Dit weekend vond in Straatsburg het Europese jongerenevenement European Youth Event 2014 (EYE 2014) plaats. 5.000 jongeren uit heel Europa verzamelden in en om het Europees Parlement om er workshops en debatten bij te wonen. Linde (20), een van onze reporters ter plaatse, kijkt met een kritische blik terug op het event. “De vraag is in hoeverre de aangeleverde ideeën ook hun plaats in de discussies van het europarlement zullen krijgen nu de jongeren huiswaarts zijn gekeerd.”
Het enthousiasme naar aanloop van de Europese verkiezingen is niet meteen overdonderend te noemen. Laat staan dat het geloof in Europa vanzelfsprekend is. Veel meer worden we in debatten geconfronteerd met de vraag of Europa ons al dan niet een meerwaarde biedt, en wat die dan precies kan zijn. Het europarlement voelt aan hoe de grond onder hun voeten steeds minder vast wordt en schiet in actie. Daarom nodigden ze jongeren van elk van de 28 lidstaten uit om door middel van tal van workshops, debatten en animatie tot ideeën over een beter Europa te komen.
Werken aan de toekomst, zo klinkt het. De datum is niet toevallig gekozen. Wanneer op zaterdag 11 mei de gehele site rond het prachtige Louis Weiss parlementsgebouw bruist van jonge energie en gedrevenheid is het exact 64 jaar geleden dat ene Robert Schuman de oprichtingstekst van Europese Unie voorlas. Er kan niet ontkend worden dat die verjaardag in stijl gevierd wordt.
En toch. Als we even terugreizen in de tijd naar de Atheense stadsstaat zien we hoe ene Aristoteles mee de kiemen van de klassieke democratie zaaide. Met zijn allen regeren was het doel, dat ook op die manier uitvoeren niet helemaal. Voor het eerst werd er stemrecht toegewezen, en verkozen stemgerechtigden op die manier een delegatie die in hun naam mocht spreken en regeren.
Ik zeg stemgerechtigden, want hoewel onze huidige democratie steunt op de zuilen van dit model uit de vierde eeuw voor Christus, stapten we wel af van het uitsluitende systeem waarbij enkel mannen, geboren in de stad en met een degelijk vermogen, mochten stemmen. Vandaag mogen we als inwoner van de Europese Unie vanaf een bepaalde leeftijd allemaal onze stem laten horen, hoera!
En toch. Hebben we wel degelijk allemaal een stem? Is “stemmen” bij de verkiezingen genoeg om van ons te laten horen? En vooral, wordt er nog geluisterd? Of komt de daling in opkomst bij de verkiezingen (43% bij Europese verkiezingen in 2009) en de geringe interesse daarrond vooral voort uit het feit dat we beseffen dat we met zijn allen niets meer doen dan instituties en verkozenen legitimeren hun geïsoleerd spel verder te spelen?
Representatief?
Geïsoleerd kan het “European Youth Event” dit weekend in Straatsburg moeilijk genoemd worden. Hoewel de securitycontroles en bijgaande regels veelvuldig en streng aanwezig zijn, slagen de 5.000 jongeren er wel degelijk in het Europarlement over te nemen.
En toch. Toch kan ook nu de vraag gesteld worden in hoeverre de aanwezige jongeren representatief zijn wanneer ze spreken voor de rest van hun generatie. Wat meteen opvalt bij het bijwonen van workshops of debatten is dat de enorme gedrevenheid van de aanwezige jongeren vooral vertaald wordt in een copy-pasten van “de echte politieke wereld”. De grens tussen inhoudelijk en vooral samen naar oplossingen zoeken, dan wel vooral zelf aandacht trekken door het bekritiseren van elkaar is vaak dun. Enkele Belgische deelnemers vertellen na hun eerste workshop verbaasd hoe er “gevochten werd voor het grootste stukje kaas” en “hoe groot de expertise van veel jongeren was over de behandelde onderwerpen.” Het belet hen niet om de rest van het weekend met evenveel geloof in hun aanwezigheid en motivatie te blijven participeren, maar toch.
De vraag of de Europese Unie er met dit evenement in geslaagd is jongeren echt te bereiken, loert om de hoek. Veel meer lijkt het vaak een verzameling van jonge wolven die hun politieke helden reeds lang volgen en in hun reeds aanwezige politieke engagement dit weekend een hoogtepunt beleven. David Van Reybroeck verwoordde het in zijn bijdrage aan De Correspondent recent als volgt: “de mensen die bereikt worden, dienen niet meer overtuigd te worden. De geleverde inspanningen leveren vooral troost aan de reeds bestaande sympathisanten.” Bovendien voegt hij eraan toe dat uit referanda over de Europese Unie duidelijk blijkt dat euroscepticisme overal opvallend veel vaker voorkomt bij laaggeschoolden. Zij die de debatten niet volgen, zij die niet aanwezig zijn op evenementen als het European Youth Event.
En toch. Dat we in een democratie leven waarin het diploma en de daarmee samengaande sociaal-economische status bepalend zijn is niet nieuw. Wel werd dit weekend weer duidelijk dat initiatieven als deze de kloof die reeds bestaat vooral vergroot, in plaats van bestrijdt. Van Reybroeck stelt voor in elk van de 28 lidstaten een representatieve steekproef van burgers samen te brengen om ideeën voor een beter Europa te bedenken. Het had ook het concept van dit European Youth Event kunnen zijn.
Complexe registratieprocedure
Het wegvallen van een zeer complexe registratieprocedure en het zelfstandig regelen van vervoer en verblijfplaats hier in Straatsburg had vermoedelijk voor een gevarieerder deelnemerspubliek kunnen zorgen. Met vermoedelijk ook andere ideeën als uitkomsten van de workshops. Misschien wel vernieuwender, doordat ze van jongeren zouden kunnen komen die niet voortdenken op het huidige systeem, aangezien ze dit niet goed genoeg kennen.
Dan rest er natuurlijk nog de vraag in hoeverre de aangeleverde ideeën ook hun plaats in de discussies van het europarlement zullen krijgen nadat de jongeren huiswaarts zijn gekeerd. Ook dat valt nu afwachten na 25 mei.
Ik ga kort door de bocht, dat weet ik. Scepticisme heeft een prijs. Maar misschien is het mogelijk grijs te creëren tussen het geblokte zwart-wit. Toen de representatieve democratie in de 17e, 18e eeuw de basis van zijn huidige vorm kreeg, ontstond ook de vrije pers. Het idee was dat iedereen gelijkwaardig laten participeren aan de besluitvorming niet mogelijk was, maar de pers ervoor moest zorgen dat ze aan de overheid berichten wat zich in het publieke debat afspeelde. Op die manier was er een controle van de overheid, en werd de stem van het volk niet teruggebracht tot het inkleuren van een bolletje om de zoveel jaar.
Taak van journalisten
Tegelijkertijd groeide ook de taak om het volk op de hoogte te brengen van wat er door hun afgevaardigden werd bekokstoofd. Het is in dat laatste dat wij, journalisten, volgens mij een prachtige rol kunnen vervullen in dit verhaal. Ja, het euroscepticisme is hoog. Ja, de 5.000 aanwezige jongeren waren niet echt representatief voor de rest van hun generatie. Maar het is aan ons om die rest erbij te betrekken. Door ons niet te laten verleiden mee te stappen in de exclusieve, hooggeschoolde wereld van de zonet beschreven instituties, maar wel verhalen op te bouwen die iedereen kunnen aanspreken. Door een breed publiek aan het woord te laten. Door de wereld weer te geven zoals hij is, begrijpbaar voor iedereen, en kritiek niet te schuwen. Een volgende taak kan dan natuurlijk zijn ervoor te zorgen dat die verhalen ook echt bij iedereen geraken.
Het is vanuit die overtuiging en motivatie dat ik hier in Straatsburg drie prachtige dagen heb beleefd, en blij ben dat ik de kans kreeg om via StampMedia, De Ambrassade en de VRT bij te dragen tot het maken van verhalen. Op die manier helpen we te strijden voor een Europa waar iedereen bij hoort. Of beter: gehoord wordt.
© 2014 – StampMedia – Linde De Ceuster
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 12/05/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 17/05/2014