“We moeten voorkomen dat enkel de elite hoger onderwijs kan genieten”, klonk het unaniem tijdens een debat over de verhoging van het inschrijvingsgeld. Dat vond plaats aan de Universiteit Antwerpen, waar vertegenwoordigers van politieke jongerenpartijen desondanks grondig verschilden van mening over de maatregel.

Op 24 november organiseerde faculteitsclub PSW in samenwerking met koepelvereniging PFK-spectrum een debat over studenten, door studenten en voor studenten. Vertegenwoordigers van politieke jongerenpartijen, al dan niet verbonden aan een moederpartij, legden elkaar het vuur aan de schenen met hun mening over de verhoging van het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs.

Het feit dat de opkomst voor de betoging tegen die verhoging van inschrijvingsgeld niet opmerkelijk groot was, wil daarom niet zeggen dat studenten er niet mee bezig zijn, noch dat ze niet politiek geëngageerd zijn. Wat de geslepen studenten wel verdeelt, is of de maatregelen die de regering genomen heeft de drempel naar het hoger onderwijs voor sommige studenten al dan niet verhoogt.

Drempel hoger of lager?

Volgens de christen-democratische studentenkring CDS wordt er enkel meer geld gevraagd aan zij die het kunnen bepalen en de overigen worden opgevangen door het beurs- en bijnabeurs-systeem. De verhoging van het inschrijvingsgeld is volgens de christen-democraten, verdedigbaar zolang het onder de grens van 1000 euro blijft. Daarmee wil het naar eigen zeggen niet de beslissingen van CD&V rechtvaardigen, maar zich onafhankelijk uiten.

Voor Jos d’Haese van het extreemlinkse COMAC, die heel overtuigend spreekt als arts in opleiding, gaat het een stap te ver. Bij een rondvraag van 4.500 studenten bij de vereniging, verbonden aan PVDA+, is 90% tegen de verhoging van inschrijvingsgeld. “Dat de Facebookpagina die protesteert tegen de maatregelen nog maar 10.000 likes telt, zegt niets over de mening van alle 230.000 studenten in Vlaanderen. Samen met andere voorstellen die nog op tafel liggen bij de federale regering, zoals het invoeren van een verbindende toelatingsproef, is het een ferme baksteen waarmee de muur naar het hoger onderwijs wordt verhoogd.”

Jong Groen en de Jongsocialisten voegden eraan toe dat het de taak en de plicht is van de overheid om hoger onderwijs voor iedereen aan te bieden en mogelijk te maken. Bovendien wordt er bespaard op de kwaliteit. De student betaald meer en krijgt er minder voor terug.

De vertegenwoordigers van rechts reageerden dan weer dat elke student zijn geld liever aan studentikoze activiteiten geeft dan aan zijn studie. Studeren kost geld, want naar de gratis systemen die gelden in Duitsland en Finland willen we niet evolueren, stelt het LVSV. De liberalen wijzen erop dat studenten serieuze beperkingen worden opgelegd in die landen. Zij mogen niet kiezen waar noch wat ze studeren.

“270 euro is investering”

De nieuwe Vlaamse minister van onderwijs Hilde Crevits legde het inschrijvingsgeld vast op 890 euro. De vraag die zich stelt, is of die verhoging van 270 euro de studenten in die mate tegen de borst stoot dat ze ervoor op straat komen of op de like-knop willen klikken. CDS stelde daarom pragmatisch dat het voorgestelde bedrag van 1.000 euro overigens lager dan de meeste van onze buurlanden. “Denk maar aan Nederland, waar de kost voor een jaar studeren meer dan dubbel zoveel bedraagt dan het bedrag dat werd voorgesteld.”

“Er wordt bespaard op alle sectoren in de samenleving, maar de regering maakte de beslissing om dat in het allerminst op onderwijs te doen”, vervolgden de christen-democraten. In die zin is het volgens CDS zelfs een investering. Maar over één ding waren alle sprekers het wel eens: “We moeten voorkomen dat enkel de elite hoger onderwijs kan genieten. Het is de taak en plicht van de overheid een democratisch onderwijssysteem te verzorgen waar iedereen toegang tot heeft”, klonk het unaniem.

© 2014 – StampMedia – tekst: Heleen Persoon, foto: Liesbeth Knaeps


Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 11/12/2014