De bibliotheek van Genk was op de vooravond van Gedichtendag 2013 goed gevuld. Het publiek kon er genieten van een avond poëzie. Maud Vanhauwaert, die haar nieuwe stadsgedicht voorstelde, stond samen met Jef Neve, Ingrid Goden en enkele vorige Genkse stadsdichters garant voor een geslaagd Dichterbij.
In Antwerpen ontstond er enige onrust nadat N-VA-politicus André Gantman het idee lanceerde om het stadsdichterschap af te schaffen. De dichters in Genk waren duidelijk begaan met de commotie. Het doet vragen rijzen over het nut van poëzie. Maar de sfeer had er gelukkig niet onder te lijden.
Lage drempel
Vanhauwaert schrok vooral toen ze het voorstel van Gantman hoorde. “Er is de laatste maanden veel ruzie tussen linkse intellectuelen en rechtse politici.” Ze maakt zich echter niet veel zorgen. “Je kan de functie van een stadsdichter afschaffen. Maar dichten zelf kan je natuurlijk nooit verbieden."
Volgens Vanhauwaert is poëzie laagdrempelig en daarom nuttig voor jongeren. In de zaal is nochtans, op een handvol jongeren na, iedereen ouder dan dertig jaar. Is dat geen signaal dat poëzie in zijn huidige vorm voorbijgestreefd is? “Integendeel. Ik merk dat jongeren zich de laatste jaren steeds meer aangetrokken voelen tot poëzie. Zelf heb ik zoals veel jongeren geen tijd meer om romans te verslinden. Als je telkens maar enkele pagina's kan lezen, raak je snel de draad kwijt. Het is veel interessanter om je te beperken tot korte gedichten. Zogenaamde poetry slams, waarin jongeren het tegen elkaar opnemen om het best te dichten, zijn erg populair. En een goed stadsdichter kan de populariteit van poëzie bij jongeren natuurlijk nog vergroten.”
Mooie traditie
Ook Rick De Leeuw, Genks stadsdichter in 2006, wil het belang van zijn rol benadrukken. Hij ziet de dichter als een diplomaat, iemand die mensen dichter bij elkaar brengt en problemen helpt overwinnen. “Een stadsdichter kan voor meer samenhorigheid zorgen, iets wat vandaag soms hard nodig is.” De dichtkunst is nog lang niet uitgestorven. "Het feit dat wij hier vanavond voor een volle zaal hebben mogen dichten, toont aan dat poëzie nog steeds leeft bij veel mensen. Ik hoop dan ook dat een jonge stad als Genk zich zo'n mooie traditie zal blijven gunnen.”
Filosofische ervaring
Peter en Aaike Geusens, vader en dochter, hebben met veel plezier naar de gedichten geluisterd. “Het is de eerste keer dat we zoiets proberen. Doorgaans schuimen we concerten af. Een poëzieavond is bijna een filosofische ervaring”, zegt de man. Het nut van poëzie zit volgens hem in het feit dat poëzie een moment van rust creëert. “Jongeren leven vaak te afgezonderd van volwassenen en hebben geen oog meer voor elkaar. Zo ontstaat er frustratie en agressie. Door bezig te zijn met poëzie, staan ze stil bij de zaken. En wie is er meer geschikt om jongeren met poëzie in contact te brengen dan een stadsdichter?”
© 2013 – StampMedia –David Nys, foto's: Machteld Bollen