Net over de grens met Duitsland vinden dit najaar in het Keulse Museum Ludwig en in de Bundeskunsthalle van Bonn nieuwe toptentoonstellingen plaats. Niels (20) bezocht ze allebei. Vandaag Ludwig Goes Pop, een inkijk op de grootste Pop Art-collectie van Europa.

Tijdens regenachtige herfstdagen besteden veel Vlamingen graag tijd in een museum in binnen- of buitenland. Onze route langs de beste kunstexposities van het najaar begint in de schaduw van de Dom van Keulen. Begin oktober werd in het aanpalende Museum Ludwig een gloednieuwe overzichtstentoonstelling rond de Pop Art geopend met als passende titel Ludwig Goes Pop.

De tentoonstelling vertelt het verhaal van de kunststroming uit het einde van de jaren '60 aan de hand van 150 werken door sleutelfiguren uit de Pop Art. Zo bevat de tentoonstelling een volledige reeks met 10 Marilyn Monroes van Andy Warhol of het overbekende M-Maybe (A Girls Picture) van Roy Lichtenstein.

Alle kunstwerken zijn afkomstig van instellingen die met de naam Ludwig verbonden zijn. Ongeveer 65% van de tentoongestelde werken komt uit de overbekende collectie van het museum in Keulen zelf, dat de grootste Pop Art-collectie van Europa bezit. Curator Luise Pilz: “Pop Art is het uithangbord van ons huis geworden. En dat hebben we aan onze stichter, Peter Ludwig, te danken.”

Chocoladegigant zkt. winstgevende kunst

Die Peter Ludwig was in de jaren ’60 samen met zijn wederhelft, Irene Ludwig, in het begin geschokt door de banaliteit van de Pop Art. De chocoladegigant uit Koblenz had het voordien vooral op klassieke en middeleeuwse kunst begrepen, maar zou kort nadien een fervente verzamelaar van de Pop Art worden, hoewel de stroming gevestigde kunstwaarden zoals originaliteit of ‚diepte’ naar de prullenbak verwees. Met Landscape No. 4, een werk van de Amerikaanse kunstenaar Tom Wesselmann waarin een koppel in een Ford door een berglandschap rijdt, werd de toon voor een gigantische verzameling werken gezet.

Wat verklaart de plotse ommezwaai in de kunstsmaak van het koppel? “Die heeft vooral te maken met de context van de tijd waarin ze leefden”, weet curator Pilz. “Het was de tijd van het Wirtschaftswunder en de galeriehouders, zoals de New Yorker Leo Castelli, waarmee de Ludwigs samenwerkten, zagen brood in de moderne kunststromingen.”

“Banaliteit is een pluspunt”

In 1969 stelden de Ludwigs voor het eerst hun collectie hedendaagse kunst voor in het toenmalige Wallraf-Richartz-Museum te Keulen. De tentoonstelling Kunst der sechziger Jahre met werken uit het Nieuw Realisme en uit de Amerikaanse en Engelse Pop Art wekte met 200.000 bezoekers een ongeziene interesse bij het publiek. De bezoekers waren vooral geshockeerd. “En dat was en is meteen één van de grootste kwaliteiten van de Pop Art”, stelt Pilz.

Bij Pop Art worden vertrouwde zaken uit de context getrokken. “Daardoor doen de werken iets met de bezoeker, ook zonder dat die een kunstopleiding heeft gehad. Ook irritatie kan dat opgewekt gevoel zijn. Dat de kunststroming soms te banaal zou zijn, beschouw ik dus tegelijkertijd als een groot pluspunt”, vertelt Pilz.

Pop Art, een mannenbastion

Ondanks de overvloed aan werken in Ludwigs collectie, is die verre van volledig. Pilz bevestigt dat: “We hebben die lacunes in de collectie bewust niet willen weglaten op de tentoonstelling. Want niet alleen wat een verzamelaar koopt, maar vooral wat hij niet koopt, vertelt veel over de persoon. Zo ontbreekt de positie van de vrouw volledig, op een beeldhouwwerk van Marisol Escobar na. Dat heeft ermee te maken dat de Pop Art een wereld is die sterk gedomineerd werd door mannen.”

Het valt ook op dat vooral de Amerikanen sterk vertegenwoordigd zijn op de tentoonstelling. Wat bijvoorbeeld met Pop Art uit het Verenigd Koninkrijk? “Opnieuw geeft dat iets prijs over de persoon Peter Ludwig”, onthult de curator. “Hij was vooral afhankelijk van galeriehouders en hij had nu eenmaal niet zo’n goede banden met de Engelsen. De Engelse kunst die we in zijn collectie terugvinden, komt allemaal van Duitse galeriehouders.”

Een blik Campbell’s zonder vervaldatum

Hoewel de Pop Art ondertussen de middelbare leeftijd bereikt heeft, is de kunststroming volgens Luise Pilz helemaal nog niet versleten. “De werken ogen nog bijzonder modern. Daarbij komt ook nog eens dat Pop Art-werken op veel verschillende manieren gelezen kunnen worden. Je vindt er bijvoorbeeld commentaar in op de kunstwereld, maar ook op de vereenzaming van de mens in de maatschappij. Daarom kun je onze tentoonstelling Ludwig Goes Pop ook meer dan één keer bezoeken. Elke keer ontdek je weer een ander fascinerend gegeven”, besluit de curator.

De tentoonstelling rond Peter Ludwig en de Pop Art, Ludwig Goes Pop loopt nog tot 11 januari 2015 in het Museum Ludwig op de Heinrich-Böll-Platz te Keulen. Het museum is open van dinsdag tot zondag (inclusief vakantieperiodes) van 10u tot 18u. Speciaal voor Ludwig Goes Pop is het museum elke donderdagavond open tot 20u. Toegangskaarten kosten standaard 11,00€, het familieticket kost €22,00. Meer informatie op www.museum-ludwig.de

Morgen: Outer Space, in de Bundeskunsthalle van Bonn: een uitzonderlijke tentoonstelling rond de ruimte.

© 2014 StampMedia Niels Timmermans


Dit artikel werd gepubliceerd door Cutting Edge op 28/10/2014