Juni is Pride Month. Een maand lang staan de rechten van LGBTQ+-personen en de erkenning van de seksuele en genderdiversiteit extra onder de aandacht. Dat dat nog altijd nodig is, bewijst een nieuwe wet in Oeganda, waar nu de doodstraf kan staan op homoseksualiteit. En ook in onze contreien geniet nog niet iedere ‘letter’ van de regenbooggemeenschap al evenveel maatschappelijke acceptatie.
Wereldwijd is homoseksualiteit nog strafbaar in 70 landen. Oeganda voerde pas zelfs nog de doodstraf in voor homoseksualiteit. Ook in onder andere Iran, Jemen, Saudi-Arabië en een deel van Nigeria staat de doodstraf op homoseksualiteit. In Europa bekijkt De Rainbow Europe Index hoe goed landen scoren op hun inzet en bescherming van LGBTQ+-rechten. Daarbij wordt er gekeken naar het beleid en de wetten die de rechten van de LGBTQ+-gemeenschap beïnvloeden, zoals gelijkheid en non-discriminatie, wettelijke gendererkenning en haatmisdrijven.
Ons land verdient met zijn inspanningen een tweede plaats op de lijst van in totaal 49 Europese landen. Alleen Malta doet het beter. De Europese landen die het laagst scoren, zijn Azerbeidzjan, Turkije, Armenië en Rusland.
Volgens woordvoerder Eef Heylighen van Çavaria, de Vlaamse belangenverdediger van LGBTQ+-mensen, zijn er nog veel mensen uit de LGBTQ+-gemeenschap die kampen met mentale gezondheidsproblemen en slachtoffer worden van verschillende soorten geweld. “Ook in onze maatschappij zijn heterorelaties en de binaire indeling man-vrouw nog altijd de norm. Zolang de maatschappelijke gelijkheid en acceptatie van LGBTQ-personen nog niet volledig bestaat, blijft de strijd, de Pride, nodig.”
“Ook in onze maatschappij zijn heterorelaties en de indeling man-vrouw nog de norm. Zolang de maatschappelijke gelijkheid en acceptatie van LGBTQ-personen nog niet volledig bestaat, blijft de strijd, de Pride, nodig” – Eef Heylighen (Çavaria)
Ongelijkheid tussen de ‘letters’ zelf
Bovendien is er binnen de LGBTQ+-gemeenschap zelf ook nog ongelijkheid. Janne Gilis is woordvoerder van Wel Jong, een jongerenorganisatie die streeft naar een gelijkwaardige samenleving. Zij heeft het gevoel dat nog niet alle leden binnen de gemeenschap even geaccepteerd worden. “We merken dat een relatie tussen twee mannen of twee vrouwen bij ons doorgaans geaccepteerd wordt, maar hoe meer een persoon of een koppel niet in het heteronormatieve verwachtingspatroon past of in het plaatje van wat men van een man of vrouw verwacht, hoe meer weerstand er is.”
Janne Gilis: “De mate van acceptatie is dus niet voor iedereen hetzelfde. In het bijzonder queer, trans en intersekse personen stuiten nog vaak op onbegrip, nare opmerkingen of goedbedoelde, maar toch kwetsende vragen.”
Daarnaast wijst Gilis ook op minderheidsgroepen binnen de gemeenschap die nog op weerstand stuiten, zoals mensen met een bepaalde huidskleur, geloof of handicap. Ze voegt er wel aan toe dat de acceptatie van LGBTQ+-personen erg contextafhankelijk is. “In de ene school kan er een tolerant klimaat heersen, in de andere school blijven jongeren liever in de kast. Dat geldt ook op de werkvloer, in de sportclub of vereniging.”
“De mate van acceptatie is niet voor iedereen hetzelfde. In het bijzonder queer, trans en intersekse personen stuiten vaak nog op onbegrip, nare opmerkingen of goedbedoelde, maar toch kwetsende vragen” – Janne Gilis (Wel Jong)
Stonewall
De LGBTQ+-gemeenschap kent een lange geschiedenis van onderdrukking en geniet tot op vandaag niet overal van gelijke rechten en acceptatie. Om daar verandering in te brengen, begonnen mensen in opstand te komen onder de vorm van manifestaties: Gay Prides of Gay Pride Parades. De eerste Gay Pride vond in 1970 plaats in New York, een jaar na de Stonewall-rellen. Dat waren een reeks protesten in juni 1969, die tot stand kwamen naar aanleiding van een gewelddadige raid in een homobar in de New Yorkse wijk Greenwich Village.
Al snel verspreidden de initiatieven ter bevordering van de LGBTQ+-rechten zich naar andere delen van de VS. In 1999 werd de maand juni door de Amerikaanse president Bill Clinton uitgeroepen tot Gay and Lesbian Pride Month. In 2011 breidde president Barack Obama die maand uit voor iedereen in de LGBTQ+-gemeenschap. Sindsdien spreekt men van Pride Month.
Van Roze Zaterdag naar Belgian Pride
In België kwam het activisme voor de rechten van de LGBTQ+-gemeenschap vooral in de jaren 70 op gang. In maart 1978 werd in Gent de eerste 'homodag' georganiseerd door de links-feministische groep 'de Rooie Vlinder'. De jaren daarop vond er in Antwerpen jaarlijks een 'Roze Zaterdag' plaats, de Belgische versie van de Gay Pride. Vanaf 1996 werd het evenement in Brussel georganiseerd onder de naam 'Belgian Lesbian and Gay Pride'. Omdat die benaming niet meer alle genderidentiteiten en seksuele voorkeuren dekte, veranderde men die in 2010 naar 'Belgian Pride'. De Belgische Pride is over de jaren heen steeds groter geworden.
“Niet alleen LGBTQ+-personen, maar ook bondgenoten en zelfs bedrijven en politieke partijen doen eraan mee. Pride Month is de aanzet, maar hun engagement wordt natuurlijk het hele jaar door verwacht”, zegt Eef Heylighen. Ook Janne Gilis vindt het goed dat bedrijven en de politiek meedoen aan Pride, maar ziet het enigszins als een commerciële en politiek getinte betrokkenheid. “Producten krijgen een regenboogjasje en speciale Pride edities worden uitgebracht, maar daar blijft het vaak bij. Er zit weinig in voor de gemeenschap zelf.”
“Producten krijgen een regenboogjasje, maar daar blijft het vaak bij. Er zit weinig in voor de gemeenschap zelf” – Janne Gilis (Wel Jong)
Dit jaar ging de Belgische Pride op 20 mei onder de naam 'Brussels Pride - The Belgian & European Pride’ door, als feestelijke afsluiter van de Pride Week tussen 10 en 19 mei. Tijdens de ‘Brussels Pride’ trekken jaarlijks duizenden mensen met kleurrijke outfits en praalwagens door de Brusselse straten om voor de rechten van de LGBTQ-gemeenschap op te komen en om liefde en tolerantie voor iedereen te vieren. Toch is Pride meer dan een feest. “De Pride is begonnen als een protest voor gelijke LGBTQ+-rechten en dat is het nog steeds, ondanks het feestelijke karakter ervan”, besluit Heylighen. “Pride zorgt ervoor dat mensen meer over de LGBTQ+-gemeenschap kunnen leren en dat het minder een ‘ver-van-hun-bedshow’ wordt. Het kan gesprekken starten, inspiratie geven voor lessen op school … Kortom, mensen dichter bij elkaar brengen.”
Op 11 augustus vindt de Antwerp Pride plaats in de Scheldestad. Meer info: www.antwerppride.com
De letters uitgelegd
De term LGBTQ+ wordt tegenwoordig overal gebruikt, maar velen weten niet waarvoor die letters staan. LGBTQ+, of voluit LGBTQIA+, is een verzamelterm voor de diversiteit aan seksuele oriëntatie en gender, waarbij elke letter een bepaalde seksuele voorkeur of genderidentiteit representeert:
Lesbisch: vrouwen die op vrouwen vallen.
Homo (Gay): mannen die op mannen vallen.
Biseksueel: mensen die op zowel mannen als vrouwen vallen.
Transgender: mensen waarvan het geslacht dat hen bij de geboorte werd toegewezen, niet met hun genderidentiteit overeenkomt.
Queer: een overkoepelende term voor iedereen die niet heteroseksueel is.
Intersekse: mensen met geslachtskenmerken van beide geslachten.
Aseksueel: mensen die zelden of nooit seksuele aantrekking ten opzichte van anderen voelen.
De '+', die doorgaans aan de letters wordt toegevoegd, omvat tot slot alle andere genders, geslachten en seksuele oriëntaties die niet onder de bovengenoemde letters vallen.
LGBTQ+ is een meer inclusieve variant op de verouderde term ‘holebi’ (homoseksueel, lesbisch en biseksueel).