Er woedt opnieuw een hevige taalstrijd in Zuid-Afrika. Het Afrikaans verdwijnt stilaan uit het openbare leven en wordt op de universiteiten steeds vaker vervangen door het Engels onder druk van de regering. Het leidt tot protest bij de Afrikaners, die nogmaals moeten strijden voor hun moedertaal.

In november 2014 dreigde Blade Nzimande, de Zuid-Afrikaanse minister van Hoger Onderwijs en voorzitter van de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij, om de Akademia te sluiten zolang die bleef weigeren het Engels als voertaal te nemen. De Akademia is de enige Zuid-Afrikaanse universiteit waar nog exclusief gedoceerd wordt in het Afrikaans.

Volgens Nzimande is de beslissing om enkel onderwijs in het Afrikaans aan te bieden een vorm van racisme, omdat de Zuid-Afrikaanse wet voorschrijft dat iedereen zich moet kunnen inschrijven op de universiteit en er les moet kunnen volgen. Door het Engels op alle universiteiten te verplichten wil hij er onder meer voor zorgen dat meer zwarte studenten beginnen aan universitaire studies. Dat aantal is de jongste jaren sterk toegenomen, maar Nzimande wijst erop dat er nog veel ruimte is voor verbetering. Nog volgens de minister is het Engels de dominante taal in Zuid-Afrika en is de invoering hiervan op de universiteiten dus een logisch gevolg.

Taal en racisme

Reacties op Nzimandes dreigement bleven niet uit. Verdedigers van het Afrikaans benadrukten dat de meerderheid van de Afrikaanstaligen een donkere huidskleur heeft en er dus geen sprake is van racisme. Taal en racisme zouden bovendien niet vergeleken kunnen worden met elkaar, omdat taal deel uitmaakt van een cultuur, terwijl er bij racisme een onderscheid wordt gemaakt op basis van herkomst en afkomst.

Volgens professor Danie Goosen neemt Nzimande een totalitaire houding aan en wil hij “een soort eenvormigheid afdwingen die typisch is voor zijn communistische achtergrond en mentaliteit”. Nzimandes beslissing zou niet consequent zijn, omdat hij geen kritiek uit op de universiteiten waar exclusief les wordt gegeven in het Engels, een taal die ook niet door alle Zuid-Afrikaanse inwoners wordt gesproken.

De Zuid-Afrikaanse minister van Hoger Onderwijs ontkent dat hij de aandacht wil afleiden van de anti-Afrikaanse agenda die hij volgens de verdedigers van het Afrikaans heeft. Hij richtte zich tijdens de persconferentie in november 2014 rechtstreeks tot zijn tegenstanders. “Ze zijn de eersten om te zeggen: 'we zijn een veelkleurige staat, we geloven in wijlen Nelson Mandela, we hielden van hem, hij was een groots man'. Maar tegelijk richten ze instituties op die niet veelkleurig zijn, die haaks staan op de ideeën van Mandela."

Ook zijn uitspraak dat het Afrikaans moet leren overleven in een globale context waarin het Engels dominant is op alle gebieden, deed de gemoederen hoog oplaaien. Zo wijst schrijver en academicus Hans Du Plessis erop dat de Zuid-Afrikaanse grondwet ruimte laat voor diversiteit. Iets wat Nzimande volgens hem niet doet. Du Plessis wijst op de gelijkenis met de Soweto-opstanden uit 1976. Toen werd er in de townships ten zuidwesten van Johannesburg betoogd tegen de plannen van de toenmalige minister van Onderwijs, Andries Treurnicht, om het Afrikaans als algemene onderwijstaal in te voeren. De rellen die daarop volgden kostten het leven aan 23 mensen. Nu is de situatie net omgekeerd.

Akademia

De Akademia werd opgericht als reactie op de verengelsing van de oorspronkelijk Afrikaanse universiteiten door de Solidariteit Beweging. Het is een overkoepelende organisatie met onder meer een eigen vakbond, mediahuis (Maroela Media) en een financiële dienst. De beweging probeert al enkele jaren om door middel van zelfstandige instellingen Afrikaans als een taal van onderwijs en opleiding te behouden.

Naast de Akademia richtte de Solidariteit Beweging ook een technische hogeschool, Sol-Tech, op, waar in tegenstelling tot in het andere technische onderwijs les wordt gegeven in het Afrikaans. Het zijn deze instanties die nu in het vizier komen van het beleid van de ANC, de partij van president Jacob Zuma.

De nationalistische partij, die zegt te strijden voor een non-raciale samenleving, wordt soms verweten weinig eerbied te hebben voor de taalrechten. Onder meer de universiteiten van Stellenbosch en Pretoria zijn sinds de bewindsovername van de African National Congres in 1994 al overgeschakeld van het Afrikaans naar het Engels als academische taal. Andere universiteiten, zoals die van de Vrystaat in Bloemenfontein, volgen een beleid van twee talen, het Afrikaans en het Engels, naast elkaar. Toch wordt het Engels ook daar steeds meer gebruikt.

Stellenbosch

Vooral de verengelsing van de Universiteit van Stellenbosch (US) lokte groot protest uit. De US, gezwicht onder het ANC-beleid, vormde meer dan 100 jaar geleden immers het toneel van de eerste grote taalstrijd in Zuid-Afrika. Opgericht in 1866 als gymnasium gebruikte de school voornamelijk het Engels als voertaal. In 1875 werd het ‘Victoria College’.

Toen de Britse imperialist Cecil John Rhodes voorstelde om er een strikt Engelse universiteit van te maken, weigerde Victoria College. Het college wou onafhankelijk blijven en zelf de universiteitsstatus behalen. De zaak sleepte bijna 20 jaar aan. Uiteindelijk verzamelde het college genoeg donaties en kon ze in 1918 officieel de deuren openen als universiteit.

Tijdens de overgangsperiode van gymnasium naar college waren de studenten aan het Victoria College zich steeds bewuster beginnen worden van hun eigen identiteit en taal. De oprichting van verschillende taalbewegingen rond die periode, zoals Ons Spreekuur en Die Suid-Afrikaanse Taalbond, hadden hiertoe bijgedragen. Die taalbewegingen promootten de Afrikaanse en de Nederlandse taal, die tot 1983 nog werd beschouwd als synoniem voor het Afrikaans.

Reeds in 1911, twee jaar voor de Zuid-Afrikaanse Raad en Senaat er een agendapunt van maakten, rees onder de Zuid-Afrikaanse studenten de vraag naar een universiteit waar ze les konden volgen en examens konden afleggen in het Afrikaans. In april van dat jaar vond ook de eerste Studentetaalkonferensie plaats in Stellenbosch waarop men de Universiteit van Stellenbosch omschreef als “de plaats waar het Afrikanervolk zijn idealen het best kon verwesenliken en van waar uit het de grootste invloed op Zuid-Afrika kon uitoefenen”. De universiteit was volgens de sprekers op de conferentie “sinds jaren innig verbonden met het geestelik sedelik en national leven van de Hollandsprekende gedeelte van het volk”.

Drie eisen

Na de conferentie formuleerden de studenten drie belangrijke eisen: het gebruik van Nederlands in examens, een onafhankelijke universiteit in Stellenbosch, en dat deze universiteit uiteindelijk Nederlands/Afrikaans zou worden. Tussen 1918 en 1946 werden deze drie eisen een voor een ingewilligd door de Raad en de Senaat. De strijd voor een Afrikaanse universiteit heeft met succes geleid tot de totstandkoming van drie universiteiten in 1918: de Universiteit van Kaapstad, van Stellenbosch en van Zuid-Afrika.

Aan de universiteit van Stellenbosch verliep de overgang naar het Afrikaans zonder problemen. Er werden geen Engelsprekende professoren ontslagen. Nadat deze op pensioen gingen, werden ze simpelweg vervangen door Nederlandstaligen en na 1925 door Afrikaanstaligen. In 1950 waren er vier Engelstalige en vier Afrikaanse universiteiten. Al deze universiteiten zijn nu verengelst.

Zullen de Afrikaners alsnog hun slag thuishalen, of is het de regering die zijn wil kan doordrijven? Voorlopig ziet het ernaar uit dat het Engels definitief de bovenhand zal halen.

© 2015 – StampMedia – Carmen Polfliet



Dit artikel werd gepubliceerd door MO*- online op 28/04/2015