Na de aanslagen in Parijs was iedereen Charlie, maar na de aanslag in Ankara was lang niet iedereen Turquie. Onze reporter Sabiha (18) snapt niet dat mensen die sterven in bloedige aanslagen niet even veel waard zijn. “Het gaat om het stilzwijgen van de doden die zijn gevallen om even walgelijke redenen als op die zwarte vrijdag in november. Heeft de dood dan een huidskleur? Heeft rouw een paspoort nodig om onze grenzen binnen te treden?”

‘Je suis Charlie’ en ‘Je suis Paris’ werd wereldwijd geschreeuwd, ook in Turkije. Maar na de aanslag in Ankara schreeuwen weinigen ‘Je suis Turquie’. En daar gaat het eigenlijk ook niet om. Maar toch. Heeft u een minuutje?

Mijn vriendin Ikram Ettarrahi (17) uit Antwerpen vernam, net zoals u, dat in zowel Ivoorkust als Turkije tientallen slachtoffers vielen na dodelijke aanslagen. “Ik heb de dag na die aanslagen een mail gestuurd naar de directie, met de vraag of we een minuut stilte konden houden ter nagedachte van de gevallen slachtoffers”, stelt ze. “Ik heb een negatief antwoord gekregen en vond dat wel schokkend.”

Geen nationaal rouwmoment

De directie van een school heeft het recht om zelf te beslissen om al dan niet in te gaan op zulke voorstellen van de leerlingen. Na de aanslagen in Parijs werd een nationaal rouwmoment afgekondigd, en daar ligt het grote verschil met het voorstel van Ikram. “Het zou niet slecht zijn mochten we zelf het initiatief nemen en een rouwmoment te organiseren voor de slachtoffers van terreur die net buiten het belang van de westerse media vallen.”

Zij is nu bereid zich te engageren om zoveel mogelijk mensen op te roepen om een minuut stilte te houden voor elk onschuldig slachtoffer van het terreurmonster dat de verschillende continenten aan het teisteren is.

Rouw heeft een kleur

De aanslagen op de moskeeën in Nigeria zijn van dezelfde omvang als de aanslag op de moskee in Istanbul van laatst geleden. Enig verschil is dat het in Istanbul om Duitse toeristen ging en in Nigeria om de lokale bevolking. Boko Haram is gevaarlijker dan Daesh, maar dat vertelt niemand omdat die organisatie (bijna) geen blanke slachtoffers maakt.

Toch zorgt sociale media voor verandering. Tijden zijn niet meer dezelfde, dus deze maatschappij is niet meer dezelfde. Beelden van de overkant van de wereld raken ons even snel als wat er aan het einde van de straat gebeurt. De jongeren, zowel autochtonen als allochtonen, zijn meer en meer begaan met wat er zich buiten de landsgrenzen afspeelt.

Het wordt tijd dat we stoppen met het ontkennen en minimaliseren van de doden die wereldwijd gevallen zijn door terreur, angst, haat, en hopeloosheid. Dit is voor de Syrische vluchtelingen die het leven hebben gelaten op de Middellandse Zee, dit is voor de Irakezen die hun land opgeslokt zien worden door Daesh maar niets kunnen doen, voor de ouders in Nigeria die hun dochters verloren zijn aan Boko Haram, voor de moslims, sunni of shia, die werden neergeknald terwijl ze het gebed verrichtten in een moskee, voor de Palestijnse burgers die dag in dag uit onderdrukt worden, dit is voor de christenen in het Midden-Oosten en in de hoorn van Afrika die van hun vlag houden maar op de vlucht moeten slaan voor intolerantie.

Maar dit is ook voor de Westerse toeristen die nooit naar huis zijn teruggekeerd in Indonesië, Tunesië, Egypte, Mali, of Burkina Faso. Ongeacht hun huidskleur, naam, of religie, de dood heeft hen allen getroffen, en zij verdienen evenveel respect.

Hypocrisie

Ik ben me er zeker van bewust dat de media niet alles kan dekken, en dat de voorpagina van een krant niet groot genoeg is om alles te vertellen. Ik weet ook dat in het journaal van zeven uur Belgische slachtoffers in het buitenland ‘relevanter’ zijn dan inheemse. Het is normaal dat de Belgische media meer belang geeft aan wat er in Parijs gebeurt dan in Kameroen, maar het is de hypocrisie en het je-m’en-foutisme van de mensen die als eerste hun profielfoto naar de Franse driekleur veranderden die me stoort.

Voor iedereen die zich hierin herkent: als je niet tevreden bent met de media, wees dan de media.

© 2016 – StampMedia – Sabiha Harrass



Dit artikel werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 18/03/2016