Het huis van Marc Dutroux © Wikimedia/Tijmen Stam

Voor een nieuwe generatie jongeren zegt de naam Marc Dutroux steeds minder. Toch is het belangrijk dat de zaak-Dutroux niet vergeten wordt, vindt reporter Anastacia Savels. Zij reconstrueert daarom dat duistere hoofdstuk van de Belgische geschiedenis.

Het monster van België, the beast of Brussels, le cauchemar de Belgique. Marc Dutroux heeft door de jaren veel bijnamen gekregen. De 65-jarige Waal is mogelijk één van de meest schrikwekkende figuren in ons land. Naast de verkrachting en moord op meerdere meisjes, stond hij ook bekend om de verkrachting van buitenlandse meisjes en andere zedenfeiten.

Laetitia Delhez is het meisje waarbij het gruwelverhaal wordt onthuld. De 14-jarige Waalse werd aan het zwembad van Bertrix in een wit busje getrokken en beleefde samen met Sabine Dardenne de meest angstaanjagende dagen van haar leven. Voor de 12-jarige Sabine, die al 77 dagen eerder in de kelder in Marcinelle gestopt werd, liep het al bij al nog goed af. Maar vier andere slachtoffers hebben Dutroux niet overleefd.

"Ik fietste naar school en ik werd van mijn fiets geplukt"

Sabine Dardenne was het eerste slachtoffer van Marc Dutroux in 1996. Op 28 mei werd het jonge meisje van haar fiets geplukt onderweg naar school. Ze heeft 81 dagen in de kelder van Dutroux opgesloten gezeten. Ze moest er overleven met niets meer dan blikkenvoeding, kleurpotloden en parfum. Op aandringen van Dutroux schreef ze brieven naar haar ouders waarin ze aandrong om een dwangsom te betalen, maar de brieven zijn nooit aangekomen op hun bestemming.

Dutroux maakte Sabine namelijk wijs dat hij werkte voor een baas, die hem dwong om het meisje te vermoorden. Jong en goedgelovig als ze was, geloofde ze dat hij haar verstopte in de kelder om haar te beschermen voor de chef. Hij gebruikte de brieven niet alleen om info los te weken over haar familie, maar ook om haar zwakke punten te vinden. Haar manipuleren was het enige wat telde. Dat, en haar misbruiken.

Het huis van Marc Dutroux © Wikimedia/Tijmen Stam

Toen Laetitia Sabine voor het eerst zag, herkende ze haar bijna meteen. Ze had het meisje namelijk al verschillende keren op het nieuws en in opsporingsberichten gezien. Bij de woorden ‘Iedereen is je aan het zoeken’, geloofde Sabine haar niet. Ze was zo beïnvloed door het verhaal van Dutroux dat ze onmogelijk kon geloven dat mensen naar haar op zoek waren.

Niet één, maar twee meisjes

De meisjes werden gevonden dankzij twee verklaringen op de avond van de verdwijning van Laetitia. Zuster Etienne zag een meisje in een wit busje stappen en een autoliefhebber wist de politie het juiste automodel en een stukje van de nummerplaat te vertellen.

De speurders kwamen al vrij snel uit bij Dutroux. Na een lange ondervraging had ondervrager Michel Dumoulin een theorie, mede dankzij de verklaringen van Dutroux’ handlangers Michelle Martin en Michel Lelièvre. Dutroux voelde zich verslagen bij het horen van de theorie en zei wat niemand verwacht had. Terwijl de ondervragers dachten dat ze enkel op zoek waren naar Laetitia, zei Dutroux tegen Dumoulin: “Ik ga u twee meisjes geven.”

"Ik ga u twee meisjes geven" – Marc Dutroux

Dumoulin besloot Dutroux te volgen naar zijn huis in Marcinelle. Hij geloofde echter niet dat er meisjes in de kelder verstopt zouden zitten, want niet veel eerder hadden rijkswachters zijn huis volledig ondersteboven gekeerd en niets gevonden. Later verklaarde de agent in kwestie wel dat toen hij met zijn collega in de kelder stond, ze kinderstemmen gehoord zouden hebben. Maar de agenten dachten dat het geluid van buiten kwam, terwijl het in werkelijkheid uit de kelder kwam.

Dutroux haalde in zijn kelder een rek leeg en trok aan een van de ijzeren grepen de kooi open. Vroeger zat op die plaats een oude watertank. Dutroux riep de meisjes uit de kooi: “Niet bang zijn, ik ben het. Kom maar.” Dumoulin geloofde zijn eigen oren niet toen de meisjes zeiden dat ze niet naar buiten wilden komen omdat Dutroux niet alleen was.

Dat zulke jonge meisjes vertrouwen leggen in een man die hen verkrachtte en emotioneel misbruikte, ging zijn verbeelding voorbij. In het eerste contact met de politie vroegen de meisjes om hun potloden en parfum mee te nemen. Dat was namelijk waar ze zich al zo lang aan vastklampten. Het had hen troost gegeven in de kelder.

Toen de politie de meisjes uit de kelder haalde, bedankten ze Dutroux. Hij was voor hen nog steeds de goede in het verhaal, de man die hen beschermde voor de chef. Het geluk was echter van korte duur. Niet lang erna werd duidelijk dat er een langer staartje zat aan dit verhaal.

"Mogen we onze potloden en parfum meenemen?"

Sabine en Laetitia waren niet de eersten…

Op 24 juni 1995 staan twee jonge meisjes op een brug in Grâce-Hollogne te zwaaien naar onderdoorrijdende auto’s tot ze door Dutroux ontvoerd worden. De 8-jarige Julie Lejeune en Mélissa Russo zullen ook ook in de kelder opgesloten worden, maar voor hen kwam alle hulp te laat. Hun lichaampjes werden gevonden op 17 augustus 1996 in de tuin van Dutroux' vrouw, Michelle Martin in Sars-La-Buissière.

Ook zij werden herhaaldelijk verkracht. Dutroux beweert in zijn verklaring dat de meisjes naar hem werden gebracht en hij ze daarna opsloot. Het onderzoek naar de meisjes liep al snel vast, de politie vond geen aanwijzingen meer en alle hoop leek verloren.

Terwijl Julie en Mélissa in de kelder opgesloten zaten, werd Dutroux opgepakt om verhoord te worden met betrekking tot een andere zaak. Hij zit daarvoor drie maanden en half in voorarrest en komt vrij in maart 1996. Hij had zijn vrouw gevraagd om voor de meisjes te zorgen zolang hij in de gevangenis zat, maar dat had ze niet gedaan. 

"Ik kon het niet over mijn hart krijgen om die arme meisjes daar zo te zien zitten, dus bleef ik er weg. Ik gaf enkel de honden eten."

Martin was naar eigen zeggen te getraumatiseerd door het feit dat er ontvoerde meisjes in haar schuur in Sars-La-Buissière zaten, dat ze het niet over haar hart kreeg om erheen te gaan. Ze ging de honden, die in de keuken leefden, wel te eten geven, maar verder dan dat ging ze niet.

Toen Dutroux vrij kwam, waren de meisjes al op sterven na dood. Julie stierf twee uur na zijn thuiskomst, Mélissa vier dagen later. De autopsie toonde aan dat hij pogingen had gedaan om de meisjes in leven te houden, zoals bijvoorbeeld lucht in hun aders spuiten, maar zijn pogingen waren tevergeefs. De meisjes stierven de hongerdood.

Hypnoseshow

Na Julie en Mélissa volgden de Vlaamse vriendinnen An Marchal en Eefje Lambrecks. De meisjes waren met hun toneelvereniging op vakantie in Oostende. Op een avond willen hun vrienden naar een show van de Nederlandse hypnothiseur Rasti Rostelli in Westende. An en Eefje zitten op dat moment wat krap bij kas en beslissen om niet mee te gaan. Achteraf vertelden hun vrienden zo enthousiast over de show dat An en Eefje beslisten om de volgende avond alsnog te gaan. 

Tijdens de show worden de meisjes werden  op het podium gehaald en gehypnotiseerd. Volgens verschillende bronnen kwamen de vriendinnen heel verward van het podium af. Bij hun verdwijning verscheen Rasti Rostelli dan ook als eerste op de radar van de onderzoekers, maar al gauw bleek hij er niets mee te maken te hebben. De meisjes kwamen in de klauwen van Dutroux terecht.

"We zullen naar Oostende rijden en dan kunnen we een meisje meenemen als de kans zich voordoet."

De avond verliep niet helemaal zoals gepland. Op 22 augustus 1995 reden Marc Dutroux en Michel Lelièvre naar Oostende om te kijken of ze er een meisje zouden vinden. Later die avond keerden ze terug met An en Eefje. Ze hadden de twee vriendinnen al een tijdje achtervolgd en namen ze mee toe ze stonden te liften op weg naar Oostende.  Maar die richting gingen de ontvoerders niet uit. Ze zetten koers naar het zuiden van het land, naar Marcinelle.

Onderweg naar Marcinelle viel de wagen in panne op de E19. Dutroux had net zoals bij zijn andere ontvoeringen vloeibare haldol en rohypnol meegenomen om de meisjes buiten te verdoven. An en Eefje waren dus gedrogeerd toen de auto stilviel. Dutroux besloot om te liften naar Marcinelle, terwijl Lelièvre de meisjes in een struik naast de auto verstopt hield.

Eenmaal terug in Marcinelle sloot Dutroux de meisjes op in de kamer van zijn zoon. Julie en Mélissa zaten namelijk in de kelder opgesloten. Ze werden aan een bed vastgeketend en werden ook herhaaldelijk verkracht. Eefje deed twee pogingen om te ontsnappen, maar die waren tevergeefs. Dutroux beweerde achteraf dat hij An wel degelijk verkracht had, maar dat de seks met Eefje met haar toestemming was geweest.

"Ik heb An verkracht, maar met Eefje was het met haar toestemming."

Niet veel later werden An en Eefje overgebracht naar het huis in Jumet. Het is niet duidelijk wanneer ze precies gestorven zijn, maar het is wel zeker dat ze allebei ondervoed waren. Eefje stierf aan ondervoeding, maar de doodsoorzaak bij An was verstikking. Zij werd gevonden met een zak over het hoofd. Mogelijks was ze nog in leven toen ze begraven werd.

Na 3 september 1996 vindt de politie geen nieuwe meisjes meer. Vanaf dan stopt het veldonderzoek en start het gerechtelijk onderzoek. Zijn vooral de ouders van de slachtoffers die de disfuncties van het gerecht aan het licht brengen. Paul Marchal vertelde op de begrafenis van zijn dochter dat de dood van An en Eefje gemakkelijk voorkomen had kunnen worden, mocht de politie dezelfde krachten hebben ingezet bij hun zoektocht als bij die van Laetitia en Sabine.

"Als bij de zoektocht naar An en Eefje onmiddellijk de krachten waren ingezet zoals bij Laetitia en Sabine, waren ze nu nog in leven geweest."

Spaghettiarrest

Er zijn fouten gemaakt in zaak-Dutroux. Het eerste voorval dat België in rep en roer zette was op 15 oktober 1996. Onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte, die belast was met de zaak, was samen met zijn vrouw op een benefietavond voor ouders van verdwenen kinderen, georganiseerd door de vzw Marc & Corinne. Ook de ouders van de slachtoffers van Dutroux waren aanwezig.

Ze aten er samen spaghetti en Connerotte ontving later als dank voor zijn aanwezigheid nog een balpen, zijn vrouw kreeg een boeket bloemen. De aanwezige pers heeft dat gebaar opgemerkt, en al snel werd de onderzoeksrechter van de zaak gehaald: het aannemen van giften zou de neutraliteit van het onderzoek kunnen beïnvloeden. Dat Connerotte achteraf de balpen spontaan op de griffie deponeerde, bleek niet meer te kunnen doorwegen in de argumentatie.  

De Witte mars

Op 20 oktober kwamen 300.000 mensen op straat in Brussel om hun verontwaardiging over de vertragingen en de fouten in het onderzoek te uiten. Ze kwamen massaal in het wit gekleed, met witte ballonnen en kaarsen. Wit was de kleur van hoop. Die betekenis is gekomen nadat koningin Fabiola wit droeg op de begrafenis van haar man Boudewijn. De boodschap van de demonstranten was duidelijk: Er moet iets veranderen bij het gerecht en de politie.

"Er moet iets veranderen. Wij willen aandacht voor kinderen!"

Blunders en kortzichtigheden

Het spaghettiarrest was niet de enige blunder tijdens het proces. Ook de agenten die de kinderstemmen tijdens de huiszoeking hoorden gingen daar niet op in. Ook vonden agenten tijdens diezelfde huiszoeking videotapes in de kelder. Die werden echter nooit bekeken, omdat er geen videospeler aanwezig was. Nochtans hadden de speurders bij huiszoekingen naar aanleiding van eerdere verkrachtingszaken al polaroids hadden gevonden waar bezwarend materiaal op stond. De politie wist dus dat Dutroux beeldmateriaal verzamelde van zijn misdaden. Op één van de tapes, die pas in een laat stadium van het proces bekeken werden, was te zien hoe hij de gedrogeerde meisjes verkrachtte. Op andere tapes staan beelden van de verbouwingen in de kelder.

Op 23 april 1998 staat het land echt op z’n kop. Dutroux ontsnapt aan zijn bewakers in het gerechtsgebouw van Neufchâteau. Op dat moment is het vragenuurtje in het parlement net bezig, met onder andere op Johan Vandelanotte (Sp.a) die op dat moment Minister van Binnenlandse Zaken is, Stefaan De Clerck (CD&V), toenmalig Minister van Justitie en Jean-Luc Dehaene (CD&V), toenmalig premier. 

Rond 17 uur zit boswachter Stephane Michaux in zijn auto. Op de radio hoort hij dat Marc Dutroux alweer opgepakt zou zijn. Plots ziet hij de auto rijden die net nog in het opsporingsbericht beschreven werd. Hij besluit de auto te volgen. Na een tijd rijdt Dutroux zich vast in het bos en dan beslist Michaux de politie te verwittigen.

"Toen we Dutroux vonden, kon hij zijn lach niet onderdrukken."

De rijkswachters die hem vonden verklaarden dat hij zijn lach niet kon inhouden toen ze hem aanhielden. Hij zou ook een brief aan het schrijven geweest zijn naar zijn zoon, omdat hij dacht dat hij zou sterven. Dutroux doet tijdens zijn ontdekking nog een laatste poging om het wapen dat hij van zijn bewaker ontvreemd had af te vuren op de agenten, maar dat bleek al snel een maat voor niets. Het wapen was ongeladen.

Het proces van de eeuw

Op 1 maart 2004 start het proces van de eeuw - zoals het genoemd wordt - in Aarlen. De beklaagden waren Marc Dutroux, Michelle Martin, Michel Lelièvre en Michel Nihoul, waarvan enkel die laatste niet beschuldigd werd van de feiten gepleegd door de bende van Dutroux. De aanklacht: onder leiding van Marc Dutroux hielden ze zich bezig met de ontvoering en opsluiting van zes kinderen. Het dossier bestond uit niet minder dan 247 schuldvragen.

De eerste procesdag was veruit de meest opmerkelijke. Dutroux sliep namelijk gedurende het hele proces. Van de drie beschuldigden leek Michel Lelièvre de enige te zijn met een greintje schuldbesef. 27 april 2004 was veruit de belangrijkste procesdag. Sabine en Laetitia gingen samen met de jury, voor het eerst in acht jaar, terug naar het huis in Marcinelle. De aanwezigen waren niet enkel zwaar aangedaan bij het zien van de kelder, een groot aantal mensen werd ook onwel.

"De eerste procesdag heeft Dutroux de hele tijd geslapen."

Voor de jury in beraad ging, besloot Dutroux zich nog even in te zetten. Hij hield een monoloog van maar liefst vier uur waarin hij benadrukte hoeveel onopgeloste vragen er nog zijn. Uiteindelijk werd hij veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Zijn vrouw Michelle Martin kreeg 30 jaar en Lelièvre kreeg een straf van 25 jaar. Dutroux deed nog een poging om in cassatieberoep te gaan, zonder succes. Er werden geen procedurefouten gevonden.

Bokes met choco

Wie is Marc Dutroux eigenlijk en hoe is het zover kunnen komen? Marc Dutroux wordt geboren in Elsene in 1956. Hij is de oudste zoon van leerkrachten Victor en Jeanine en was eigenlijk een ongewenst kind. Midden jaren vijftig vertrekt de familie Dutroux naar Congo. Vader Victor gedraagt zich echter zo agressief en respectloos dat hij nergens meer aan de bak komt en in 1960 keert het gezin terug naar België.

In 1971 scheiden zijn ouders en worden de kinderen toegewezen aan Jeanine, die met het gezin naar Wallonië verhuist. Michel Mattagne, de dokter van Dutroux zegt tijdens het proces verschillende keren dat Marc het slachtoffer is geweest van zijn ouders. Vader Dutroux stond er namelijk om bekend dat hij zijn wetten erin sloeg met een bamboestok.

"Marc Dutroux heeft een zeer zwaarbeladen familieportret."

Men zegt dat Marc Dutroux als oudste zoon een voorkeursbehandeling kreeg van zijn moeder, maar in verklaringen van Dutroux zal hij altijd zijn moeder aanduiden als grote boosdoener. Zijn grootmoeder was de enige persoon die hem affectie gaf. Toen zijn ouders dat te weten kwamen, hielden ze hem er weg.

Een psychiatrisch rapport zegt over de familie van Dutroux: ‘Vader Dutroux was de enige overlevende van negen kinderen. Jeanine geeft dan weer toe dat haar moeder waanideeën kreeg vanaf haar menopauze. Alle broers hadden psychologische problemen, waaronder Dutroux’ schizofrene broer Serge. Enkel met de zus was niets aan de hand. Dutroux heeft dus een zwaarbeladen familieportret.’

De problematiek die Dutroux heeft meegemaakt als kind, kwam het duidelijkst aan het licht toen het ging over Sabine en Laetitia. Vader Dutroux had thui!s steeds zijn eigen chocopot. Geen van zijn kinderen mocht choco eten. In een zijn de ondervragingen kwam ter sprake dat Dutroux met Laetitia en Sabine had ontbeten in de keuken. Ze mochten niet enkel uit de kelder, ze kregen ook nog eens choco. Zelfs later in de gevangenis was een van de eisen van Dutroux om een eigen pot choco te hebben.

De vader van An, Paul Marchal, wil er 25 jaar na datum enkel nog dit over kwijt: ‘Het is te zwaar om het hele verhaal weer opnieuw te vertellen en alle gevoelens die daarbij komen weer op te rakelen. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet wil dat erover geschreven wordt, want dit verhaal mag nooit vergeten worden.’

vorige volgende