Steeds minder meisjes spelen op straat. En niet alleen zij, maar ook volwassen vrouwen lijken openbare plaatsen te vermijden. Blijven vrouwen gewoonweg liever thuis of is er meer aan de hand? “Meisjes voelen zich niet thuis in de publieke ruimte,” vertelt onderzoeker Johan Meire.
Sinds 2008 is het aantal meisjes dat buiten speelt sterk gedaald. Vooral oudere meisjes tussen 10 en 14 jaar zie je steeds minder op straat. Dat blijkt uit het buitenspeelonderzoek van Kind en Samenleving, dat in 2020 werd herhaald. “Het buitenspeelonderzoek is gebaseerd op observaties, waardoor we niet weten wat de oorzaak is van de daling,” zegt Johan Meire. Hij doet bij Kind en Samenleving onderzoek naar tijdsbeleving van kinderen, spelen en actorschap van kinderen. “Maar door met meisjes te praten, hebben we wel een vermoeden van welke factoren een belangrijke rol spelen. Zo geven meisjes aan dat ze van hun ouders niet alleen buiten mogen spelen. Maar de inrichting van de openbare ruimte speelt ook een rol. De weinige openbare ruimte die er is, bestaat vooral uit sportterreinen, die vaak worden ingenomen door, vaak oudere, jongens. Meisjes voelen zich daar niet thuis.”
Meer licht en sanitair, please
Niet enkel meisjes voelen zich niet thuis in de openbare ruimte, ook volwassen vrouwen hebben het moeilijk. Studente Marie Borremans (27) uitte haar ongenoegen in een opiniestuk in De Standaard over de ontoegankelijkheid van de publieke ruimte. “Voor vrouwen werd de avondklok niet ingevoerd tijdens de coronapandemie, maar lang daarvoor,” schrijft de studente. “Onze publiek ruimte is niet publiek.”
Maar vrouwen voelen zich niet alleen ’s avonds onveilig, ook overdag krijgen ze geregeld te maken met intimidatie. Stephanie Van Wetering is de medeoprichter van Rampzalig, een Gentse rollerskategroep voor en door vrouwen. Ze wijst erop dat vrouwelijke skaters vaak met intimidatie te maken krijgen. “Vooral mannen die niet skaten blijven aan de rand van het skatepark staan om ons aan te staren. Ze roepen ons na en filmen ons met hun smartphone. Dat verpest de sfeer in het skatepark.”
"Dat er geen toiletten bij skateparken aanwezig zijn, vormt een extra drempel om te komen skaten voor meisjes die hun maandstonden hebben."
Zowel Meire als Borremans halen de inrichting van de openbare ruimte aan als een van de oorzaken. “De resultaten uit onderzoek naar ruimtegebruik van meisjes en volwassen vrouwen zijn gelijkaardig,” vertelt Meire. “Beide groepen geven aan dat variatie in de inrichting en een gevoel van veiligheid belangrijk zijn. Zo kan verlichting en een inrichting die de zichtbaarheid bevordert, meisjes en vrouwen meer op hun gemak stellen. Op die manier maken we ook voor hen de ruimte toegankelijk.” Daarnaast wijst Van Wetering op een gebrek aan publiek sanitair voor meisjes. “Dat er geen toiletten bij skateparken aanwezig zijn, vormt een extra drempel om te komen skaten voor meisjes die hun maandstonden hebben,” aldus de skater.
Veilige steden
Maar de herinrichting van de openbare ruimte op zich is niet genoeg om het tij te keren. Ook de sociale context is belangrijk. “Behalve leeftijd is er geen enkele andere factor zo opvallend als het verschil in gender bij het gebruik van de openbare ruimte,” vertelt Meire. “Dat heeft veel te maken met de heersende mentaliteit. Daardoor trekken bepaalde dominante groepen de ruimtes steeds opnieuw naar zich toe. Herinrichting kan daar verandering in brengen, maar dat zal steeds gepaard moeten gaan met een mentaliteitswijziging.”
"Veel meisjes beseffen niet dat ze gebruik mogen maken van de openbare ruimte."
Dat beseft ook het gemeentebestuur van Gent. De stad slaat nu de handen in elkaar met Plan International om van Gent een veiligere plaats te maken. Tijdens een online vergadering licht Sofie Picavet van Plan International het Safer Cities-project toe. Het project loopt in Madrid, Brussel en Antwerpen. “Via dat platform willen we de komende maanden in kaart brengen waar jongeren zich onveilig voelen,” vertelt Picavet. “Daarna gaan we met een groepje jongeren aan de slag om oplossingen te bedenken en die te communiceren naar beleidsmakers en het bredere publiek. Zo willen we niet alleen sensibiliseren, maar ook politieke veranderingen teweegbrengen.”
Rol voor jeugdwerk
Ook Rampzalig is virtueel aanwezig op de Safer Cities-vergadering. “Niet alleen in skateparken krijgen we te maken met intimidatie, ook op straat worden we vaak lastig gevallen,” vertelt Van Wetering. “Tijdens de lockdown is het nog erger geworden. We worden aangesproken, nagefloten en een van onze leden kreeg zelfs opmerkingen van politieagenten. Het is echt een maatschappelijk probleem.”
Daarom zijn de groepen voor vrouwelijke skaters volgens haar zo belangrijk. “Bij Rampzalig willen we vooral een community en safe space creëren. De sociale component staat voorop. In groep naar het skatepark gaan en ook de aanwezigheid van andere vrouwen werken drempelverlagend. Vorige zomer organiseerden we voor het eerst skatelessen en dat was een enorm succes. Vrouwen die anders de stap niet zouden durven zetten, kunnen het nu met Rampzalig wel.” Ook Meire bevestigt dat er een grote rol is weggelegd voor een laagdrempelige vorm van organisatie. “Veel meisjes beseffen niet dat ze gebruik mogen maken van de openbare ruimte. Groepen of jeugdwerk kunnen hen daarnaartoe leiden. Meisjes voelen zich vaak meer op hun gemak als ze omringd zijn door andere meisjes. Door rekening te houden met zowel de inrichting als de sociale context kunnen we de publieke ruimte ook echt publiek maken.”
Dit artikel werd gepubliceerd door Weekend Knack op 08/03/2021