Uit De Marge is het overkoepelende orgaan voor organisaties binnen het jeugdwerk en jeugdbeleid met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Daarom is het een belangrijke speler in het jeugdwelzijnswerk. De organisatie maakt een onderscheid tussen het publiek van jeugdbewegingen en dat van jeugdwelzijnswerk. “Dat laatste is van onschatbare waarde”, stelt Jan Deduytsche, coördinator van Uit De Marge.

De koepel maakt een onderscheid tussen jeugdwerk en jeugdbeleid. Zo biedt het onder meer training aan jeugdwerkers, maar doet het ook aan belangenbehartiging op hoger niveau. “We proberen lokale besturen te overtuigen om te blijven inzetten op jeugdwelzijnswerk. Een professionele beroepskracht kan vrijwilligers ondersteunen en is dus erg waardevol. Maar beroepskrachten kosten ook geld ”, meent coördinator Jan Deduytsche.

Hoe kunnen we het jeugdwerk toegankelijker maken?

We moeten vooral attent zijn naar verschillende groepen toe. Neem nu vluchtelingen: kinderen die in het holst van de nacht moesten vluchten, zullen een dropping misschien minder plezierig vinden. Natuurlijk hangt zoiets af van persoon tot persoon: niet elke vluchteling is zwaar getraumatiseerd en heeft dezelfde zorgen. Inspelen op de specifieke situatie zonder veronderstellingen over een groep te maken, is de sleutel. Er moet aandacht gaan naar zulke situaties - iedereen moet beseffen dat niet alles zo vanzelfsprekend is.

Hoe gaan jullie om met een veranderende maatschappij?

Vandaag de dag stellen vele jeugdwerkorganisaties zich meer en meer vragen bij diversiteit. Hoe moet men ermee omgaan? Hoe kan men erop inspelen? Maar bij ons leeft het thema al enkele decennia gelden. Toen de gastarbeiders in de jaren zeventig tot bij ons kwamen, werden we al geconfronteerd met diversiteit.

Het verschil vandaag de dag is dat er nu veel meer verschillende nationaliteiten terug te vinden zijn. Afhankelijk van hun status, genieten ze verschillende sociale rechten. ‘Integratie’ betekent voor voor een genaturaliseerde Belg iets anders dan bijvoorbeeld vluchtelingen of migranten met of zonder E-kaart.

Bovendien wordt makkelijker contact gehouden met het land van herkomst, wat de diversiteit nog levendiger houdt. Dat dwingt ons steden, wijken en plaatsen waar jongeren vertoeven, door een globalere lens te bekijken.

Hebben jullie vaak contact met andere jeugdbewegingen?

We worden af en toe gecontacteerd om ervaringen uit te wisselen. Als het jaarthema van een bepaalde jeugdbeweging aansluit bij diversiteit, komt dat extra in de aandacht te staan. We merken wel dat er, vanuit de koepels, inspanningen gedaan worden om hier rond te werken. Maar wat belangrijk blijft, is de realiteit van het terrein. Als de demografische samenstelling van een wijk door de jaren heen verandert, kan je ervoor kiezen die verandering links te laten liggen, of erop in te gaan.

Moet een jeugdwerk altijd inclusief zijn?

Er moet vooral geluisterd worden naar wat jongeren willen, waar ze zich goed voelen. Er moeten kansen zijn om bruggen te bouwen, maar ik denk niet dat we een divers jeugdwerk kunnen opleggen. Sommige jeugdbewegingen hebben nu eenmaal minder te maken met diversiteit. Een KLJ-groep op het platteland komt bijvoorbeeld veel minder met diversiteit in aanraking dan een scoutsgroep in de stad.

Het heeft geen zin dit thema op te dringen als het niet leeft. Een divers jeugdwerk is iets wat voor een heel groot deel van onderuit moet komen.

Misschien moeten we meer oog hebben voor solidariteit door de horizon te verbreden. Waarom kan een Chiro een thema als stedelijkheid meer plaats geven? Of een Scouts banden zoeken met andere bewegingen?

Wat zijn de grootste uitdagingen voor Uit De Marge?

Er blijft een verschil tussen het publiek van de jeugdbewegingen en het jeugdwelzijnswerk. Het is belangrijk dat lokale besturen erkennen dat een ‘klassieke jeugdbeweging’ ook met een bepaalde doelgroep werkt, zijnde blanke middenklassejongeren, waarvan het grootste deel ASO volgt.

Een mozaïek aan jeugdwerkvormen is belangrijker dan een tweesporenbeleid (klassieke versus doelgroepspecifieke jeugdbewegingen, red.) Ze kunnen kinderen en jongeren zelf hun jeugdwerk vormgeven en kiezen waar ze zicht thuis voelen.

De grootste uitdaging is om de lokale besturen te overtuigen van de kracht van jeugdwelzijnswerk. We moeten daarop hameren, want jeugdwerk is van onschatbare waarde.

© 2015 – StampMedia – Flore De Pauw