De coronacrisis houdt nu al bijna een jaar aan en dat heeft zo zijn gevolgen voor de arbeidsmarkt. Momenteel zitten duizenden werknemers en zelfstandigen zonder job. Onder hen ook veel studenten, die hun studies combineren met een bijverdienste, of zelfs helemaal alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen onderhoud. Stamp-reporter Marijne Van Boeckel sprak met enkele van hen. “Het kan niet de bedoeling zijn dat studenten ofwel hun studies ofwel hun mentale gezondheid op de tweede plaats moeten zetten om te overleven.”
Indra-Lee Gooris (23) is graduaatstudent maatschappelijk werk aan deThomas More Hogeschool in Antwerpen. Ze woont met twee vrienden samen in Antwerpen. Voor de lockdown werkte ze als barvrouw bij brouwerij De Koninck en was ze vrijwilliger bij jongerencentrum Kavka. “Voor de coronacrisis had ik een druk sociaal leven. Ik ging vaak fitnessen en werkte als jobstudent in de brasserie van Brouwerij De Koninck in Antwerpen. Ik deed ook veel leuke dingen met vrienden. Dat is vandaag allemaal niet meer mogelijk.
Het zorgt ervoor dat zowel de financiële als mentale druk momenteel erg hoog is. Mensen geven me vaak het advies dat ik hulp moet vragen aan anderen, maar dat zit niet echt in mij. Deels omdat het me is aangeleerd om alles zo zelfstandig mogelijk te doen en deels omdat ik vind dat ik het in vergelijking met anderen niet zo moeilijk heb. Mijn ouders geven me elke maand een vast bedrag om de huur en de eerste rekeningen te betalen. Maar dan nog moet ik daarna over alles vijf keer nadenken en kan ik haast niets meer voor mezelf kopen. Ook om boodschappen te doen moet ik soms geld vragen aan mijn huisgenoten, of ze betalen nu en dan eens mijn deel van een meeneemmaaltijd. Daar ben ik ze natuurlijk ontzettend dankbaar voor, maar voel ik me er soms ook wat ongemakkelijk bij.”
“Het geld dat ik de afgelopen jaren bij elkaar heb gespaard slinkt steeds verder. Dat is frustrerend en stresserend. Daarom moet de overheid studenten financieel ondersteunen, zeker zij die alles zelf moeten betalen. Het mag niet de bedoeling zijn dat studenten momenteel hun studies of hun mentale gezondheid op de tweede plaats moeten zetten om te overleven.”
Elke Nelen (23) is student communicatiemanagement aan de Thomas More Hogeschool in Mechelen. Ze woont samen met haar vriend in Antwerpen en werkte voor de lockdown als jobcoach bij Mise en Place, een horecabedrijf. “Mijn ouders hebben het financieel niet altijd even makkelijk, maar ze steunen me wel. Nu ik zonder studentenjob zit, is die steun net genoeg om de boodschappen te kunnen betalen. Mijn vriend betaalt momenteel de huur volledig alleen, wat ik niet fijn vind. Hij zegt dat hij er ook de kost van de boodschappen bij kan nemen, maar dat wil ik niet. Mijn spaarrekening probeer ik zo min mogelijk aan te raken, maar dat zorgt er dan ook voor dat ik me geen extraatjes kan veroorloven. Met mijn spaarrekening wil ik namelijk mijn laatstejaarsstage bekostigen en het is stresserend om te zien hoe dat kleine potje momenteel niet aangevuld wordt. Verder ben ik ook bang dat mijn vriend zijn job zal verliezen door de coronacrisis. Die extra druk kan ik momenteel echt niet aan.”
“Daarom vind ik dat de overheid steunmaatregelen zou moeten voorzien voor studenten. Niet persé voor mezelf, met mij gaat het nog net. Maar veel vrienden hebben het moeilijker. Ook op lange termijn zie ik het somber in. Ondanks mijn angsten, maak ik me vooral zorgen om de mensen die het moeilijker hebben dan ik. Ik hoop dat de toekomst goede vooruitzichten biedt.
Annelies Greveraars (25) is student leerkracht lager onderwijs aan fr Arteveldehogeschool in Gent. Ze woont samen met haar vriend in Assenede. Voor de lockdown werkte ze als onthaalmedewerker in het zwembad van Wetteren. “Omdat mijn mama er alleen voor staat, betaal ik al sinds mijn zestiende alles zelf: kledij, de telefoonrekening, maar ook inschrijvingsgeld, boeken, en mijn trein- en busabonnement. Ik woon samen met mijn vriend en normaal gezien betaalt hij alle rekeningen en zijn de boodschappen voor mij. Maar nu ik geen inkomen heb, betaalt hij eigenlijk alles. Dat geeft me veel stress en ik pieker vaak. Ook in slaap vallen lukt me steeds minder goed.”
“Ik heb met het idee gespeeld om een leefloon aan te vragen bij het OCMW. Daar had ik in het academiejaar 2018-2019 al recht op. Maar omdat mijn resultaten wegens familiale omstandigheden niet goed waren, is mijn leefloon stopgezet. Wat best ironisch is, omdat mijn punten vorig academiejaar weer de hoogte ingingen en ik het geld toen nóg meer kon gebruiken. Opnieuw een leefloon aanvragen durf ik momenteel nog niet zo goed. Steunmaatregelen van de overheid zouden me enorm helpen om de situatie te overbruggen. Veel mensen denken dat studenten verwend zijn, maar dat is slechts een minderheid. Bij de meeste studenten is dat alles behalve het geval.”
“Ik probeer hoopvol naar de toekomst te kijken. Ik ben niet bij de pakken blijven zitten en heb een studentenjob gevonden bij Carrefour, waardoor ik op financieel vlak al een klein deeltje kan recupereren.”
Cato Duys (25) is masterstudent kunsteducatie aan de Fontys Hogeschool in Tilburg. Ze woont met haar moeder in Lier. Voor de lockdown was ze verkoopsmedewerker bij Oil & Vinegar. “Ik ontvang maandelijks een kleine uitkering, maar ik winkel niet zo vaak. Daardoor is onze koelkast geregeld leeg. Sinds juni ben ik op zoek naar een vaste halftijdse functie die ik wil combineren met mijn opleiding, helaas tot nu toe zonder succes. Hier en daar voer ik wat tekenopdrachten uit, wat betekent dat ik tegenwoordig moet tekenen om te overleven.”
“Op korte termijn ervaar ik heel wat stress en voel ik een grote druk op mijn schouders. Maar ook op lange termijn is het moeilijk, omdat ik mijn spaargeld, waar ik zo lang voor gespaard heb, gestaag zie verminderen. Door die bezorgdheid kan ik me ook minder goed concentreren op mijn studies.”
“Ik hoop dat ik snel een job vind die te combineren valt met mijn studie. Studenten die hun eigen boontjes moeten doppen zouden moeten kunnen rekenen op steun van de overheid. Tijdens de eerste golf voelde ik me al erg vergeten en dat is er nu er niet beter op geworden.”
Dimitri Boerleider (21) is een voormalig student schrijnwerkerij aan het VTI in Lier. Hij woont met zijn moeder in Mortsel. Voor de lockdown werkte hij als kassamedewerker bij Fun. “Mijn Nederlands diploma van de middelbare school werd in België niet erkend. Daarom besloot ik om bijkomend een cursus schrijnwerkerij te volgen in Lier. Dat bleek toch niet echt mijn ding te zijn en ik ben ermee gestopt. Tijdens de lockdown besloot ik dat ik een job wilde zoeken, zodat ik aan mijn volwassen leven kon beginnen.”
“Ondanks mijn ambities verliep de zoektocht naar werk niet gemakkelijk. Ik woonde in een kamer van zes op vier vierkante meter, de kosten betaalde ik zelf. Ik kon gelukkig wel op wat financiële steun van mijn moeder rekenen, al vond ik dat best lastig omdat ik er net op gebrand was alles zelf te betalen. Verder merkte ik dat ik mentaal luier werd. De zoektocht naar werk verliep moeilijk, waardoor ik me nergens meer voor wilde inzetten. Toch ben ik blijven doorgaan omdat ik besefte dat ik anders stil zou blijven staan.”
“Uiteindelijk bracht de lockdown me ook goede dingen. Zo heb ik momenteel twee jobs en ben ik bezig met het uitbouwen van een organisatie. De afgelopen periode heeft me gedwongen om te blijven zoeken én mijn creativiteit en ondernemingszin aan te spreken.”
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 12/02/2021