Vijf jaar geleden ontsproot de zogenaamde Arabische Lente in Tunesië, toen duizenden jongeren op straat kwamen voor democratie en waardigheid. In diezelfde lente ontkiemden kleine bloemen in Egypte, Jemen, Libië en Syrië. Vandaag blijft er één verwelkte bloem over: de Tunesische.

Tunesië wordt door experts gezien als het enige succesverhaal van de Arabische Lente. Het land kende een lang en moeilijk democratiseringsproces na de val het van het regime van de voormalige president Zine el-Abidine Ben Ali op 14 januari 2011. Zijn vertrek effende de weg voor de twee meest democratische verkiezingen sinds Tunesië zich in 1956 onafhankelijk van de Franse kolonisator verklaarde.

De eerste verkiezing in 2011 legde de basis voor een grondwetgevende vergadering die een nieuwe Tunesische grondwet moest voorbereiden. Ook het huidige parlementaire systeem vloeide uit die verkiezing voort. De tweede electorale fase in 2014 werd opgesplitst in een legislatieve en presidentiële verkiezing. Béji Caïd Essebsi en zijn partij Nidaa Tounes trokken daarin de macht naar zich toe. Sindsdien stokt het democratiseringsproces in Tunesië. De economische, politieke en veiligheidsuitdagingen, waarmee het land vandaag geconfronteerd wordt, bedreigen de ontluikende democratie.

Egyptische staatsgreep

Aan de andere kant van het veld wordt de ene ontluikende bloem na de andere kapot getrapt. Lange tijd voedde de hoop van Arabische jongeren de kleine kiemen, maar vandaag verliest de jeugd steeds meer haar moed. In Egypte plukte generaal Abdel Fattah el-Sisi de bloem voor de neus van de jongeren weg. Na de val van Moebaraks regime kwam de Moslimbroederschap via democratische verkiezingen aan de macht, maar pleegde Sisi met de steun van een aantal externe politieke spelers een staatsgreep die het begin van een nieuw militair regime inluidde.

Op 25 januari vierden de Egyptische jongeren een sombere vijfde verjaardag van hun revolutie. Enkele dagen voor de viering stuurde Sisi niet alleen op het Tahrirplein in Caïro, maar ook in de rest van het land zwaarbewapende troepen de straat op om eventuele betogingen aan banden te leggen. “Drukbevolkte plaatsen werden enkele dagen voor de vijfde verjaardag van de revolutie in militaire barakken omgevormd”, vertelt Ala Khames, een jonge Egyptische journalist. “Sisi probeerde een sfeer van angst te creëren en jongeren te intimideren, zodat ze niet zouden protesteren.”

Proxyoorlogen in Jemen en Syrië

In Libië ziet de situatie er anders uit. De Libische bloem werd niet op nationaal niveau, maar wel op internationaal niveau geroofd, toen de zogenaamde internationale gemeenschap met militaire kracht Khaddafi van de macht verdreef. De eenzijdige militaire interventie van NATO-grootmachten promootte noch democratie noch stabiliteit in Libië. Vandaag is het land een theater van stammenconflicten en terrorisme.

Syrië is net zoals Libië een verwoest land. Terwijl Khaddafi zijn dictatoriaal regime met de dood moest bekopen, zit Bashar al-Assad vandaag nog steeds op zijn troon. Beide landen zijn op dit moment evenwel slagvelden van geopolitieke interesses. Vandaag speelt zich een proxyoorlog tussen Iran en Saoedi-Arabië op het Syrische territorium af. Ook de Verenigde Staten, Turkije, Rusland, Israël, Frankrijk en – achter de schermen – China hebben hun eigen economische en politieke interesses in Syrië omwille van zijn strategische ligging. Zowel in Libië als in Syrië is de internationale gemeenschap voor een groot stuk verantwoordelijk voor de vernietiging van de dromen van de jongeren. Zij vroegen om vrijheid en democratie, niet om bommen en kogels.

Niet zover van Syrië, in Jemen, is ook daar de democratische droom van de jongeren door het Iraans-Saoedische confrontatie versplinterd. “In Jemen is eveneens een proxyoorlog aan de gang. Aan de ene kant is er Iran dat de Houthi-rebellen ondersteunt. Zij hebben de voorbije maanden grote delen van het land overgenomen. Aan de andere kant er is Saoedi-Arabië dat sinds maart 2015 een campagne van luchtaanvallen tegen diezelfde rebellen voert”,  vertelt de Jemenitische activist Osamah Alshami.

Uit de grond gerukte bloemen

Vijf jaar na het begin van de Arabische Lente stellen de Arabische jongeren vast dat hun revolutie niet de gewenste resultaten gebracht heeft. De meeste ontluikende democratische bloemen werden meedogenloos uit de grond gerukt. Toch zoeken de Arabische jongeren nog altijd naar nieuwe zaadjes om te planten. ’s Nachts tollen de democratische dromen nog altijd in hun hoofd. Van Tunesië over Egypte tot Jemen zijn jongeren ervan overtuigd dat de Lente nog niet over is.

© 2016 – StampMedia – Ghazi Mabrouk en Laurens Soenen



Dit artikel werd gepubliceerd door KifKif.be op 08/02/2016
Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen.be op 08/02/2016