© Markus Spiske Unsplash

De Europese Unie zal grote inspanningen moeten leveren om haar klimaatdoelstellingen te behalen. Tegen 2030 moet de uitstoot van broeikasgassen teruggedrongen worden, moet er meer hernieuwbare energie beschikbaar zijn en moet de energie-efficiëntie verbeteren. Dat klinkt hoopvol, maar toch vraagt Floor Dupont wat er met de ons resterende natuur zal gebeuren na 2030 als de bevolking blijft toenemen en we vlees blijven produceren op industriële schaal. Ze sprak daarvoor met bioloog, journalist en schrijver Dirk Draulans.

U bent geboeid door de evolutietheorie van Darwin. Kan u helder toelichten wat ze juist inhoudt?

De evolutietheorie van Darwin is de theorie die het best beschrijft hoe we ontstaan zijn en hoe we ons aanpassen aan veranderlijke omstandigheden. Ze steunt op drie basispijlers: de eerste is natuurlijke selectie. Dat wil zeggen dat diegene die het best aangepast is aan de omstandigheden, overleeft. De tweede pijler is seksuele selectie: de aantrekkelijkste voor het andere geslacht plant zich het meest voort. De combinatie van die twee bepaalt hoe soorten en individuen eruitzien en zich gedragen. Een mooi voorbeeld hiervan is de pauw. De mannelijke pauw zwaait met zijn staart. Vanuit natuurlijke selectie is dat niet verstandig, want dat maakt hem kwetsbaar. Maar omdat hij zonder grote staart geen indruk maakt op de vrouwtjes, moet hij er wel in investeren. Seksuele selectie kan dus doorwegen op natuurlijke. Dan is er nog een derde pijler: groepsselectie. Het functioneren van de groep bepaalt of bepaalde individuen succesvoller zijn dan andere, bijvoorbeeld dat kleinere groepen meer voordeel hebben dan grotere. Maar dat is tricky omdat het niet heel duidelijk is in welke mate dat bij de andere pijlers past.

Dirk Draulans © Wikimedia

Wat betekent deze theorie voor het dierenrijk na 2030?

Dat is een moeilijke vraag, omdat evolutie meestal op langere termijn werkt. Wetenschappers hebben intussen wel ontdekt dat er een soort tussenstap bestaat, namelijk de epigenetica. Dat is een chemisch systeem dat onafhankelijk van de voortplanting mee kan bepalen of genen al dan niet tot expressie worden gebracht. Epigenetica kan het evolutieproces dus versnellen. Muizen bijvoorbeeld, ruiken net zoals mensen, graag kersenbloesems. Als we die muizen nu elke keer dat ze kersenbloesem in hun bakje krijgen geblazen, een lichte elektroshock geven, worden ze er bang van. Als we de kindjes en kleinkindjes van die muizen vervolgens met kersenbloesem confronteren zonder dat ze ooit een pijnprikkel kregen, worden ook zij bang. De kennis dat kersenbloesem potentieel gevaarlijk is, kan dus op heel korte termijn worden doorgegeven. Voor bepaalde soorten gaan die veranderingen in hun dna echter veel te snel. Dat zagen we al eerder bij de dinosauriërs. De snelheid waarmee we de klimaatopwarming en de chemische veranderingen introduceren, is zo groot dat soorten, zoals de ijsbeer, niet genoeg tijd hebben om zich aan te passen. Daardoor zijn ze bijna gedoemd om te verdwijnen. Dieren die zich sneller voortplanten, zouden zich wel kunnen aanpassen.

Na meer dan 150 jaar is de wolf opnieuw in ons land. Na bijna 200 jaar loopt hier ook weer de lynx rond en in mijn gemeente Hoegaarden zien we weer everzwijnen. Hoe komt dat en wat betekent dat concreet voor de natuur?

Dat komt omdat die dieren honderden jaren lang verdelgd zijn geweest. Ik vind het fantastisch dat ze terugkomen, omdat het illustreert dat er weer begrip groeit bij een grote groep mensen voor deze grote dieren. Het valt trouwens op dat veel van de soorten die in grote problemen komen, relatief kleine beestjes zijn, zoals de mussen en de bijtjes. Terwijl de grote soorten zoals de wolf, de lynx, de reigers en de zeearend het juist goed doen. Zij werden traditioneel veel verdelgd omdat ze zogezegd concurrenten waren van de mens. Dat ze nu terugkomen is dankzij beschermingsmaatregelen. Veel mensen juichen de terugkeer van de wolf toe. Het stemt mij tot vreugde dat het maatschappelijk draagvlak groot genoeg is om de wolf ook effectief te beschermen. De everzwijnen zijn een ander verhaal. Zij werden op een gegeven moment uitgezet door jagers, waardoor de populatie een boost kreeg. Nu schreeuwt men moord en brand omwille van de overlast, maar ze mogen er wel zijn. Ze horen bij het systeem, net zoals de wolf en de lynx.

© Public Domain Pictures

We zijn met meer dan 7 miljard mensen op aarde. Dat aantal lijkt alleen maar te groeien. Welke gevolgen heeft dat volgens u voor de natuur, en meer bepaald voor het dierenrijk na 2030?

Het aantal mensen op aarde zal na 2030 alleen maar toenemen. De prognoses stellen dat we tegen het einde van de eeuw ongeveer met tien miljard mensen zullen zijn. De volgende eeuw zou dat aantal pas afnemen. Er zijn berekeningen gemaakt waaruit blijkt dat er maximaal twee tot drie miljard mensen op de aarde kunnen leven zonder een noemenswaardig effect te hebben op de rest van organismen. We zullen blijven worstelen met de effecten van het toenemend aantal mensen op de natuur. Dat kan alleen maar gecompenseerd worden door te investeren in bescherming van de natuur en ecosysteemdiensten. De ruimte is beperkt en zeker in dichtbevolkte gebieden zoals in Vlaanderen. Hier moet je heel goed omgaan met de beperkte ruimte. Dat leidt tot heel moeilijke discussies zoals: kan je landbouw terugdringen ten voordele van de natuur? Dat kan met biologische landbouw of door industriële landbouw te creëren waardoor je minder ruimte hebt voor dezelfde productie. Dat zijn keuzes die we moeten maken. Als je echt de natuur wil beschermen, moet je één derde, liefst zelfs de helft van de aarde, op een bepaalde manier beschermen en zeker bij ons is dat echt een utopie.

© Wikipedia

Wat is volgens u de hoofdoorzaak van het mogelijk uitsterven van bepaalde soorten zoals de reuzenpanda, de ijsbeer en de witte neushoorn en hoe kunnen wij dit als gewone burger verhinderen?

De rode draad in dit verhaal is de mens. De neushoorn verdwijnt door stroperij, de reuzenpanda door biotoopverlies en jacht, de ijsbeer door de klimaatopwarming gecombineerd met pesticiden. Bijna alle ijsberen zijn volgens de Europese norm officieel een chemisch stort. De baseline is dat wij mensen zeer onvriendelijk geweest zijn voor dieren en de enige manier om dat te counteren is begrip. In het geval van soorten zoals de neushoorn moeten we ook een bepaalde economische markt lamleggen. Het heeft zin om te strijden tegen stroperij, maar het effect is alleen maar groot genoeg als we ook de markt lamleggen zodat er geen vraag meer is naar neushoornhoorn. Ik hoop dat de coronacrisis een rol zal spelen in het opdrijven van die strijd, omdat het ondertussen wel duidelijk is dat corona via de handel in wild bij de mens is verzeild geraakt.

 

Wetenschappers zijn tegenwoordig in staat om vlees te kweken in een lab. Ze doen dat met stamcellen van dieren. Denkt u dat dit ons toekomstig menu zal worden of denkt u eerder dat we binnen dit en tien jaar geroosterde sprinkhanen en krekels eten in België? Hoe ziet u de evolutie op dit gebied?

Sprikhanen en krekels mogen altijd natuurlijk, als je maar kan weggeraken van die zeer vervuilende vleesindustrie. In principe had dit kweekvlees al op de markt kunnen zijn, maar het is nog duur. Er zijn nu ongeveer 1,5 miljard koeien op de wereld. Als het kweekvlees één keer massaal is uitgerold, dan heb je er slechts 30 000 nodig. Dan hebben we een hele hoop milieubelasting minder, want 15% van de klimaatopwarming gebeurt door rood vlees. Men zal niet alleen kweekvlees krijgen, maar ook kweekvis en kweekmelk… Het zijn eigenlijk allemaal natuurlijke producten die je in een chemisch systeem creëert zonder dat je de tussenstap van een dier nodig hebt. Er zijn altijd mensen die veel te verliezen hebben met dat soort grote veranderingen en ze trekken dan alle mogelijke schermen op. De politiek begint dan te schipperen en daarna zitten we weer met vertragingsmanoeuvers.

Eerste hamburger gemaakt van kweekvlees, in een laboratorium © Wikimedia

Wat is uw doel of droom na 2030?

Ik blijf hopen dat ik ooit een wolf te zien krijg en ik heb altijd de hoop gekoesterd dat ik iets beteken in de sensibilisering voor een beter leefmilieu, voor een betere natuur, voor meer liefde voor de dieren… De liefde voor wilde dieren zit wel goed, want meer en meer mensen zijn mee met het verhaal. Voor andere aspecten vrees ik dat ik tekort geschoten ben. Het is heel frustrerend wanneer je ziet hoe slecht het doordringt dat er efficiënte maatregelen genomen moeten worden. Ik hoop dat de jongere generatie er echt wel in slaagt om er iets goeds van te maken. Dat is ook de reden waarom ik dit interview met plezier geef en geen moment aarzelde om in de jury te zitten. Bij ons is het mislukt, maar we hebben wel die bewustwording .

vorige volgende