Mijn grootmoeder van bijna negentig jaar mag straks dus met haar vaccinatiepaspoort op zak afzakken naar Benidorm – wat ik haar gun, al zou ik een andere bestemming kiezen. Ze zou er met de volledige Europese seniorenbevolking kunnen kuieren over het strand, porto’s knallen op de talloze terrasjes en tot een kot in de nacht wiezen met een inzet van een paar centjes, afgesnoept van haar contactbudget.
Wij, de jongere generatie, mogen niet klagen. Er zijn al ontelbare open brieven geschreven over het leed dat ons is aangedaan en weet je, ik sleep die brieven zelf ook automatisch naar de prullenbak. Iedereen, jong en oud, rijk en arm, groot en klein, is aangetast door deze crisis.
Na een eindeloos lange vergadering met hier en daar een fles rode wijn, een espresso en misschien een digestief, hebben politici beslist om de campagne ‘één ploeg van elf miljoen’ te lanceren. Geen slechte catchphrase.
Juist daarom valt dat vaccinpaspoort mij nu zwaar. Covid-19 zette ons aller levens overhoop, maar daarover wil ik niet zeuren. We sleepten ons door de crisis langs de ‘corona- en druktebarometer’, tussen ‘knuffelcontact’ en ‘lockdownfeestjes’ en dat allemaal op anderhalve meter afstand, met de lipluier op de mond.
Wat mijn grootmoeder betreft, zij heeft afgezien. Ze mocht haar kinderen en kleinkinderen niet meer zien en werd tentoongesteld als een dier in de zoo. Zwaaiend en nog luider roepend dan anders stonden talloze families te wuiven naar een stukje glas waarin ze zichzelf zagen en de persoon die ze wilden zien slechts een glimp was in hun eigen reflectie.
Dat mensen die gevaccineerd zijn het befaamde vaccinatiepaspoort op zak krijgen, lijkt me nog logisch. Mijn kat heeft ook een boekje waarin al haar spuitjes staan.
Dat mijn grootmoeder eerst gevaccineerd werd, leek me logisch. Als oudere mensen het te pakken krijgen, is het een kwestie van tijd. De tijd die ze kregen met de zekerheid van het vaccin, kunnen en mogen ze zeker vullen met een reis naar Benidorm. Maar wat met ons? Wat met de rest van de ploeg van elf miljoen?
Ik wacht op mijn vaccin, met bibberende knieën omdat ik absoluut geen fan ben van spuitjes. Prik het in mijn arm of in mijn bil, die bloedklonters neem ik er wel bij. Wouter Beke, strijdvaardig als hij is, beloofde ons dat we allen tegen 11 juli gevaccineerd zullen zijn. De kleine lettertjes toonden dan weer zijn bibberende knieën: “als de leveringen komen.”
Dat mensen die gevaccineerd zijn het befaamde vaccinatiepaspoort op zak krijgen, lijkt me nog logisch. Mijn kat heeft ook een boekje waarin al haar spuitjes staan. Wat mij wél kwaad maakt: dat dit paspoort bepaalt wie wel en niet op vakantie mag, ook als ik niet eens de kans gekregen heb om een prik te laten zetten. Mijn vrienden en ik zitten al maanden binnen, net als iedereen. We wachten op de verlossende zin: “Doe maar.” Een bacchanaal van ettelijke weken en een lever die schreeuwt naar verlossing, de toekomst lacht ons toe.
Een paspoort kan en mag enkel in het leven geroepen worden als alle mensen die gevaccineerd willen worden, gevaccineerd zijn. Eén ploeg van elf miljoen. ’t Is niet omdat de keeper klaar is om ’t veld op te lopen, dat de spits zijn veters al geknoopt heeft.
Samen uit, samen thuis. Toch?
Dit artikel werd gepubliceerd door De Morgen op 18/03/2021