Het zijn drukke tijden voor Wannes Cappelle, frontman van het Zesde Metaal. Enkele maanden geleden lieten Cappelle en de Zijnen hun nieuwe album (Nie voe kinders) op de wereld los. De reacties op hun derde worp waren unaniem positief. En aldus begon de band deze week aan een langverwachte tournee langs de Vlaamse theaterzalen. “Het gaat ons eigenlijk wel voor de wind”, lacht Cappelle zijn tanden bloot.

Het is een stralende Cappelle die voor me zit. Met een aanstekelijk enthousiasme vertelt hij over zijn leven op het podium. “Eindelijk heb ik het gevoel dat wat ik maak een breed publiek aanspreekt. Na het uitbrengen van ons eerste album in 2008 (Akattemets, red.), bleven we toch wat onder de radar. Pas vier jaar later kregen we eindelijk de airplay waar ik op gehoopt had."

"Op vraag van het wielermuseum in Roeselare had ik een nummer geschreven over het tragische leven van wielrenner Frank Vandenbroucke (Ploegsteert, red.). Toen we dat nummer live in de Laatste Show brachten, waren de reacties achteraf overweldigend. Dat moment bracht alles in een stroomversnelling”, steekt de 35-jarige Wevelgemnaar van wal.

Getroubleerde artiest

Nochtans liep niet alles van een leien dakje. “Toen ons eerste album (Akattemets, red.) uitkwam, waren we razend enthousiast. Dat enthousiasme werd al gauw gefnuikt toen we merkten dat onze West-Vlaamse songteksten niet aansloegen bij het grote publiek”, bekent Cappelle.

Niet alleen de aandacht van het publiek maar ook het schrijfproces was iets waar Cappelle aanvankelijk mee worstelde. “Ik kampte met het dwangidee dat ik alles wat in me opkwam moest opschrijven in een schriftje. Kwam daar niets goeds uit, dan stokte het creatieve proces. In die tijd beantwoordde ik precies aan het clichébeeld van de gekwelde artiest: vaak zat ik ’s avonds laat bij een schemerlampje tevergeefs te krabbelen in mijn schriftje”, vertelt Cappelle.

Verandering van koers

Voor het tweede album, Ploegsteert, gooiden Cappelle en zijn makkers het over een andere boeg. Het schemerlampje maakte plaats voor een vast stramien overdag. De kunstenaar werd een vakman, die van negen tot vijf achter zijn bureau kruipt, zoals zijn voorbeeld Nick Cave. “Sinds Ploegsteert schrijf ik vooral overdag. Als ik afspreek met onze bassist Robin Aerts, weet ik dat we die dag een nummer zullen schrijven. We drinken eerst koffie en proberen vervolgens lukraak dingen uit. Dat was ik voorheen wat verloren: die kinderlijke verwondering, dat ook uit iets onschuldigs vaak iets zeer moois kan ontstaan”, aldus de West-Vlaming.

Na de erkenning van het tweede album werd eind vorig jaar opvolger Nie voe kinders lovend onthaald. Single Dag zonder Schoenen, die een herkenbare, lusteloze dag in het leven van een persoon beschrijft, kende alvast een bescheiden succes op de Vlaamse radio. Waar die lusteloosheid vroeger autobiografisch van inslag zou zijn, worden de songs op de derde plaat vooral verteld vanuit het perspectief van een derde persoon.

“Voor het derde album heb ik inderdaad gekozen voor een ander vertelperspectief”, geeft Cappelle aan. “Voor het eerst heb ik mijn eigen leven niet als inspiratiebron gebruikt. En dat voelt als een bevrijding. Een verhaal moet niet waargebeurd zijn om oprecht te zijn.”

Geboren verteller

Verhalen vertellen, dat lijkt de artiest op het lijf geschreven. Eind vorig jaar deelde de frontman van het Zesde Metaal nog het podium met Griet Op de Beeck voor de theatervoorstelling Wie zal ons redden? Capelle acteert en zorgde eveneens voor muzikale begeleiding bij het kindertheaterstuk Grote Hoofden, Kleine Hartjes van Reineke van Hooreweghe, dat nog tot 1 maart speelt.

“Verhalen vertellen heeft altijd wel in mij gezeten”, aldus Cappelle. “Na mijn studies godsdienstwetenschappen wou ik aanvankelijk lesgeven. Na een tijdje besefte ik dat de vorm van mijn boodschap belangrijker werd dan de inhoud, in die zin dat ik de leerlingen te veel wou entertainen. Om die reden ben ik dan ook Kleinkunst gaan studeren bij Studio Herman Teirlinck. Uiteindelijk bleek het podium het ideale biotoop te zijn om mijn verhalen kwijt te kunnen.”

Of hij als kunstenaar een politieke boodschap moet verkondigen? “Uiteraard, al is die boodschap er eerder één die mensen probeert te verenigen in plaats van ze verder tegen elkaar op te zetten. De godsdienstwetenschapper zal er toch niet helemaal uit te krijgen zijn", besluit Capelle lachend.

© 2015 - StampMedia - Niels D'Haene