(Erasmix) Drie Midden-Oostenverslaggevers over hun aanpak. VRT-journalist Rudy Vranckx bekent: "Bij het begin van de revolutie in Egypte waren we niet objectief. Daarom zijn we teruggegaan."
De dynamiek in de Arabische wereld heeft het Westen wakker geschud, maar daarbij rijst meteen ook de vraag: doen de media aan goede verslaggeving? Of doen de journalisten hun werk niet goed? Een panelgesprek met Rudi Vranckx, Erik Aerts en Tine Danckaers tijdens het achtste mediacafé van DeBuren. Onder de titel: ‘The Wild Wild East’.
Volgens Erik Aerts, student journalistiek, is de Europese berichtgeving over het Midden-Oosten niet gedetailleerd genoeg. Aerts zat in Egypte toen de revolutie uitbarstte op en rond het Tahrirplein. “Er is en was geen platform voor mensen die verder van het plein wonen”, zegt hij. “De revolutie heeft nochtans heel Egypte in z’n greep.”
Revolutie begon pas na Mubarak
Dat de revolutie eigenlijk pas begon toen Mubarak opstapte, is voor Erik Aerts heel duidelijk. Toch vraagt hij zich af waarom journalisten net dan laten uitschijnen dat de revolutie gedaan is. “Mubarak was weg uit Egypte en de meeste journalisten trokken naar de volgende revolutie. Mensen denken dan dat alles werd opgelost, maar dat is niet zo”, zegt Aerts.
Later werd het opnieuw onrustig op het Tahrirplein. De betogers eisen het onmiddellijke vertrek van de leider van de militaire raad, die in werkelijkheid de macht heeft in Egypte sinds de val van Mubarak. Aerts: “Het verhaal van VTM, bijvoorbeeld, sloot al af bij Mubarak. Hoe zullen deze betogingen in beeld worden gebracht? Of gaan ze nog wel terug?”
Vranckx: ‘Wij waren niet objectief’
Dat terugkeren is wel één van de voorwaarden voor Rudi Vranckx. De buitenlandcorrespondent van de VRT bekent: “Tijdens de verslaggeving in Egypte waren wij niet objectief.” Daarmee bedoelt Vranckx dat hij en zijn ploeg beïnvloed werden door de sfeer op het Tahrirplein. “We werden meegesleept door het enthousiasme”, zegt hij, “maar daarna is het belangrijk om terug te keren naar diezelfde plek.” Op die manier kan hij zijn verhaal vervolledigen en weer vragen wat er zich in de hoofden van de mensen afspeelde. Hij geeft toe dat de subjectiviteit voor beperkingen heeft gezorgd, maar vult meteen aan dat terugkeren naar de bron van groot belang is om een verhaal zo eerlijk mogelijk te brengen.
Geen one shots
Zeg nooit tegen Vranckx dat hij aan oorlogsjournalistiek doet. “Ik huiver van dat begrip.” En dat het gevaarlijk is om reportages te maken in Egypte relativeert hij. “Je kan er hoogstens een pak slaag oplopen, maar daar blijft het bij. Het is er niet zo erg als wat er bijvoorbeeld in Bagdad gebeurt.”
Bahrein en Jemen
Tine Danckaers trok door Bahrein en Jemen waar de opstanden nog steeds in volle gang zijn. De MO-journaliste vertelt hoe weinig verslaggeving er bestaat vanuit Bahrein: journalisten werden het land uitgezet door het repressieve regime. Daarom stak zij de grens over met een toeristenvisum. Want in haar ogen is er een urgentie om dit zo snel mogelijk in de media te brengen. “Er worden daar mensen doodgeschoten. Maar MO publiceert mijn artikel pas in december. Televisie heeft het voordeel om dringende verhalen sneller de wereld in te sturen.” Rudi Vranckx daarentegen wil niet gaan voor ‘one shots’. Met een journalistenvisum heeft hij meer mogelijkheden, zoals het interviewen van autoriteiten. “Wanneer een land problemen heeft met je stuk, is de kans groter dat je met een toeristenvisum nooit meer welkom bent. Dat heb ik er niet voor over”, aldus Vranckx.
Sociale media
Dat sociale media een grote rol speelden in de berichtgeving over de Arabische lente is duidelijk. YouTube stond vol met filmpjes van de protesten op het Tahrirplein. Die werden verspreid via Facebook en Twitter. Ook Danckaers en Vranckx gebruiken Facebook als bron. “Op die manier vond ik de juiste mensen om mee te praten in Bahrein”, zegt Danckaers.
“Maar heel veel mensen hebben nog altijd geen internet”, stelt Erik Aerts. “De sociale media spelen een belangrijke rol, maar soms wordt die rol overschat.” Hij legde voornamelijk contacten in de Egyptische buurt waar hij verbleef.
Arabische lente was een ontwaken
De drie panelleden zijn het wel eens over het begrip ‘Arabische lente’. “Laat dat maar vallen”, zegt de MO-journaliste. “Het is een ontwaken, een dynamiek die is opgetreden, maar die te complex is om hier uit te leggen”, vult Vranckx aan. Ook Eric Aerts knikt. Volgens de panelleden denken mensen dat alle Arabieren op straat komen. “Maar het is meer dan dat’, zegt Vranckx. Twitter, Facebook of Youtube, de enige macht die volgens Rudi Vranckx van belang is, is de macht van de journalist: “Wij krijgen de kans om een belangrijk verhaal naar de buitenwereld te brengen.”
© 2011 - Erasmix - Karine Claasen