Op zaterdag 26 maart doofden 750.000 Belgische gezinnen voor een uur het licht naar aanleiding van 'Earth Hour'. Het WWF organiseert de actie al vijf jaar. Met 'Earth Hour' probeert het WWF de hele wereld bewust te maken van de ecologische toestand van onze planeet.
Dankzij 'Earth Hour’ sprong een vijfde van de Belgische gezinnen zaterdag zuiniger om met het milieu. Door het licht te doven daalde het verbruik van energie enorm. "Deze actie wil de mensen bewuster laten omgaan met het milieu en politici aanspreken om te investeren in duurzame energiecentrales, zoals windmolens", vertelt Koen Stuyck, woordvoerder van WWF. "Wij willen een samenleving zonder CO2-uitstoot tegen 2050."
Het eerste 'Uur van de Aarde’ vond in 2007 plaats in Sydney, de grootste en oudste stad van Australië. Dit bleek een enorm succes. Een jaar later namen reeds 35 landen deel aan het evenement. In vier jaar tijd is de beweging uitgegroeid tot een mondiaal betoog tegen de klimaatveranderingen. Meer dan een miljard mensen en 134 landen nemen dit jaar deel.
Stroomverlies creëert romantische sfeer
Toen in 1965 de elektriciteit in New York City uitviel, bracht dit een babyboom teweeg. In Vlaanderen weet de bevolking zich ook zonder stroom bezig te houden. "Ik ben mijn schoonouders nog eens gaan bezoeken", vertelt Yasmine De Moor. "Zo moest ik thuis geen licht laten branden en hoef ik dit jaar niet meer naar hen te gaan." Ook Dirk Peeters wist zijn tijd goed te benutten: "Ik heb mezelf een bad gegund. De kaarsjes in de badkamer gaven me een ontspannen gevoel. Voor mij mag het elke dag 'Earth Hour’ zijn!"
Toch gelooft niet iedereen in de doeltreffendheid van het gebeuren. "Ik vergelijk het 'Uur van de Aarde’ met Kerst", zegt Nick Diels. "Op 25 december staan we stil bij de armoede in de wereld, maar daarna, bij het openen van de pakjes, zijn we die gedachte al snel vergeten. Bij het 'Uur van de Aarde’ houden we slechts een uur rekening met het milieu, terwijl de aarde al jaren snakt naar groene energie."
© 2011 - StampMedia – Nick Lodewyckx