Tine Hens stelde dinsdag haar boek ‘Het klein verzet’ voor in OPEK Leuven. De journaliste zet daarin kleine burgerbewegingen in de spotlights die tegen de stroom van ‘almaar meer’ inzwemmen. “'Deze generatie zal er heel wat voor moeten loslaten, maar uiteindelijk wint iedereen bij de deeleconomie”, klinkt het hoopvol.

Dat er een alternatief moest zijn voor die kiwi uit Nieuw-Zeeland. Iets dat géén duizenden kilometers moest afleggen om op haar bord te belanden. Daarover maakte journaliste Tine Hens zich sterk toen ze – zoveel mogelijk met de trein - haar tocht door Europa aanving. Onderweg leerde ze van kleine burgerinitiatieven hoe economie kan worden gelezen als ecologie, en waarom toegang belangrijker is dan bezit.

Die kennis en ervaringen heeft Hens gebundeld in een boek. Het klein verzet, heet het, en het ligt sinds vorige week in de rekken. Tijdens Hens’ boekvoorstelling in Gent en Leuven galmen woorden als deeleconomie en reconomy; non-profit-handelswijzen die kleine burgerbewegingen gebruiken om weerstand te bieden aan het mainstream economisch denken.

Moeten we die burgerbewegingen vooral in steden opzoeken, of vond je er ook in de meer rurale gebieden?

Tine Hens: “In de grootsteden zijn er misschien meer, maar ook in kleinere steden en dorpen zijn zulke initiatieven zichtbaar. Die kleinschaligheid maakt de wisselwerking met het platteland ook manifest. De aardappelbeweging in Thessaloniki (waarbij boeren aardappelen en andere groenten en fruit rechtstreeks aan de consument verkopen, red.) is daar een goed voorbeeld van, maar ook dichter bij huis zie ik interessante dingen opduiken.”

Een voorbeeld van zo’n actie is Op Wielekes, een fietsdeelsysteem in Ledeberg, Gent. Voor 30 euro per jaar kunnen ouders voor hun kinderen een fiets huren. Na dat jaar kunnen ze die fiets inruilen voor een groter exemplaar, dat beter past bij het gegroeide lichaam van het kind. Na een onderhoudsbeurt biedt de vrijwilligersorganisatie de ingeleverde fietsen terug aan aan andere kinderen.

Hens: “Het reconomy-principe van Op Wielekes zie ik ook in andere sectoren opduiken. In Diksmuide heb je BeauVent, een coöperatie opgericht rond de productie van hernieuwbare energie. Die mensen verhandelen tegen een erg lage prijs de duurzame energie van windturbines, zonnepanelen en biomassa aan hun vennoten.”

Lusten en lasten

Je had het ook over vormen van beteugeling. In Porto liet het stadsbestuur een niet-gesubsidieerde bibliotheek leeghalen en zelfs dichtmetselen.

Hens: “Hier maken we dat gelukkig niet mee. ’t Is te zeggen: zolang het gaat over onschuldige ideeën zoals repair-cafés, fablabs en gedeelde tuintjes, vindt de regering autonome initiatieven oké. Wanneer je je gaat mengen met de grote belangen, dàn neemt het verhaal een andere wending.”

“De federale en Vlaamse overheden slagen er bijvoorbeeld maar niet in een energiebeleid uit te stippelen waar plaats is voor burgerinitiatieven. Nochtans heeft iedereen daar baat bij. In Duitsland en Denemarken bloeien erg succesvolle projecten met windmolens en zonnepanelen: voor een relatief kleine investering kunnen burgers zelf duurzame, hernieuwbare energie aanbieden.”

“Helaas zweert België nog steeds bij een allesbehalve transparant kernenergieplan, waarbij de lusten voor het energiebedrijf zijn, en de lasten voor de maatschappij. Het is onwaarschijnlijk dat we dat blijven aanvaarden.“

De deeleconomie blijkt erg krachtig en aanstekelijk te werken. Enkele bedrijven, zoals Uber en Airbnb, hebben dat gemeenschapsdenken omgeturnd tot een concurrentiële business. Dreigen andere coöperaties te vervallen in hetzelfde kapitalistische denken, eens ze voldoende tractie krijgen?

Hens: “Het achterliggende idee van Uber en Airbnb is inderdaad dat van de deeleconomie: een aantal mensen zag onbenutte ruimte (in deze gevallen een lege passagierstoel of een leeg bed) en dacht na over hoe ze die beschikbaar kan stellen voor anderen. Echter: op dat basisprincipe teert nu een businessmodel dat draait rond winst. Soms zelfs rond uitbuiting, want: welke sociale bescherming genieten Uber-chauffeurs? De meeste particuliere coöperaties definiëren hun motieven anders: bij hen gaat om het uitsparen van energie, ruimte of grondstoffen – om meer te doen met minder. Winst is bij hen nooit de drijvende kracht.”

“Er zijn wel organisaties die uitgroeien tot een grote speler zonder dat ze in dat proces al te veel hun kleren scheuren aan het neo-liberale marktmodel. Tesla verkoopt elektrische wagens over heel Noord-Amerika, Europa en China, maar blijft ook trouw aan de intellectuele deeleconomie. In plaats van ecologische vooruitgang dicht te metselen met patenten, stelt het bedrijf zijn kennis beschikbaar voor iedereen via een open source-programma. Zoveel is zeker: de deelfilosofie heeft véél potentieel.”

Babbel met de bioboer

Wat is de rol van jongeren in dit verhaal? Zijn zij de herauten van een brave new world?

Hens: “Mijn reis doorheen Europa begon vanuit een zekere verontwaardiging: is het normaal dat ik het hele jaar door kiwi’s kan eten zonder dat de prijzen fluctueren? Of: weet ik precies wat er in die hamburger zit? Het zijn gezonde vragen om in het achterhoofd te houden.”

“Deze generatie kan veel realiseren, maar ze zal daar heel wat voor moeten loslaten. Nu worden jongeren gepamperd met de luxe van constante en onmiddellijke beschikbaarheid. Eens de economie stagneert, komt het besef dat we het met minder zullen moeten stellen. Pas wanneer jongeren zich daar ten volle van bewust zijn, zullen ze de mogelijkheden zien. Mijn raad aan jongeren: doe eens ne babbel met jouw bioboer, marktkramer, fietshersteller en kringloopwinkelier. Je ontdekt een hele wereld van alternatieven, zonder dat je het gevoel hebt dat je vanalles moet opgeven. Da’s het mooie aan de deeleconomie: iedereen wint erbij.”

© 2015 – StampMedia – tekst: Peter Vanwijnsberghe


Dit artikel werd gepubliceerd door Knack - online op 31/05/2015