(PIDMAG) “Kombo na ngai eza Ornella Kalonji, I was born in Kinshasa, mais j'ai grandi à Louvain, hierdoor heb ik een heleboel talen mu mutu wanyi!” Voor wie dat niet helemaal heeft begrepen: mijn naam is Ornella. Ik ben geboren in Kinshasa, opgegroeid en Leuven en heb hierdoor een heleboel talen in mijn hoofd.

Mijn eerste twee levensjaren woonde ik in het Congolese Kinshasa. Het is dus vanzelfsprekend dat ik Lingala spreek. Maar mijn ouders hebben mij ook Frans en Tshiluba, hun eigen moedertaal, aangeleerd. Dus tegen mijn 4 jaar begreep ik al drie verschillende talen.

Mijn eerste jaar in de kleuterklas was in een Franstalige school in Wallonië. In het tweede kleuterklasje heb ik Nederlands geleerd. De rest van mijn schoolcarrière verliep in deze taal. Vanaf de lagere school begreep ik alsmaar beter Engels dankzij bepaalde tv-programma’s. Daarna heb ik nog vier jaar in Canada gewoond, waardoor mijn Engels nog beter werd.

Warboel

Ik begrijp en spreek dus vijf verschillende talen, kan Grieks en Hebreeuws geschrift lezen en heb een basiskennis van Amerikaanse gebarentaal. Indrukwekkend, vinden sommigen. Een verrijking, klinkt het elders. Dat klopt: meertaligheid is een troef. Je kan je overal verstaanbaar maken en communiceert vlot met mensen.

Toch zijn er ook nadelen. Soms is het een warboel in mijn hoofd. Als ik de kans zie om van de ene taal naar de andere te springen, omdat mijn gesprekspartner die talen ook begrijpt, doe ik dat. Soms vergis ik me, verwar ik talen of moet ik wanhopig op zoek naar het juiste woord in de juiste taal.

“Dat is perfect normaal”, stelt Koen Van Gorp me gerust. Hij is doctor in Taalkunde en coördinator van het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven). “Talen wisselen in een gesprek heet code-switching of translanguaging. Je doet het nooit toevallig. Taal is een relatie en in een relatie zoek je steeds een overeenstemming. De taal die je gebruikt hangt af van je gesprekspartner, je relatie en het onderwerp van jullie gesprek.”

Tegen je natuur

Translanguaging voorkomen is volgens Van Gorp tegen je natuur ingaan. “Het beperkt je omdat je afstand neemt van je vlotheid. Je moet je monitor inschakelen en jezelf corrigeren. Als je schrijft heb je hier tijd voor, maar bij het spreken gaat het te snel. Het is impliciet en geautomatiseerd. Anders wordt het een beredeneerd gebruik van taal.”

Dat ik op jonge leeftijd zoveel talen heb geleerd, is volgens Van Gorp net een goede zaak. “Als kind heb je meer tijd en ruimte. Je leert talen op hetzelfde moment als je je de wereld ontdekt. Als je ouder wordt, verlies je een stuk vermogen om taal te verwerven. Er is veel discussie over de “ideale leeftijd” om talen te leren, maar het algemeen gevoel is dat hoe later je begint, hoe moeilijker het is om van een taal je native language te maken.”

Donc, dus, so...van talen wisselen is geen ramp. Oef, ik ben normaal! Maar voortaan zal ik mijn monitor inschakelen just to make sure que je ne change pas trop… Oyoki?

© 2015 – StampMedia - Tekst: Ornella Kalonji; foto: Stefan Lambrechts


Dit artikel verscheen eerst in PIDMAG, het magazine van StampMedia – Jaargang 3 Nr.9 p. 15
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 22/04/2015