“Op de knieën, stronten!” klonk het, wanneer we met z’n allen arriveerden aan de Oude Gevangenis van Hasselt, verkleed als gevangenen. Ieder van ons werd meteen beklad in het gezicht met een rood en zwart kleurtje en kreeg een ‘nummer’ toegewezen, onze nieuwe identiteit, waarmee we de rest van de dag zouden aangesproken worden. Lopen, roepen en vooral luisteren zouden we, als we deze doop tot een goed einde wilden brengen.
“Tuut-tuut, tuut-tuut!” Enkele voorbijgangers keken heel verbaasd wanneer een horde gevangenen als een trein voorbij wandelde. Het werd al helemaal gek wanneer enkele gevangenen op handen en voeten opeens wegliepen om een hondenbot te halen met de mond en het vervolgens terug te brengen naar hun baasje (lees: strontentemmer).
Alsof dat nog niet vernederend genoeg was, stond ons vervolgens nog een heel andere verrassing te wachten… “Alsjeblieft, stront!” Daar lagen ze dan, 2 teentjes knoflook om op te eten. Ideaal om nieuwe vrienden te maken, denk je dan, met een stinkende adem de rest van de dag! (Lees: week.)
Vrijheid betalen met pepers
Gelukkig kregen we de kans om onze mond te zuiveren! Nuja… water kregen we alvast niet, behalve als we het mengden met bloem met hulp van een medestront. Ook katten- en hondenvoer waren trouwens nog nooit zo lekker! Bovendien maakten we kennis met elkaar op allerlei wijzen en we leerden maaltijden kennen waar we nooit van hadden durven dromen.
Terwijl we allemaal nog aan het bekomen waren van het voorgaande, kwam de volgende mijlpaal aan bod. We speelden zeer fijne spelletjes met z’n allen, zoals Dikke Berta, 1-2-3 Piano en meer. Daarna begaven we ons samen naar de Grote Markt van Hasselt. Sommigen aan elkaar vastgebonden, anderen niet. De laatste groep moest haar vrijheid wel betalen door het eten van pikante pepers.
Op de markt stonden ons opnieuw enkele opdrachten te wachten. Ondertussen was de groepsband sterker dan ooit geworden… Ook buitenstaanders genoten volop van het doopspektakel.
Laatste zware beproeving
Aan het kanaal aangekomen, zagen we een groot stuk plastiek liggen. Hier zouden we de laatste beproeving moeten ondergaan... Althans, dat dachten we toch. Allemaal naast elkaar op de knieën, handen voor de ogen. We wilden vooral niet weten wat we allemaal over ons heen gesmeten kregen. Ei, zout, peper, mosterd, vis ...? Een hele mengelmoes met van alles en nog wat. Maar zalig, het vieze gedeelte was tot z’n einde gekomen. Of niet?
Balen, nog een laatste obstakel diende overwonnen te worden alvorens we van stront tot schacht gedoopt werden. Een heel ferm papje werd ingeschonken. Ik kan me niet inbeelden dat ik ooit nog zoiets ranzigs zal moeten opdrinken.
Eind goed, al goed
“Proficiat, jullie zijn nu officieel schachten!” klonk het na de eedaflegging. Zo trok iedereen opgelucht en fier met een groot gevoel van euforie naar huis om een heerlijke douche te nemen. Zelfs dat laatste was zeker niet te onderschatten. Aangeraden werd om het haar met koud water te wassen opdat het haar minder lang zou stinken.
Deze onvergetelijke dag werd afgesloten met een doopcantus. Lintjes en cantuscodexen werden uitgedeeld. Ook vriendschappen werden gesmeed voor de rest van het leven. Bedankt Themis, voor deze zalige dag!
© 2014 – StampMedia – Lieselotte Smekens
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 24/10/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg - online op 24/10/2014