In 2030 zijn er naar schatting 600.000 Antwerpenaren. Om die bevolkingsgroei op ecologische wijze op te vangen, werd op woensdag 9 mei gebrainstormd over de verschillende manieren waarop de stad zelf oplossingen kan bieden.

De infoavond werd georganiseerd door de sociaaldemocratische fractie in het Europees Parlement. Samen met tien experts werd uitgezocht wat de mogelijkheden zijn wat betreft stadslandbouw en stadswind.

Stadslandbouw wint elke dag aan populariteit. Onder de term urban farming wint de rage over de hele wereld aan belang. Tuinieren is het nieuwe koken geworden en niemand wil de boot missen. Burgemeester van Parijs Bertrand Delanoë riep 2012 zelfs uit tot 'het jaar van de stadslandbouw'.

Biologische yuppentent

Urban farming draagt bij tot meer zelfvoorziening. Dat beseft ook Rotterdammer Huibert de Leede. Met het project Uit je eigen stad wil deze fulltime-urban-farmer Rotterdam naar de toekomst voeren. "Met dit project bieden we een alternatief voor de geïndustrialiseerde voedselproductie. Boer, stad en consument moeten nauwer met elkaar verbonden worden." De Leede kreeg van de stad Rotterdam enkele braakliggende gronden ter beschikking. Na een investering van 1,1 miljoen euro zijn de terreinen functioneel. Het geld kwam onder andere van een woningcorporatie. Want urban farming zorgt niet enkel voor verse groenten, het laat ook de buurt heropleven. "We zien opmerkelijke verschillen in de buurt. Zo neemt stilaan het aantal omwonenden met overgewicht af omdat ze gezond voedsel ter beschikking hebben." De buurt herleeft en er wordt gepoogd iedereen bij het project te betrekken. "We willen absoluut vermijden dat het een biologische yuppentent wordt. Dit initiatief moet voor iedereen toegankelijk zijn." Al is het de vraag of dat lukt met termen als vertical farming, nimby en sustainability.

Mogelijkheden en problemen

Ook België is mee op de urban-farmingtrein gesprongen. Zo is er het project Groenten uit Gent waar onder andere ex-verslaafden worden ingezet om de stadstuinen onderhouden. Antwerpen blijft niet achter: op de daken van vzw Noösfeer wordt op dit moment de grootste stadsmoestuin van de stad geïnstalleerd en sinds een maand kun je gaan tuinieren in gemeenschapstuin Biodroom op Linkeroever. Ook de befaamde moestuinbox van Antwerps stadslandbouwbedrijf Greenmarx is populair. Zo kan ook wie weinig ruimte ter beschikking heeft aan het tuinieren slaan.

Willem Van Gucht van Groenten uit Gent wijst op de pijnpunten van het stadstuinieren. "Het vinden van geschikte gronden is niet altijd evident. Veel percelen zijn vervuild, zoals het onze. Daarom zijn we genoodzaakt met speciale bakken en zakken te werken. Maar van de andere kant toont dat juist de mogelijkheden om op beperkte, stedelijke oppervlakte toch succesvol te tuinieren."
Hans Leinfelder van het departement Ruimtelijke Ordening zegt dat er voldoende ongebruikte restruimte is in de stad. De Antwerpse Groene Singel is daar een voorbeeld van. "Belangrijk is wel dat de initiatieven makkelijk verplaatsbaar blijven. Zo maximaliseren we het potentieel van elk initiatief en kunnen we het meeste uit de stad halen."

Leren uit het verleden

"Een doorsneemaaltijd legt gemiddeld 30.000 kilometer af vooraleer we die op ons bord hebben", vertelt Jan De Zutter. Hij stelde de internationale invulling van urban farming voor. "We zijn de voorbije decennia met z'n allen te veel aan het feesten geweest en dat wordt nu pijnlijk duidelijk. We moeten noodgedwongen op zoek naar oplossingen." Stadslandbouw is een van de oplossingen volgens De Zutter. "Bij urban farming wordt negentig procent minder water gebruikt dan in de reguliere landbouw. Ook leggen producten bij stadslandbouw gemiddeld slechts drie kilometer af in plaats van het tienduizendvoud." De Zutter kijkt naar het verleden om uit te leren. "In de negentiende eeuw zakten boeren massaal af naar de steden voor werk maar overbevolking en hongersnood dwong hen het heft in eigen handen te nemen en rondom de stad zelf voedsel te telen."
Een ander voorbeeld is de Cubaanse hoofdstad Havana. Na de val van de Sovjet-Unie kwam Cuba onder embargo van de Verenigde Staten. De Havaneros waren op zichzelf aangewezen en begonnen daarom met stadstuintjes. Vandaag de dag komt zo'n negentig procent van de groenten in de hoofdstad uit een van de tweehonderd stedelijke tuinen die de stad rijk is. Urban farming is dus niets nieuws maar het moet wel aangepast worden aan onze tijd.

Evenwicht tussen rentabiliteit en winst

Urban farming brengt veel voordelen met zich mee. Vooral de fikse besparing op transport- en energiekosten is aanzienlijk. Dat de steden groener worden met deze initiatieven, is logisch. Waar knelt het schoentje dan? Het grootste pijnpunt zit in het gevaar dat de stadslandbouw zijn doel voorbijstreeft. Met de constante hang naar winstmaximalisatie en schaalvoordelen wordt de essentie van urban farming misschien uit het oog verloren. Steden, landbouw en inwoners moeten elkaar terugvinden en op een harmonieuze wijze een nieuwe manier van landbouw ontwikkelen.

© 2012 - StampMedia - Leen Baeten


Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 15/05/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 15/05/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 15/05/2012