. Ik kreeg wel eens opmerkingen dat ik té veel deelde en té actief was. Nu gebruik ik Facebook vooral om mijn werk te promoten. Instagram en Snapchat gebruik ik om het visuele aspect in mijn leven te tonen, zoals mooie dingen in mijn leven. Twitter gebruik ik om mensen aan te spreken die ik niet persoonlijk ken, zoals BV’s. Ik geef ook wel eens opmerkingen over TV-programma’s, maar nooit op een kwetsende manier. Dat doen anderen al genoeg.”
“Wij doven zetten vaak filmpjes online waarin we in gebarentaal communiceren. De video’s hebben vaak te maken met het doof zijn. Ik zit in verschillende Facebookgroepen waarin doven uit allerlei landen samen praten. Ik leer zo al doende andere gebarentalen.”
© 2015 - StampMedia - Hanne Van Giel
Dit artikel verscheen eerst in PIDMAG, het magazine van StampMedia – Jaargang 4 Nr.11 p. 12