Termen uit de islam worden te pas en te onpas misbruikt door terroristen, waardoor heel wat mensen de echte betekenis niet kennen. O.m. moslims hebben het bijzonder moeilijk met die misvattingen. “Jihadisten waren oorspronkelijk beschermers van het volk. De islam staat bovenal voor rechtvaardigheid.”

Als het over de betekenis van ‘jihad’ gaat, is het moeilijk om bij juiste bronnen uit te komen. ”Ik heb het aan die moslim gevraagd bij mij op het werk”, is een veelgehoorde uitleg. “Die laksheid zorgt voor onduidelijkheid”, stelt Imad Ben. “Je kan het vergelijken met een zieke die niet naar een dokter gaat maar naar een slager, omdat die ook weet waar de hersenen en darmen liggen”, vertelt de Antwerpse liefdadigheidswerker, die meermaals opdook in de Een-reeks Een kwestie van geluk.

“Jihad is een woord dat vandaag een eigen betekenis heeft gekregen, los van de oorspronkelijke context”, vult kerkjurist Rik Torfs aan. “Voordien kwam die term in de Europese culturele context niet voor. Je hebt dus een vreemd woord zoals jihadist, dat dan vernederlandst wordt en bij veel mensen met geweld en vervreemding wordt geassocieerd.”

Terroristen voeren naar eigen zeggen een jihad tegen het westen. Maar het zou ook simpelweg terreur genoemd kunnen worden. “De onbekende oorsprong van ‘jihad’ versterkt de vervreemding”, weet Torfs. “Vormen van criminaliteit die we kennen, zoals oplichting en diefstal, zijn dan ons bekend en daardoor ook minder afschrikwekkend dan pakweg ‘jihadist’.”

Verengde betekenis

Ook theoloog Jonas Slaats betreurt het feit dat ‘jihad’ een verengde betekenis heeft gekregen. “Jihad wordt vaak gezien als een soort heilige expansieoorlog, wat in de traditionele islam niet het geval is." Jihad heeft volgens zowel Slaats als Torfs ook een betekenis in een godsdienstige, vreedzame omgeving.

Daarom betreurt Imad Ben dat er misvattingen over jihad bestaan, zowel bij moslims als niet-moslims. “Onwetendheid mag echter geen excuus zijn, en zeker niet als je erover gaat oordelen. De islam staat bovenal voor rechtvaardigheid”, duidt Ben.

Ben stelt dat zowel niet-moslims als moslims worden beschermd door de jihad. “Jihad is een vorm van aanbidding van Allah .Het betekent dat er een innerlijke strijd gevoerd wordt, waarbij je een inspanning moet leveren om tot een goed resultaat te komen. Dat gebeurt doorgaans vreedzaam: om tegen het slechte te strijden, kan je ook je hart of tong als middel gebruiken.”

“Enkel in tijden van oorlog”

“De uiterlijke strijd vertelt op zijn beurt hoe je je in tijden van oorlog moet gedragen. Enkel dan is geweld te rechtvaardigen. Neem nu Belgen, die zich in de Eerste of de Tweede Wereldoorlog hebben verzet tegen de Duitsers. Zij deden dus eigenlijk hetzelfde als mujahihdien (strijders die zich inzetten voor de jihad, red.). En zij waren helden, omdat ze tegen de onderdrukking van de nazi’s streden.”

“Geen enkel woord en geen enkele gedachte heeft zin buiten haar context”, vult Torfs aan. “Het is ongelofelijk belangrijk om dingen in hun geheel te zien, want mensen worden vaak veroordeeld om een verkeerd woord. Er wordt te weinig nagedacht over wat de betekenis was, is en kan zijn.”

Hoe dat komt? “Er zijn minder religieuze mensen dan vroeger”, gist Torfs. “Dan heb ik het voornamelijk over de Vlaamse, autochtone bevolking - mensen met andere origine, zoals Polen, weten veel meer over religie dan wij.”

Daarom haalt Ben de historische context erbij. “De ‘jihadisten’ waren de beschermers van het Ottomaanse volk”, duidt hij. “Moslims waren verplicht om mee te strijden tegen de herovering van de kruisvaarders. De jihad van de moslim was op dat moment: het volk dat deel uitmaakte van het islamitisch imperium, inclusief christenen en joden, beschermen. Het was hun plicht om de veiligheid van de families en bezittingen te waarborgen. Niet-moslims moesten niet mee strijden.”

Juiste oorsprong

Torfs vindt het zeer interessant om het begrip en de juiste oorsprong ervan toe te lichten. “Neem nu het begrip vergiffenis in het christendom, waarbij mensen denken dat christenen zomaar vergiffenis geven en dat, wanneer je biecht, alle zonden van je afvallen. Wel, oprecht berouw is de basis is voor vergiffenis. Je moet mensen dus geen vergiffenis schenken als ze volharden in het kwaad. De verharding van de maatschappij leidt er echter toe dat vergiffenis wijst op softheid - het makkelijk wegkomen met uw zonden. Wat dus volledig uit de context is gerukt.”

Vaak wordt gewezen naar de situatie in Irak, Syrië en het Midden-Oosten als verklaring voor de jihad die IS naar eigen zeggen voert. Ben zucht: “Het ligt inderdaad aan zij die onrecht verspreiden, dat die jihad in deze context wordt gevoerd. Omdat men zich dan gaat verdedigen tegen onderdrukking. Niemand houdt van oorlog, het is verweer - een defensieve jihad. Als een grootmacht het grondgebied gaat bezetten en koloniseert om heel het land in rep en roer te zetten, dan krijg je verzet als antwoord.”

Psychologische projectie

De angst voor jihad is volgens Jonas Slaats ook een soort maatschappelijke psychologische projectie. “We projecteren al het kwaad op extremisten in het bijzonder en op moslims in het algemeen. We mogen ons echter niet blindstaren op het feit of geweld religieus is, maar we moeten ons meer focussen op de vraag hoe we de cirkel van geweld doorbreken - of die nu religieus is of seculier.”

De boodschap van Ben sluit aan bij die van Jonas Slaats. “Van al je ervaringen met mensen, moet je de wijsheden eruit te halen”, stelt Ben. “Uiteindelijk zijn we allemaal hetzelfde. Het enige verschil ligt bij het hart en verstand. Het zou daarom mooi zijn moesten we dichter naar elkaar toegroeien, opdat we mekaar beter leren kennen. Enkel zo kunnen we zaken bij elkaar terugvinden waarvan we kunnen houden.”

© 2016 – StampMedia – Kaoutar Lekraïchi


Dit artikel werd eerst gepubliceerd op deredactie.be op 08/04/2016