Cartoonisten maken al langere tijd deel uit van het debat rond de vrijheid van meningsuiting. Verschillende gebeurtenissen liggen daarvoor aan de basis. Maar hoe is het vandaag met de cartoonisten uit eigen regio gesteld? Karl Meersman, Vlaamse cartoonist voor de bladen Trends en Knack Focus, deelt in een gesprek zijn bevindingen.
Dag meneer Meersman. Kan u misschien kort schetsen wat voor cartoonist u bent?
‘Mijn werk is een verlengstuk van mezelf, die twee vallen voor een groot stuk samen. De manier waarop ik werk en de humor die ik erin steek, verklappen al veel over wie ik ben. Ik maak op dagelijkse basis artistieke beelden die op zich staan, zonder tekst of een artikel. Daarin deel ik mijn kijk op wat er in de wereld gebeurt. Ik teken over politiek-economische thema’s in het blad Trends en ik lever illustraties voor de rubriek cultuur-entertainment in het magazine Knack Focus. Heel vaak zijn dat dan portretten van bekende mensen waar ik zelf een persoonlijke twist aan geef. Dat kan een eerbetoon zijn of scherp en opiniërend, maar het kan soms ook gewoon ludiek en grappig zijn. Het hangt een beetje af van hoe ik mij voel. Verontwaardiging en verwondering liggen dan ook vaak aan de basis van mijn ideeën.’
Waar bent u het meest trots op?
‘Ik ben trots dat ik mijn eigen beeldtaal heb gevonden en dat ik echt over een herkenbare stijl beschik. Daarnaast ook dat er uitgevers zijn die mijn werk willen publiceren waardoor ik er van kan leven. Dat vraagt enorm veel doorzettingsvermogen, maar ook een dosis geluk. Je moet de juiste mensen tegenkomen die ook nog eens in je geloven. Alleen is een mens niets.’
Hoe is het vandaag om als cartoonist in Vlaanderen te werken?
‘Het is moeilijk. En al helemaal voor beginnende cartoonisten. Tegenwoordig gebeurt heel veel online, elk tijdschrift of krant heeft een eigen website en alles verspreidt zich snel via sociale media. Daardoor verliezen tijdschriften aan reclame-inkomsten, omdat nu eenmaal niet alles te controleren valt. Vroeger was er enkel de print en had elke krant zijn eigen cartoonist. Je kon dan een overeenkomst of exclusiviteit afsluiten en daar konden 5 à 6 Vlaamse professionele cartoonisten van leven. Nu ligt dat allemaal veel moeilijker en de tarieven gaan naar beneden. Het is voor jong opkomend talent moeilijk om er echt hun beroep van te maken.’
Merkt u enige waardering voor het werk van cartoonisten?
‘Cartoonisten worden hier zeker gewaardeerd. We zijn dan ook een regio van beeldende kunstenaars. Denk maar aan Jeroen Bosch en grote schilders als Breugel en Van Eyck. Het stripverhaal is van ons en het is enorm bekend geworden. Zo ligt ook het niveau onder cartoonisten in Vlaanderen enorm hoog. We hebben hier dan ook nog redelijk veel tijdschriften en kranten met een dichte concentratie. Hier hangt een cultuur van beeldverhaal die door het publiek enorm wordt geapprecieerd. Als ik voor mezelf spreek, dan merk ik zeker en vast waardering.’
U hebt als cartoonist ongetwijfeld te maken gehad met het thema vrijheid van meningsuiting. Maar wat betekent dat juist voor u?
‘Ik vind vrijheid van meningsuiting belangrijk en essentieel voor wat cartoonisten doen. Ik besef ook sterk dat ik in een land leef dat zijn gelijke niet kent op vlak van vrijheid van meningsuiting. Overal ter wereld heb ik mogen tentoonstellen. In Amerika en China mogen lang niet al mijn tekeningen getoond worden, daarop wordt al eens censuur uitgeoefend. Dat is in België gelukkig ondenkbaar. Je kan het oneens zijn met een bepaalde mening of inhoud, maar er zijn kanalen genoeg waar je je antwoord kwijt kan. Denk maar aan recht van antwoord, laster en eerroof. Wanneer je je gekrenkt voelt, kan je het via juridische weg vaak oplossen.’
Lijkt die vrijheid van meningsuiting soms niet uit de hand te lopen?
‘Uiteraard gaat die vrijheid van meningsuiting wel eens de verkeerde kant uit. Plots is iedereen nieuwsmaker op zijn Facebookpagina. De kwaliteit van de mening laat steeds vaker te wensen over. Toch is dat geen reden om dat fundamenteel recht aan banden te leggen. Er zijn nog steeds veel goede meningen en daar moeten we ons op focussen. Voor mij is vrijheid van meningsuiting een uiting van beschaving en welvaart. We moeten daarvoor blijven vechten.’
Het debat kwam weer ter sprake na wat er allemaal gebeurde in Frankrijk. Mag ik vragen hoe u zich als cartoonist daarbij voelde?
‘Ik heb over bepaalde zaken ook scherpe dingen gemaakt, dus dat komt dan plots wel heel dichtbij. Dan vraag je je wel af in wat voor wereld we nu eigenlijk zijn terechtgekomen. Dat kunstenaars - want voor mij zijn cartoons een kunstvorm - worden neergeschoten. Ik was daar kapot en emotioneel van. Zelf ben ik het niet eens met de inhoud van die cartoons, maar dat is zeker geen reden om zo te keer te gaan. Dat kan volgens mij op een beschaafde manier ook. Ik snap de gevoeligheden in bepaalde culturen, maar die zetten de waarden in West-Europa die door de verlichting voortkwamen wel onder druk. Andere meningen moeten verdragen worden.’
Merkt u daardoor enige verandering in uw manier van werken?
‘Ik zal nooit extreme standpunten innemen, omdat ik vind dat niemand de waarheid in pacht heeft. De ultieme waarheid bestaat ook volgens mij niet. De meest grove ideeën die in me opkomen zou ik daarom nooit uitwerken, maar dat deed ik ervoor ook niet. Het is gemakkelijk om iemand te kwetsen, dat is een weg die ik bewust niet bewandel. Nuance is voor mij heel belangrijk en ik wil dat de kijker zelf kan interpreteren. Ik wil op dat vlak niet te dominant zijn in mijn opvattingen.’
Heeft u zich ooit belemmerd gevoeld in uw werk?
‘Ik voel geen belemmering of druk van bovenaf. Alleen belemmer ik mezelf soms (lacht). Maar wanneer ik het over Donald Trump of Erdogan heb, dat zijn niet mijn beste vrienden, dan voel ik dat weer niet.’
Hoe zit het met de vrijheid van meningsuiting in Vlaanderen?
‘Ik denk dat je in België alle thema’s mag aansnijden, zelfs op een vaak grove manier. Dat kan gaan over religie, homoseksualiteit, koningshuis, abortus, man-vrouw relatie en zelfs kindermishandeling. In Frankrijk het hebben over abortus ligt bijvoorbeeld moeilijker, want daarvoor komen mensen nog echt op straat. Je past dan als cartoonist best op.’
Merkt u een evolutie in het werk van een cartoonist op het vlak van vrijheid van meningsuiting?
‘Het tekenen van iets dat met naakt of het erotische te maken heeft, wordt moeilijker. Dat doe ik veel minder en ik denk er ook steeds langer over na. Op dat vlak zijn we dus iets preutser geworden. Verder krijg ik soms ook de opmerking dat ik vrouwonvriendelijk ben. Wanneer ik een karikatuur maak van een vrouw of man, dan zijn dat op zich twee karikaturen. Toch merk ik dat dit bij de vrouw wat gevoeliger ligt. Terwijl ik totaal niet vrouwonvriendelijk ben, laat dat duidelijk zijn.’
Hoe ver kan een cartoonist gaan volgens u? Zijn er grenzen?
‘Er zijn geen grenzen aan spot. Het Franse magazine Charlie Hebdo is zeer extreem en uiteraard kwetst dat mensen. Ik vind dat niet goed, dat is bijna geen humor meer. Dat is het punt waar humor provocatie wordt en dat is een dunne grens die soms ook wel vervaagd is. Ik denk dat we als cartoonisten daarover moeten nadenken en in debat moeten treden. "Vind je dit humor?" Dat is een goede vraag die vaker gesteld mag worden.’
Denkt u bij het maken van een cartoon na over wie u daar eventueel mee kan kwetsen?
‘Volgens een gezegde hebben politiekers zo’n dik vel dat ze zelfs zonder ruggengraat blijven rechtstaan. Hen moet ik toch niet sparen, want het zijn publieke figuren en ze worden dagelijks bekritiseerd. Bij kunstenaars is mijn perceptie helemaal anders. Als ik een acteur of actrice teken, dan is mijn respect groter. Voor mensen die ziek of gestorven zijn, zal ik zeker extra voorzichtig zijn om niemand te kwetsen. Ik denk er dus constant over na wat kan en wat niet.’
Tot slot, als u één boodschap als cartoonist de wereld in zou mogen insturen naar aanleiding van wat er gebeurde in Frankrijk, wat zou dat dan zijn?
‘Probeer iedereen in zijn of haar waarde te laten. Je kan elkaar becommentariëren met een basis van wederzijds respect. En zeker en vast met respect voor de vrijheid van meningsuiting, want dat is nu eenmaal verworven in het Vrije Westen. Het is belangrijk om in dialoog te treden bij onverschilligheden. We mogen niet in die val van polarisatie terechtkomen. Ik mis in onze samenleving iets verbindend, want het is met die houding dat we elkaar zeker zouden vinden.’
Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen op 03/02/2021