“Om het apartheidsregime langer stand te laten houden, moest hij dood”, vertelde Mandela over Biko in 1994. Omdat zijn ideeën over “black consciousness” (zwart bewustzijn) zich als een lopend vuurtje verspreidden onder studenten en andere intellectuelen, werd Biko verboden uit de maatschappelijk realiteit. Wie was deze man die de harten van activisten over heel de wereld wist te beroeren? Hoe gevaarlijk was hij dat hij als persoon door de toenmalige autoriteiten werd verboden?
Geboren vechter
Steve Biko zag op 18 december 1946, in King William's Town, Zuid-Afrika, (nu Eastern Cape province) het levenslicht als Stephen Bantu Biko. Hij werd geboren in een tijd en land waar zijn huidskleur op zich een misdaad was en waar donkere Zuid-Afrikanen geen toegang hadden tot vele basisbehoeftes. Het Apartheidsregime in Zuid-Afrika gaf kleinkinderen van Nederlandse en Britse kolonisten bescherming en onderdrukte tegelijk donkere Zuid-Afrikanen. Wat dat zoal inhoudt wordt in dit filmpje omschreven.
Van jongs af aan weigerde Biko zich neer te leggen bij de dominante ideologie van donkere mens als minderwaardiger dan de witte medemens. Zijn leerkrachten en jeugdvrienden beschreven hem als een speels en intelligent kind. Ze zagen hem nooit studeren, desondanks behaalde hij enorm goede punten op school, wat maakte dat hij een paar klassen mocht overslaan. Zo kwam hij in aanraking met oudere jongeren waarmee hij eenzelfde vechtersmentaliteit deelde. Al op jonge leeftijd werd hij een paar keer aangehouden vanwege betrokkenheid bij protesten, met een paar korte gevangenisstraffen op zijn naam tot gevolg.
Van briljante doktersstudent tot verzetsleider
Biko blijft goed scoren op school en begint in 1966 aan een universitaire opleiding in de geneeskunde. In 1968 richt hij SASO op, kort voor South African Students’ Organization: een studentenvereniging voor donkere studenten die de strijd aangingen met het Apartheidsregime. In 1972 wordt Biko van school gestuurd vanwege zijn activisme. Dit gaf hem net de moed om de “Black Consciousness Movement” op te richten.
Biko's naam hoort thuis in een lange lijst van briljante doktersstudenten/activisten, denk maar aan Frantz Fanon of Ché Guevara. Biko was vooral geïnteresseerd in het mentale welzijn van de Zuid-Afrikanen, zoals zijn beroemdste quote het ook aangeeft: “Het grootste wapen in handen van de onderdrukker is de geest van onderdrukte”. Doorheen zijn hele leven en carrière bleef dit zijn focus. Net als zijn grote idool Frantz Fanon ging het volgens Biko erom dat donkere Zuid-Afrikanen hun eigen identiteit moeten vormen en losbreken van de kettingen die er nu voor zorgde dat ze deelnamen in hun eigen onderdrukking.
De politieke en intellectuele leegte die ontstond door het gevangenschap van Nelson Mandela, werd ingevuld door onder andere een jonge Biko. Hij was vijftien jaar oud toen Mandela werd gearresteerd. Toen Biko in 1977 dood werd gemarteld, was Mandela nog twaalf jaar verwijderd van zijn vrijheid. Niettemin werd Biko een van de vrijheidsstrijders waar Mandela een beroep op deed tijdens zijn latere verkiezingsstrijd.
Geen geweld
Hoewel Biko bereid was om te vechten en regels te overtreden voor zijn mensenrechten, kwam dialoog altijd op de eerste plaats. Naar het voorbeeld van Martin Luther King Jr. en Mahatma Ghandi, was Biko altijd bereid om te praten met zij die hem het leven zuur maakten. Op die manier kwam hij vaak in contact met diplomaten. Die probeerde hij duidelijk te maken welke maatregelen te gebruiken om het Apartheidsregime onder druk te zetten.
Verboden
Na zijn arrestatie in 1973 werd alles wat met Biko te maken had officieel verboden. Biko zelf mocht noch schrijven, noch publiekelijk spreken, geen contact met media hebben, niet in gezelschap zijn van meer dan één persoon tegelijk en bepaalde zones in het land en eigen district niet betreden.
Het is in deze periode dat Biko in contact kwam met journalist en later goede vriend, Donald Woods. Die laatste besloot na een pittig gesprek met Biko’s vrouw, Dr. Mamphela Ramphele, om Biko te bezoeken in de gevangenis en het over de BMC te hebben. In samenwerking met Woods zou Biko heel wat artikels publiceren onder het pseudoniem ‘Mapetla Mohapi’. Na de moord op Biko heeft Woods een grote rol gespeeld in het bewijzen dat Biko wel degelijk werd vermoord en er alles aan deed om internationale druk te verhogen op het regime. De innige vriendschap tussen deze twee figuren werd later in de film ‘Cry Freedom’ vertolkt.
Dood en nalatenschap
Op 18 Augustus 1977 werd Biko gearresteerd omdat hij zogezegd de Terrorism Act No 83 of 1967 zou hebben overtreden. In feite waren de leiders binnen het Apartheidsregime bezorgd om het feit dat Biko voor een uitzonderlijke eenheid zorgde onder alle vrijheidsbewegingen, waaronder ook het ANC van Nelson Mandela.
Naakt, onderkoeld, bewusteloos, met een hersenletsel, inwendige kneuzingen, kortom, van kop tot teen gemarteld, werd Biko na een derde artsenbezoek in de achterbak van een Land Rover gezwierd. Wat volgde was een rit van twaalf uur lang richting Pretoria. Kort na aankomst werd Biko doodverklaard, nog steeds naakt op een koude vloer van een cel. Het Apartheidsregime probeerde zijn dood te maskeren als “dood door hongerstaking”. Biko had hierop geanticipeerd door wekenlang duidelijk te maken aan familie en Woods dat hij zich nooit zou ophangen noch in hongerstaking zou gaan.
Zowel nationaal als internationaal braken er grote rellen en demonstraties uit met twee duidelijke boodschappen: gerechtigheid voor Biko en het beëindigen van het Apartheidsregime. Onder de Waarheidscommissie van Nelson Mandela en Desmond Tutu bekenden de betrokken politieagenten Biko’s moord. Helaas konden ze niet meer berecht worden omdat de feiten verjaard waren en er te weinig bewijs was.
Nog steeds actueel…
De kern van Biko zijn nalatenschap blijft zijn onverzettelijke geest en de strijd om als donkergekleurde mens zeggenschap over de eigen geest te bezitten. Daarom wordt hij ook een van de voorvaders van “black consciousness” genoemd. Voor meer uitleg over “black consciousness”, zelf geschreven door Biko, kan je hier terecht. De kern van zijn betoog is samen te vatten in twee elementen. Ten eerste haalt hij aan dat ‘zwart zijn’ niet alleen te maken heeft met een donkere huidskleur, zwart zijn is een reflectie van een bepaald mentaal gedrag. Ten tweede begin je, door jezelf als zwart te beschrijven, een reis van emancipatie. Je hebt jezelf aangezet om te vechten tegen alles wat gebruik wilt maken van jouw ‘zwart zijn’ als brandmerk van mindermens of als gehoorzame (slaaf).
Biko was gevaarlijk omdat hij toegang had tot hoge diplomatieke kamers. Hij was gevaarlijk omdat hij probeerde samen te werken met andere vrijheidsgroepen. Hij was gevaarlijk omdat hij een zeer begaafde spreker was die duizenden kon mobiliseren. Hij was gevaarlijk omdat hij durfde vrij te zijn in zijn hoofd en andere zwarte Zuid-Afrikanen duidelijk maakte dat ook zij mens waren. Hij, net als ieder donkere persoon in racistische systemen die mens durfde zijn en zijn eigenwaarde, stem en intelligentie gelijkstelde aan een witte mens, werd een kopje kleiner gemaakt.
De vraag is of Biko's strijd om komaf te maken met de mentale kettingen ooit is gelukt.
© 2017 – Versiety/StampMedia – Mohamed Barrie